§10.2 Bloeddruk + §10.3 Hartwerking

§10.2 Bloeddruk
§10.3 Regeling hartwerking
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

§10.2 Bloeddruk
§10.3 Regeling hartwerking

Slide 1 - Slide

Hoe loopt de longslagader en wat stroomt er door dit vat?
A
van rechter kamer naar de longen zuurstof rijk bloed
B
van longen naar de linker boezem zuurstof arm bloed
C
van rechter kamer naar de longen zuurstof arm bloed
D
van de longen naar de linker boezem zuurstof rijk bloed

Slide 2 - Quiz

kleppen tussen boezem en kamer

Slide 3 - Slide

BINAS
84D1

Slide 4 - Slide

Bloeddruk
Kamer systole => bloed wordt de aorta/ longslagader ingepompt.
= > hoge druk
systolische druk = bovendruk

Daarna diastole (ontspanning) => bloeddruk daalt weer tot de basiswaarde = diastolische druk = onderdruk




Slide 5 - Slide

1 mm Hg = 0,1333 kPa
(staat in BINAS tabel 5)
Niet belangrijk!

Slide 6 - Slide

Bloeddruk

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

prikkelgeleiding door het hart
1.  Sinusknoop
2. AV-knoop
3. Bundel van His
4. Purkinje vezels

Slide 9 - Slide

prikkelgeleiding door het hart
1. Sinusknoop
- gespecialiseerde spiercellen in de rechterboezem
- geeft prikkels af in een vast ritme

 -> beide boezems trekken samen

- zenuwen van buiten het hart en hormonen bepalen het ritme.

Slide 10 - Slide

prikkelgeleiding
2. AV-knoop
- signaal/ stroom komt aan in de AV-knoop

- vertraging in het doorgeven van het signaal

=> kamers trekken later samen (niet gelijk met de boezems)


Slide 11 - Slide

prikkelgeleiding
3. AV-knoop geeft het signaal door aan de Bundel van His en Purkinje vezels

=> Kamers trekken samen vanaf de punt van het hart naar boven.

Slide 12 - Slide

BINAS
84D2
De sinusknoop bepaalt het hartrimte

Slide 13 - Slide

ECG
elektrocardiogram
= "hartflimpje"


Spieren bewegen door elektrische stroompjes.

Je meet de spieractiviteit.




Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

rust en inspanning
hart minuut volume = de hoeveelheid bloed weggepompt gedurende 1 minuut

inspanning
De hartfrequentie neemt toe
De kracht waarmee de kamers samentrekken neemt toe
Het slagvolume van de kamers neemt toe

Slide 17 - Slide

In de organen waar zuurstof nodig is, is meer bloed nodig. 


Spieren, maag darm kanaal, hart, .......
kring spiertjes

Slide 18 - Slide

vragen??

aan het werk met.........

Slide 19 - Slide