What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
klas 3 Duits week 9 - les 1
Naamvallen
Voorzetsels met een vaste naamval
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Naamvallen
Voorzetsels met een vaste naamval
Slide 1 - Slide
Voorzetsels met vaste naamval
Er zijn ook voorzetsels met een vaste naamval.
Belangrijk is dat als je met naamvallen aan de gang gaat je rekening moet houden met het volgende:
Slide 2 - Slide
Wat moet ik doen om de naamval te bepalen?
1. Moet ik der-Gruppe of ein-Gruppe gebruiken?
2. Staat er een voorzetsel in de zin?
3. Geen voorzetsel = ontleden (1e nv = ond, 3e = meew.vw,
4e nv = lv)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Voorzetsels met een 4e naamval
durch, für, gegen, ohne , um , bis , entlang
Slide 5 - Slide
Voorzetsels 3e naamval
aus, bei, mit, nach, seit, von, zu außer, entgegen, gegenüber
Slide 6 - Slide
Geen voorzetsel = ontleden
Onderwerp = 1. Fall (Nominativ)
Welke vraag moet je stellen om het onderwerp te vinden?
Slide 7 - Slide
Geen voorzetsel = ontleden
Onderwerp = 1. Fall
(wie/wat + gezegde)
.
voorbeeld:
ik - ....... habe euch gesehen.
Let op! Ook als het gaat om een naamwoordelijk deel van het gezegde gaat het om een 1e naamval!
(
Er
ist
ein Fußballspieler
)
Slide 8 - Slide
Voorzetsels 3e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
mit
B
seit
C
durch
D
von
Slide 9 - Quiz
Voorzetsels 3e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
nach
B
für
C
zu
D
bei
Slide 10 - Quiz
Voorzetsels 4e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
durch
B
gegen
C
aus
D
um
Slide 11 - Quiz
Voorzetsels 4e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
für
B
von
C
um
D
durch
Slide 12 - Quiz
Ich habe ein Geschenk für ......(mijn) Mutter (v) gekauft.
A
mein
B
meinen
C
meine
D
meiner
Slide 13 - Quiz
Ohne .......(de) Kinder (mv) können wir nicht gehen.
A
die
B
der
C
den
D
den
Slide 14 - Quiz
Das hat er von ..... (de) Mann (m) bekommen.
A
der
B
dem
C
den
D
die
Slide 15 - Quiz
Er hat ....... (mijn) Mutter gesehen.
A
mein
B
meine
C
meiner
D
meinen
Slide 16 - Quiz
Kannst du ......(de) Schüler...(mv) ...... (de) Aufgabe (v) erklären?
Geef ook je stappen aan bij je antwoord
Slide 17 - Open question
More lessons like this
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
January 2022
-
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4 Mavo 25 sep
July 2025
-
32 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Klas 3 les 2 schooljaar 2024-2025
July 2025
-
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
persoonlijk voornaamwoorden + o/lv/mv naamvallen M3
July 2025
-
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
January 2025
-
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3TL periode 3 les 13 und 14
July 2025
-
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
3TL periode 1 les 17
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1