Activiteiten les 2

activiteiten les 2:
1 / 26
next
Slide 1: Slide
activiteitenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

activiteiten les 2:

Slide 1 - Slide

Opdracht bespreken
Opstartopdracht 1, hoofdstuk 11.1



Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les :
  • kan je aangeven hoe een groepsproces werkt
  • kan je benoemen wat groepstaken zijn
  • kan je benoemen wat groepsrollen zijn
  • kan je benoemen wat de functionele en disfunctionele rollen zijn
  • kan je de term groepscultuur uitleggen

zijn en kan je de verschillen benoemen.




Slide 3 - Slide

Groepsproces
Groepsproces is een verzamelnaam voor wat er zich in de groep afspeelt. Een groepsproces ontstaat door groepsinteractie.
Bij het groepsproces hoort: het doorlopen van alle fases binnen een groep. (les 3)
-wen/herken fase
- machts en controle fase
- affectie fase
- beeindigingsfase

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Groepsinteractie
Groepsinteractie betekent dat groepsleden elkaar beïnvloeden. Dit gebeurt als groepsleden elkaars activiteiten uitvoeren.
Voorbeeld: in de klas tijdens een samenwerkingsopdracht.



Slide 6 - Slide

Groepstaken:
Groepstaken zijn alle activiteiten die groepen gezamenlijk verrichten

Voorbeelden:
  • een klas die een samenwerkingsopdracht plant en uitvoert. 
  • een team die de afdeling draaiende houd

Slide 7 - Slide

Groepstaken:
 Tijdens het uitvoeren van die taken speelt zich het groepsproces af en vervult iedereen zijn eigen groepsrol.


Slide 8 - Slide

Rollen in de groep
Iedereen die deelneemt aan een groep, levert een bijdrage aan het functioneren van die groep. Elk groepslid vervult een rol.
Een rol in een groep is het aandeel dat een groepslid heeft in wat er in de groep gebeurt.

Slide 9 - Slide

Functionele rollen en disfunctionele rollen
Groepsinteractie vindt plaats tijdens het uitvoeren van de groepstaken en wordt bepaald door de (functionele of disfunctionele) rollen.

Slide 10 - Slide

Geef een voorbeeld van een functionele rol in de klas

Slide 11 - Mind map

Functionele rollen
  •  Aanmoedigen
  •  Communicatie bevorderen
  •  Regels formuleren
  •  Harmonie bewerkstelligen
  •  Compromissen sluiten
  •  Naar meningen vragen om overeenstemming te peilen
  •  Het groepsgevoel onder woorden brengen

Slide 12 - Slide

Geef een voorbeeld van een disfunctionele rol

Slide 13 - Mind map

Disfunctionele rollen
  •  Agressief gedrag tonen
  •  Status van andere groepsleden kleineren
  • Hardnekkig argumenteren
  •  Zonder na te denken ideeën afwijzen
  •  Rivaliteit
  •  Sympathie zoeken voor eigen problemen en lotgevallen
  • De clown uithangen
  •  Erkenning zoeken
  •  Zich demonstratief terugtrekken

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Groepscultuur
De groepscultuur wordt bepaald door de waarden en normen van een groep. 

In iedere groep bestaan normen over gewenst en ongewenst gedrag. We spreken van een groepsnorm als die norm voor de hele groep geldt. 



Slide 16 - Slide

Eigen wijsheden spel:

Slide 17 - Slide

Conformeren
Mensen passen zich van nature aan de groepsnormen aan. Dat heet conformeren. Vrijwillig conformeren zorgt voor een wij-gevoel. 
  • Hoe sterker we ons identificeren met een groep, hoe sneller we neigen naar conformeren
  • Hoe groter een groep, hoe sneller we conformeren (groepsdruk)

Slide 18 - Slide

Even testen
Wie durft?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

welk van onderstaande rollen is een functionele rol?
A
Hardnekkig argumenteren
B
Erkenning zoeken
C
Het groepsgevoel onder woorden brengen
D
Sympathie zoeken voor eigen problemen en lotgevallen

Slide 22 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de term groepstaken?

Slide 23 - Open question

Even checken
Je weet nu wat een groepsproces is.
Je kunt benoemen wat groepstaken zijn
Je kunt benoemen wat groepsrollen zijn
Je kunt benoemen wat de functionele en disfunctionele rollen zijn
Je kunt de term groepscultuur uitleggen

Slide 24 - Slide

Opdracht:

Hoofdstuk 11.2


  • test je kennis 1: a,b,c,d,e
  • Test je kennis 2: a,b 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide