h8 metalen

hst 8 metalen 4TL
1 / 40
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

hst 8 metalen 4TL

Slide 1 - Slide

wat weet je nog van metalen?

Slide 2 - Open question

les 1: 
  •  uitleg par 8.1 (t/m slide 13!) 
  • verder met maken 8.1 
  • hw: leren en  afmaken 8.1 (9 hoeft niet) + test jezelf 8.1
  • Let op: zet je vragen in het vragenformulier van tentamen 3

Slide 3 - Slide

periodieksysteem van Mendelev:  herhaling Binas tabel 34)
  • groep (vertikaal): = aant elektronen buitenste schil, bepaalt chemische eigenschappen
  • periode (horizontaal): = aantal elektroneringen 
  • groep 1= alkalimetalen
    (reageren heftig) vanwege 1 valentie-elektron,
  • groep 2= aardalkalimetalen
     reageren iets minder heftig,
  • groep 17= halogenen of zoutvormers
     reageren makkelijk met groep 1 en 2,
  • groep 18 = edelgassen reageren niet
periodieksysteem

Slide 4 - Slide

eigenschappen  metalen        en    vaste niet-metalen   
                                                         (rest niet-metalen, is gasvormig                                                              en broom vloeibaar)
  
- metaalglans                                       - dof
- buigzaam                                           - breekbaar
- goede warmtegeleider                       - slechte warmtegeleider -
- goede geleider elektriciteit                 - slechte geleider elekticiteit 
 

fosfor P(s)
koolstof C(s)
zwavel S(s)
koper Cu(s)
kwik Hg(l)

Slide 5 - Slide

  • Atoomnummer = aantal protonen
  • Aantal protonen = aantal elektronen ("Normale" atomen zijn elektrisch neutraal)
  • Massagetal = aantal protonen + neutronen in de kern
    massagetal =  gemiddelde van alle atomen van één soort. Er zijn atoomsoorten die Isotopen hebben, deze wijken alleen qua massa af van hun "gewone" broertje.  (b.v.: koolstof = 12,01 u (C-12 komt veel meer voor, dan C-13 en C14) 
atomen en periodieksysteem

Slide 6 - Slide

Edele metalen 
  • Edel betekent:   niet of nauwelijks reagerend met andere stoffen.
  • daarom  vaak gevonden als zuivere stof, in een "ader" (in een mijn).
  • 24 karaat goud =100 %  zuiver goud , 18 karaat = 18/24 x100%= 75 % goud (en 25 %  andere metalen meestal zilver of koper)

Slide 7 - Slide

Onedele metalen
  • reageren wel  met andere stoffen. (b.v.zuurstof, water of zuren) 
  • worden daarom bijna altijd gevonden als erts = verbinding van metaal met een niet- metaal (=dus een zout)
  • hoe onedeler het metaal hoe reactiever het is.


Slide 8 - Slide

zeer onedele metalen
  • metalen uit groep 1 = alkalimetalen  zijn zeer reactief.
  • reageren zo heftig met b.v. zuurstof en water dat ze onder een laagje olie bewaard worden
  • de aardalkalimetalen = groep 2
    reageren ook heftig maar iets minder heftig 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

metalen beschermen= voorkomen dat er zuurstof (of andere stoffen) bijkomen
  door:
-verven
-invetten

-vertinnen

-verzinken/galvaniseren

-verchromen

-emailleren


Slide 11 - Slide

 legeringen maken = metalen mengen
Dit doe je om betere eigenschappen te krijgen. Legeringen zijn harder dan de zuivere  metalen.
Goud is puur erg zacht --> mengen met zilver(=witgoud) of met koper (=roodgoud) zie vorige les over karaat
Gebruik binas tabel 37

Slide 12 - Slide

zeer edel
edel
onedel
zeer onedel
reageert 
nergens mee
zuurstof 
zuurstof  + zure oplossingen
zuurstof + zure oplossingen + heftige reactie met water
  • aantasting van metalen door stoffen in de lucht (b.v. roesten bij ijzer) heet corrosie je kunt metalen hiertegen beschermen door: verf, invetten, of ze te mengen met andere metalen.
Samenvatting metalen:  
  • legering: mengels van metalen om ze betere eigenschappen te geven
  • "Zware" metalen: hoge dichtheid én giftig zoals  cadmium, kwik, lood

Slide 13 - Slide

les 2: 
  • vervolg uitleg 8.1:  legering, zware metalen, reacties van metalen kort (max 10 minuten)
  • vragen hw  verder werken
  • hw voor  thuiswerkles vrijdag+ dinsdag (opgedeeld in 2) 
  • leren 8.1 (+ maken test jezelf) en 8.2 en maken: t/m 33

Slide 14 - Slide

legeringen: vliegtuigen worden van duraluminium gemaakt
Duraluminium =20 % koper (dat maakt het sterk) + 80% aluminium 
(dat maakt de dichtheid laag)
 
 
 andere legeringen zijn:
- zilveramalgaam (kwik+zilver) voor vullingen in kies
- staal (ijzer + beetje koolstof)
- roestvaststaal (ijzer + chroom of nikkel+ koolstof)
- brons (koper+tin)
-messing(koper+zink)

Slide 15 - Slide

reacties van metalen
De mooie dof groene kleur van het vrijheidsbeeld (of daken van kerken) ontstaat door de corrosie van koper en is het zout kopercarbonaat CuCO3(s)
Onthoud:
  • koperzouten zijn altijd groen/blauwgroen
  • oplossingen van koperzouten zijn altijd blauw  
  • het aantasten van onedele metalen door stoffen uit de atmosfeer heet corrosie
  • roesten= corroderen van ijzer 
  • geroest  ijzer is poreus, daaronder roest het ijzer verder
  • aluminiumoxide en zinkoxide zijn niet poreus het oxidehuidje beschermt juist tegen verder corroderen

Slide 16 - Slide

les 4:  
  • bespreken moeilijke opdrachten 
  • uitleg 8.3 en 8.4  
  • hw: leren 8.1 t/m 8.4 : maken 44 t/m 51 

Slide 17 - Slide

ijzer maak je uit ijzererts
  1. ijzererts bestaat voor het grootste deel uit ijzeroxide(=roest)
  2. ijzeroxide + cokes (=koolstof)+ zuurstof--> ruwijzer+koolstofdioxide
  3. ruwijzer bevat nog te veel koolstof--> is bros-->
    ruwijzer moet je nog meer bewerken b.v. tot staal

Slide 18 - Slide

aluminium uit aluminiumerts(=bauxiet)
  • aluminium heeft een kleine dichtheid en toch redelijk sterk --> veel toegepast
  • het erts bauxiet +_ 50 % aluminiumoxide
  • dat laat je smelten
  • dan via elektrolyse ontleden en aluminium aftappen 

Slide 19 - Slide

les 5: 
  •  vragen?
  • bespreken moeilijke opdrachten ? opg 51
  • leren 8.3 t/m 8.4: maken 56 t/m 61 
  • start RV die je zelf moet kunnen opstellen

Slide 20 - Slide

les 6: 
  • reacties die je zelf moet kunnen opstellen 
  • filmpjes Mg blussen met water en met koolstofdioxide
  • bespreken hw ?
  • maken test jezelf in werkboek
  •  hw voor vrijdag: leren hst 8 en (af)maken test jezelf van elke paragraaf
  •  hw  maandag: goed lezen 9.1 en maken 1 t/m 8 


Slide 21 - Slide

van deze soorten reacties moet je zelf de kloppende vergelijking kunnen opstellen!!!
  1. het roesten van ijzer: 
  2. 4 Fe(s) + 3O2 (g)--> 2Fe2O3(s) als er ijzer(III) oxide ontstaat 
     
    of 2 Fe(s) + O2 (g)-->2 FeO(s) als er ijzer(II) oxide ontstaat 
  3. het etsen van metalen bijvoorbeeld zink:
  4. Zn(s) + 2 H+(aq)---> Zn2+(aq) + H2 (g) 
  5. het ontleden van alumininiumoxide:
  6. 2 Al2O3(l)--->4 Al(l)+ 3 O2(g)    (elektrolyse van gesmolten bauxiet, je tapt dus vloeibaar Al af)
  7. het bereiden van ijzer uit  ijzer(III) oxide  mbv koolstof of met behulp van koolstofmonoxide
  8.  2Fe2O3(s) + 3C(s)--> 4 Fe(l) + 3CO2 (g)                  of      Fe2O3(s) + 3CO(g)--> 2 Fe(l) + 3CO2 (g)

Slide 22 - Slide

brandende metalen moeilijk te blussen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

geef de reactievergelijking van het blussen van magnesium met water 
Als je een magnesium brand wilt blussen met water ontstaat er een wit poeder (magnesiumoxide) en een explosief gas
  1. geef het reactieschema (= in woorden ) 
  2. noteer daaronder de juiste molecuulformules
  3. bekijk welke atoomsoort er na de reactie nog niet staat--> formule voor het explosieve gas
  4. maak kloppend incl toestandsaanduiding

Slide 25 - Slide

uitwerking magnesium met water blussen:
  1. woorden: magnesium + water--> magnesiumoxide + explosief gas
  2. in symbolen (dan weet je waarschijnlijk welk gas het was)
     Mg(s)+H2O(l)->  MgO(s) + H2(g)
    magnesium reageert met zuurstof uit het water--> H over, denk aan Brenda regel dus H2,  dat is inderdaad explosief  (denk aan elektrolyse water)
  3. kloppend maken: Mg(s)+H2O(l)->  MgO(s) + H2(g)  (klopt al)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Geef de reactievergelijking van het blussen van magnesium met koolstofdioxide 
Samenvatting filmpje:
Als je een magnesium brand wilt blussen met bevroren koolstofdioxide, ontstaat er een wit poeder en een zwarte vaste stof

Slide 28 - Slide

uitwerking magnesium met koolstofdioxide blussen:
  1.  magnesium + koolstofdioxide--> wit poeder + zwarte stof
  2. in symbolen (dan weet je waarschijnlijk welke stoffen het waren)
    Mg(s)+CO2(s)->  MgO(s) + C(s)          (koolstofdioxide was bevroren dus s)
    (Mg oxideert met zuurstof uit de CO2 --> MgO en C  over)
  3. kloppend:   2 Mg(s)+CO2(s)->  2 MgO(s) + C(s) 

Slide 29 - Slide

uitwerking magnesium met koolstofdioxide blussen:
  1. magnesium + koolstofdioxide--> wit poeder + zwarte stof
  2. in symbolen (dan weet je waarschijnlijk welke stoffen het waren)
    Mg(s)+CO2(g)->  MgO(s) + C(s)     
    (Mg oxideert met zuurstof uit CO2 --> MgO en C  over
  3. kloppend maken:
    2 Mg(s)+CO2(g)->  2 MgO(s) + C(s) 

Slide 30 - Slide

Wat zijn zware metalen? Zware metalen zijn metalen die:
A
een hoge dichtheid hebben
B
erg giftig zijn
C
heel goed met andere stoffen reageren
D
een hoge dichtheid hebben én erg giftig zijn

Slide 31 - Quiz

Sommige metalen kunnen zeer heftig met water reageren. Welke twee metalen zijn dat?
A
ijzer en koper
B
natrium en kalium
C
lood en tin
D
cadmium en kwik

Slide 32 - Quiz

Wat is corrosie van metalen? Corrosie is:
A
roesten
B
het aantasten van metaal door een zuur
C
de aantasting van metalen door stoffen uit de lucht
D
een laagje zink over een metaal aanbrengen

Slide 33 - Quiz

Bekijk de volgende beweringen:
1 Hoe edeler een metaal, des te reactiever het metaal is.
2 De metalen natrium en kalium reageren met water.

Welke bewering(en) is/zijn juist?
A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Zowel 1 als 2
D
Geen van beiden

Slide 34 - Quiz

Er zijn onedele metalen en edelmetalen. Wat geeft men aan als men spreekt van een edelmetaal?
A
Hoe edeler des te duurder het proces is om het te winnen
B
Hoe edeler des te beter het metaal reageert met andere stoffen
C
Hoe edeler des te slechter het metaal reageert met andere stoffen
D
Hoe edeler des te zwaarder het metaal is

Slide 35 - Quiz

Men gebruikt vaker legeringen dan zuivere metalen. Wat is de belangrijkste reden waarom legeringen in plaats van zuivere metalen gebruikt worden?
A
Zuivere metalen zijn veel duurder dan legeringen
B
Zuivere metalen vertonen sneller corrosie dan legeringen
C
Zuivere metalen zijn veel zachter dan legeringen
D
Zuivere metalen hebben veel hogere smeltpunten dan legeringen

Slide 36 - Quiz

Wat is een zout?
A
Een verbinding van een metaal en een niet-metaal
B
een verbinding van twee metalen
C
een verbinding van twee niet-metalen
D
een moleculaire stof die kan oplossen in water

Slide 37 - Quiz

Hoe heet een mengsel tussen twee metalen
A
moleculaire stof
B
ionaire stof
C
atomaire stof
D
legering

Slide 38 - Quiz

Welk van deze metalen is zeer onedel?
A
Ag
B
Au
C
Li
D
Pb

Slide 39 - Quiz

Wat zijn de voornaamste grondstoffen van het hoogoven proces
A
Erts + zuurstof
B
Erts + kolen
C
Kolen + andere metalen
D
Kolen + zuurstof

Slide 40 - Quiz