Basisstof 3, bevruchting (2)

Dinsdag 8 juni, 8ste uur, h1a
1. Aanwezigheidscontrole + hw-controle 
2. Samen lezen basisstof 3 over bevruchting, blz. 177 + 178
3. Oefenvragen samen doornemen
4. Aan de slag met het huiswerk


HW voor donderdag 10 juni, 2de uur:
Leren basisstof 3, blz. 177 + 178 + Maken opd. 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van basisstof 3
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Dinsdag 8 juni, 8ste uur, h1a
1. Aanwezigheidscontrole + hw-controle 
2. Samen lezen basisstof 3 over bevruchting, blz. 177 + 178
3. Oefenvragen samen doornemen
4. Aan de slag met het huiswerk


HW voor donderdag 10 juni, 2de uur:
Leren basisstof 3, blz. 177 + 178 + Maken opd. 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van basisstof 3

Slide 1 - Slide

Herhaling:
Bestuiving!

Slide 2 - Slide

Verschil insectenbloem en windbloem
1. Grote, opvallende gekleurde kroonbladeren                1. Klein en onopvallend gekleurd (meestal groen)
2. Ruiken lekker                                                                        2. Geen speciale geur
3. Nectar (zoetstof) om dieren mee te lokken                 3. Geen nectar
4. Stuifmeel is kleverig                                                          4. Stuifmeel is licht en glad
5. Helmknoppen zitten in de bloem                                  5. Helmknoppen hangen vaak buiten de bloem
6. Maken niet zo veel stuifmeelkorrels                              6. Maken heel veel stuifmeelkorrels
7. Stempels zijn niet veervormig                                         7. De stempels zijn veervormig

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Belangrijk voor de volgende vragen:

Na de bevruchting wordt:
De eicel --> 1 kiem (babyplantje)
1 zaadbeginsel --> 1 zaad
1 vruchtbeginsel --> 1 vrucht

Voor de bevruchting van 1 eicel is 1 stuifmeelkorrel nodig. 

Slide 6 - Slide

Alleen zaadbeginsels waarin de eicel wordt bevrucht, ontwikkelen zich tot zaden. De rest gaat dood...

Slide 7 - Slide

Vier zaden, zijn ontstaan uit vier zaadbeginsels. In iedere zaadbeginsel zit één eicel.  Voor de bevruchting van één eicel is één stuifmeelkorrel nodig. We hebben vier eicellen, dus vier stuifmeelkorrels en ook vier stuifmeelbuizen. 

Slide 8 - Slide

Dit is een fout antwoord. 

Er zijn 3 zaadbeginsels bevrucht, uit 1 zaadbeginsel ontstaat altijd 1 zaad. In ieder zaad zit maar 1 kiemplantje. 

Het antwoord is dus 3 kiemplantjes. 

Slide 9 - Slide

Benoem de onderdelen
  1. Stuifmeelkorrel
  2. Stempel
  3. Stuifmeelbuis
  4. Kern van de stuifmeelkorrel
  5. Stijl
  6. Zaadbeginsel
  7. Eicel
  8. Kern van de eicel
  9. Vruchtbeginsel

Slide 10 - Slide

Probeer het nu zelf maar:
Kern van de stuifmeelkorrel
Zaadbeginsel
Vruchtbeginsel
Stempel
Kern van de eicel
Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Stijl
Eicel

Slide 11 - Drag question

Dinsdag 8 juni, 8ste uur, h1a
1. Aanwezigheidscontrole + hw-controle 
2. Samen lezen basisstof 3 over bevruchting, blz. 177 + 178
3. Oefenvragen samen doornemen
4. Aan de slag met het huiswerk


HW voor donderdag 10 juni, 2de uur:
Leren basisstof 3, blz. 177 + 178 + Maken opd. 1 t/m 3 + 5 t/m 7 van basisstof 3

Slide 12 - Slide