Unit 9 - Quantifiers

Unit 9
Quantifiers
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Unit 9
Quantifiers

Slide 1 - Slide

Quantifiers
Zijn woorden die aantallen aangeven. Voorbeelden:
(too) Many cars - (te) Veel auto's.
(too) Much rice - (te) Veel rijst.
(too) Few cars - (te) Weinig auto's.
(too) Little rice - (te) Weinig rijst
Plenty of time - Genoeg tijd.
Several - Meerdere
A couple of - Een paar.

Slide 2 - Slide

Je moet weten wanneer je welke gebruikt
Dit heeft te maken met 'telbare' en 'niet telbare' woorden.

Slide 3 - Slide

Telbaar en Niet Telbaar
Telbaar = je kan het tellen.
Niet telbaar = je kan het niet tellen.
Telbaar
Niet Telbaar
Auto (1 auto, 2 auto's)
Rijst 
Korreltjes (rijst)
Water/Bier/Eten

Slide 4 - Slide

Telbaar en Niet Telbaar
Telbaar = je kan het tellen.
Niet telbaar = je kan het niet tellen.
Bij Telbaar
Bij Niet Telbaar
(Too) Few 
(Too) Little
(Too) Many
(Too) Much
Several
Plenty of...
A couple of...

Slide 5 - Slide

There is ______ water in the
glass
A
(Too) Many
B
(Too) Much
C
(Too) Few
D
(Too) Little

Slide 6 - Quiz

There is ______ centilitres of
water in the glass
A
(Too) Many
B
(Too) Much
C
(Too) Few
D
(Too) Little

Slide 7 - Quiz

Waarom?
Too many/few centilitres of water. Je kan centiliters tellen.
Too much/little water. Je kan water niet tellen (Je zegt altijd 1 flesje water, 1 liter water, etc. niet 2 waters).

Slide 8 - Slide

I have ____ opinions on FC Twente.
A
Much
B
Few

Slide 9 - Quiz

I have ____ opinions on FC Twente.
A
Many
B
Little

Slide 10 - Quiz

I have ____ pets. 2 dogs and 2 cats.
A
Many
B
Much

Slide 11 - Quiz

I have ____ pets. 2 dogs and 2 cats.
A
Few
B
Little

Slide 12 - Quiz

You scored 2 goals? That's 1 _____ for a hat-trick!
A
Too Few
B
Too Little

Slide 13 - Quiz

Want to go to the pub and grab ____ drinks?
A
A couple of
B
Plenty of

Slide 14 - Quiz

How ____ spaghetti did you put in the bin?
A
Many
B
Much

Slide 15 - Quiz

How ____ pieces of pasta did you put in the bin?
A
Many
B
Much

Slide 16 - Quiz

How ____ people did you invite to the party?
A
Many
B
Much

Slide 17 - Quiz

1 die heel vaak fout gaat
People = Telbaar.
People gebruik je dus met 'Too many' & 'Too few'. 

Slide 18 - Slide

Sleep de woorden waar 'much' bijhoort hierboven
Sleep de woorden waar 'Many' bijhoort hierboven
Many (telbaar)
Much (Niet telbaar)
Rice
Cars
People
Footballs
Water
Hours
Meters
Goals
Salt
Pepper
Snowboards

Slide 19 - Drag question

Vul de juiste in!
There are ______ people here! (Telbaar)
There is ______ salt in this! (Niet telbaar)
Few
Little
Too Few
Too Little
A couple of
Many
Too Many
Too Much
Much

Slide 20 - Drag question