3.28 tot en met 3.33

3.28 tot en met 3.31
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

3.28 tot en met 3.31

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Relatie tussen de rentestand en bestedingen uitleggen. 
  • Relatie tussen de rentestand en ontwikkeling inflatie uitleggen. 
  • Relatie tussen rentestand en werkgelegenheid uitleggen. 
  • Relatie tussen rentestand en wisselkoersverandering uitleggen. 
  • Verklaren dat de ECB streeft naar prijsstabiliteit. 
  • Uitleggen hoe de centrale bank de rente gebruikt om inflatie te beperken. 

Slide 2 - Slide

Noem een taak van de ECB

Slide 3 - Open question

Europese Centrale Bank
  • Geeft bankbiljetten uit. 
  • Zorgt voor giraal geldverkeer en houdt toezicht op banken. 
  • Is de bank van de banken. 
  • Monetair beleid -->  handhaven van prijsstabiliteit (koopkracht).

Slide 4 - Slide

Door de rente te verlagen kan de ECB de economie in de eurozone stimuleren?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

De ECB streeft naar een inflatie van ongeveer 2%. Wat zal de ECB doen wanneer de inflatie te laag wordt?
A
Rente verlagen
B
Rente verhogen
C
Wachten tot dat het vanzelf weer beter gaat
D
Minder geld in omloop brengen

Slide 6 - Quiz

Leg uit wat er kan gebeuren met de inflatie als de ECB de rente verhoogt

Slide 7 - Open question

ECB en rente
ECB verhoogt rente --> rente op de geldmarkt stijgt --> minder lenen en meer sparen. 
De bestedingen nemen af --> de productie daalt --> de bezettingsgraad daalt --> maximale productiecapaciteit wordt niet bereikt -->
Minder kans op inflatie. 

Slide 8 - Slide

ECB en de rente
Andersom werkt het als volgt
ECB -> Rente verlagen-> Lenen aantrekkelijk, sparen niet aantrekkelijk -> Consumenten gaan meer uitgeven en dus minder sparen -> Meer vraag -> betekent stijging van de inflatie

Slide 9 - Slide

Leg uit hoe een renteverhoging voor een hogere werkloosheid kan zorgen

Slide 10 - Open question

Aan de slag!
Maken opgave 3.28 tot en met 3.33
Klaar? Zorg ervoor dat alle opdrachten tot en met 3.33 gemaakt zijn
Klaar? Nakijken
Klaar? Maken opdracht 3.36 tot en met 3.44

Einde van de les bespreken we opdracht 3.29

Slide 11 - Slide