quiz klas 11

voor en door klas 11
1 / 33
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

voor en door klas 11

Slide 1 - Slide



Waar bestaat de Staten-Generaal uit?

Wat is het tegenovergestelde van Kosmopolitisme? (Alma)
A
Nationalisme
B
Links
C
Materialisme

Slide 2 - Quiz

Note: vrienden van Cicero 
(Cicero Romeins politicus, advocaat en filosoof) 

Kosmopolitisch denken en nationalisme zijn verzoenbaar; zij pleiten voor een bepaald soort nationalisme en situeren de nationale identiteit in breder scala van identiteiten inclusief rechten en plichten verbonden met de identiteit 'mens'

Slide 3 - Slide



Waar bestaat de Staten-Generaal uit?

Welke politieke stroming is extreemrechts? (Alma)
A
LIberalisme
B
Facisme
C
Conservatisme

Slide 4 - Quiz


Wat staat lijnrecht tegenover het conflictmodel (Alma)

Slide 5 - Open question



Waar bestaat de Staten-Generaal uit?

Wat is het kernconcept van Staatsvorming? (Alma)
A
De interne soevereiniteit van een staat.
B
het interventiebeginsel dat de politieke macht tot een staat.
C
Institutionalisering van een politieke macht tot een staat.

Slide 6 - Quiz

Leg uit wat het poldermodel is en noem een principe die hierbij hoort. (Keet)

Slide 7 - Open question

welk principe hoort hierbij?
je geeft een voorbeeld, daar wordt niet om gevraagd

Slide 8 - Slide

Hoe moet de politieke macht in een samenleving verdeeld worden volgens de socialistische ideologie?(Luuk)

Slide 9 - Open question

Wat is depersonalisering? (Bibian)

Slide 10 - Open question

depersonalisering
de ontwikkeling waarbij macht en gezag losgekoppeld worden van personen, ze worden meer gekoppeld aan functies.

Voorbeeld: Mark Rutte wordt (nu nog) gezien als een persoon met macht in Nederland omdat hij minister-president is. Als hij dat niet meer is, gaat die macht naar de nieuwe democratisch gekozen minister-president.

Slide 11 - Slide

depersonalisatie
vervreemding van jezelf. Het is een ziekte waarin je jezelf en je omgeving als vreemd beleeft, in plaats van als vertrouwd. Kan voorkomen na stress of een traumatische gebeurtenis.  

Groot verschil in betekenis tussen twee termen, die je bijna hetzelfde schrijft.

Slide 12 - Slide

Wat is het verschil tussen conservatisme en confessionalisme? (Bibian)

Slide 13 - Open question

Noem 4 kenmerken van een staat (Charlotte)

Slide 14 - Open question



Waar bestaat de Staten-Generaal uit?

Wat is het non-interventiebeginsel? (Chaja)
A
Er is interne soevereiniteit maar geen externe soevereiniteit
B
Staten mengen zich niet in de interne zaken van andere staten
C
Mensen bemoeien zich niet met elkaar en er is veel zelfstandigheid
D
Bevelen en wetten worden niet langer gehoorzaamd

Slide 15 - Quiz



Waar bestaat de Staten-Generaal uit?

Wat is het poldermodel? (Chaja)
A
Actoren kiezen voor de strijd om de eigen doelen en belangen te realiseren
B
De politiek ligt volledig in de handen van de burgers
C
De overlegcultuur in NL tussen de overheid en verschillende actoren
D
De politiek handelt pas als het te laat is

Slide 16 - Quiz



Waar bestaat de Staten-Generaal uit?

Wat is kosmopolitisme? (Chaja)
A
Open grenzen en verregaande samenwerking met andere landen
B
Het beschermen van de natiestaat als basis van de samenleving
C
Het benadrukken van duurzaamheid, diversiteit of waarden en normen
D
De politiek is op de toekomst gericht

Slide 17 - Quiz



Waar bestaat de Staten-Generaal uit?

Welk begrip hoort bij deze definitie?
"Van volksvertegenwoordigers die bij dezelfde partij horen, wordt verwacht dat zij bijna altijd allemaal voor of tegen dezelfde moties, wetten en amendementen stemmen"
 (Chaja)
A
Interne soevereiniteit
B
Non-interventiebeginsel
C
depersonalisering
D
Fractiediscipline

Slide 18 - Quiz



Waar bestaat de Staten-Generaal uit?

Wat onderscheid progressief-conservatief?
 (Fien)
A
standpunten bij sociaal-economische onderwerpen
B
vooruitgangsdenken versus behoud van tradities
C
of standpunten de nadruk leggen op materiële of immateriële zaken
D
het doorkruisen van de traditionele hoofdstromingen

Slide 19 - Quiz

vraagstelling
iemand verrast over het juiste antwoord B?

Slide 20 - Slide



Waar bestaat de Staten-Generaal uit?

Waar bestaat de Staten-Generaal uit?
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste en Tweede Kamer
D
Parlement

Slide 21 - Quiz

Conflict
model
Harmonie
model
Overleg
Demonstraties
Poldermodel
Consensus
Strijd
Stakingen

Slide 22 - Drag question

Sleep de vraag naar het juiste antwoord
Economisch
Cultuur
Politiek
Hoe moet de macht worden verdeeld?
Hoe moeten goederen geproduceerd en gedistribueerd (verdeeld) worden?
Hoeveel vrijheid mogen mensen hebben ten opzichte van de overheid?

Slide 23 - Drag question

Links
Rechts
Midden
Zet de ideologieën op de juiste plek.
Communisme
Socialisme
Liberalisme
Conservatisme
Fascisme

Slide 24 - Drag question





Hoe denkt het socialisme over politiek?
Hoe denkt het socialisme over politiek?
A
Socialisten willen meer inspraak voor burgers
B
Linkse socialisten willen meer invloed voor burgers maar rechtse socialisten niet
C
Socialisten willen dat burgers politici kunnen kiezen maar ze zijn geen voorstander van het invoeren van het referendum

Slide 25 - Quiz



Hoe denkt het liberalisme over politiek?
Hoe denkt het liberalisme over politiek?
A
Liberalen willen meer inspraak voor burgers
B
Linkse liberalen willen meer invloed voor burgers maar rechtse liberalen niet
C
Liberalen willen dat burgers politici kunnen kiezen maar ze zijn geen voorstander van het invoeren van het referendum

Slide 26 - Quiz



Welke ideologie wil dat burgers politici mogen kiezen maar is geen voorstander van het referendum?
Welke ideologie wil dat burgers politici mogen kiezen maar is geen voorstander van het referendum?
Welke ideologie wil dat burgers politici mogen kiezen maar is geen voorstander van het referendum?

Slide 27 - Open question



Hoe denkt het socialisme over economie?
Hoe denkt het socialisme over economie?
A
Socialisten zijn voorstander van economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
B
Socialisten willen een belangrijke rol voor de overheid in de economie om te zorgen voor meer gelijkheid
C
Voor socialisten is dit een dilemma; enerzijds naastenliefde belangrijk, anderzijds zijn ze voorstander van eigen verantwoordelijkheid

Slide 28 - Quiz




Hoe denkt het confessionalisme over economie?
Hoe denkt het confessionalisme over economie?
A
Confessionelen zijn voorstander van economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
B
Confessionelen willen een belangrijke rol voor de overheid in de economie om te zorgen voor meer gelijkheid
C
Voor confessionelen is dit een dilemma; enerzijds naastenliefde belangrijk, anderzijds zijn ze voorstander van eigen verantwoordelijkheid

Slide 29 - Quiz




Wat hoort er NIET bij het liberalisme?
Welke uitspraak past niet bij het liberalisme?
A
Liberalen zijn voorstander van economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
B
Liberalen willen een belangrijke rol voor de overheid in de economie om te zorgen voor meer gelijkheid.
C
Individuele vrijheid is belangrijk, mensen mogen dus zelf weten welke cultuur zij naleven.
D
Linkse liberalen willen meer invloed voor burger maar rechtse liberalen niet.

Slide 30 - Quiz


Leg uit dat de Algemene Beschouwingen een politieke institutie is.
Leg uit dat de Algemene Beschouwingen een politieke institutie is.

Slide 31 - Open question

quiz klas 11

Slide 32 - Slide


A

Slide 33 - Quiz