Les 1 Rekenen met een schaal

Rekenen met een schaal






1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Rekenen met een schaal






Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waar kom je een schaal tegen?




Slide 3 - Slide

1 : 30
1 staat tot 30
1 cm is in werkelijkheid 30 cm



Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Op de foto is de uitkijktoren 5 cm hoog. De schaal is 1 : 200.

Hoe hoog is de toren in werkelijkheid?

5 x 200 = 1000 cm
1000 cm = 10 m


Slide 5 - Slide

Nu andersom
Deze uitkijktoren is in het echt 20 meter hoog.
We tekenen de toren met een schaal van 1 : 100

Hoe hoog tekenen we de toren op papier?
2000 : 100 = 20 cm

Slide 6 - Slide

Dus:
schaal 1: 250

afbeelding  omrekenen naar   werkelijkheid             x 250
werkelijkheid omrekenen naar afbeelding                : 250


Slide 7 - Slide

Ik teken een kerk van 15 cm hoog.
De schaal is 1 : 90.
Hoe hoog (cm) is de kerk in werkelijkheid?

Slide 8 - Open question

Ik maak een maquette van het stadhuis. Hij is 40 cm breed. De schaal is 1 : 50.
Hoe breed is het stadhuis in het echt?

Slide 9 - Open question

De domtoren in Utrecht is 112 meter hoog. Ik maak er een maquette van met de schaal 1 : 200.
Hoe hoog wordt mijn maquette?

Slide 10 - Open question

De 'arc de triomphe' is 45 meter breed. Ik maak er een maquette van met de schaal 1 : 150. Hoe breed wordt de maquette?

Slide 11 - Open question

Opdracht 
zie powerpoint in teams

Slide 12 - Slide

WAT BETEKENT TEKENEN OP SCHAAL?
Tekenen op schaal betekent dat de tekening niet even groot is getekend dan de werkelijkheid.

Schaal moet ALTIJD op de tekening staan.

Schaal 1:100 (1 op 100)

Slide 13 - Slide

1     :     100
          TEKENING                              WERKELIJKHEID

  • In dit geval is de tekening dus kleiner dan de werkelijkheid

  • 1 cm op de tekening = 100 cm in werkelijkheid (1 meter)
  • 3,5 cm op de tekening = 350 cm in werkelijkheid (3,5 m)

Slide 14 - Slide

100     :     1
                TEKENING                              WERKELIJKHEID

  • In dit geval is de tekening dus groter dan de werkelijkheid

  • 100 cm op de tekening = 1 cm in werkelijkheid (10 mm)
  • 250 cm op de tekening = 2,5 cm in werkelijkheid (25 mm)

Slide 15 - Slide