argumentatiestructuur, -schema's en drogredenen schaduwadmin.

Maak de argumentatiestructuur bij deze tekst


Openbaarheid en transparantie van de rechtspraak zijn belangrijke beginselen van de rechtsstaat. Het zonder meer uitzenden van processen is evenwel niet toereikend. Ten eerste is het moeilijk om de privacy te garanderen als zittingen integraal worden uitgezonden en verdachten en slachtoffers duidelijk in beeld komen. Ook is het moeilijk een rechtszaak te volgen zonder kennis van zaken en context. Verkeerd geïnterpreteerde informatie is mogelijk nog schadelijker dan te weinig informatie. Een camera registreert, maar geeft geen commentaar of uitleg.
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Maak de argumentatiestructuur bij deze tekst


Openbaarheid en transparantie van de rechtspraak zijn belangrijke beginselen van de rechtsstaat. Het zonder meer uitzenden van processen is evenwel niet toereikend. Ten eerste is het moeilijk om de privacy te garanderen als zittingen integraal worden uitgezonden en verdachten en slachtoffers duidelijk in beeld komen. Ook is het moeilijk een rechtszaak te volgen zonder kennis van zaken en context. Verkeerd geïnterpreteerde informatie is mogelijk nog schadelijker dan te weinig informatie. Een camera registreert, maar geeft geen commentaar of uitleg.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

C: literatuuronderwijs vs. wiskunde
argumentatieschema o.b.v. vergelijking:
de schrijver zien dat iets wel of niet logisch is, door het te vergelijken met een andere, vergelijkbare situatie. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Drogredenen
Onjuist gebruik van een argumentatieschema of een overtreding van een discussieregel.

Soms expres! Dan is het een retorische truc!!


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is een drogreden?
A
een subjectief argumentatie
B
het belangrijkste argument in een betoog
C
een objectief argument
D
een fout argument

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Doelen van deze les
- Terugblik op de zes argumentatieschema's
- Kennismaken met drogredenen
Deze schema's kun je ook verkeerd gebruiken: drogreden
Tweede vorm van drogredenen: overtreden van een discussieregel.
In totaal zijn er dertien vormen van drogredenen.
Weet jij welke het zijn en kun je ze herkennen?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

ARGUMENTATIESCHEMA 
DROGREDEN

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Welke drogreden? 

Slide 10 - Slide

bespelen van het publiek: het gaat om effect (grappen, populisme, zielig doen, bespotten)
Bespelen van het publiek

Slide 11 - Slide

bespelen van het publiek: het gaat om effect (grappen, populisme, zielig doen, bespotten)
Van welke drogreden is dit een voorbeeld?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Cirkelredenering
Het standpunt wordt ondersteund door het herhalen van het argument.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

 Cirkelredenering
Van een cirkelredenering is sprake wanneer een discussiant een
standpunt onderbouwt door het in andere woorden weer te geven. Als
de discussiant geen andere argumenten geeft, is het tegelijkertijd het
ontduiken van de bewijslast.

Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Overhaaste generalisatie
Het argumentatieschema op basis van voorbeelden wordt onjuist
gebruikt als op basis van te weinig en/of niet-representatieve
voorbeelden een standpunt wordt beargumenteerd.

Ook wel de "wet van de kleine aantallen". Je trekt te snel een conclusie. 

'Mijn opa kan echt niets met een mobieltje. Alle bejaarden zijn digibeet.'

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bespelen van het publiek
Van het bespelen van publiek is sprake wanneer een discussiant een
beroep doet op de emoties van het publiek om het te winnen voor een
standpunt. 

"Elk normaal persoon weet toch dat..."

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vertekenen standpunt
Van het vertekenen van een standpunt is sprake wanneer een
discussiant het standpunt of een argument van een tegenstander onjuist weergeeft of deze een standpunt of argument in de mond legt dat niet is ingenomen

"Dat heb je misschien niet zo slim aangepakt."
"Dus jij zegt dat ik dom ben?"

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke aanval
Van een persoonlijke aanval is sprake wanneer een discussiant niet ingaat op de argumentatie van zijn tegenstander, maar hem
beschuldigt van onkunde, onbetrouwbaarheid of slechte persoonlijke eigenschappen. De discussiant neemt zijn tegenstander daarmee niet serieus als gesprekspartner

'Wat weet jij nou van gezondheid? Je weegt 130 kilo!'

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vals dilemma 
Het argumentatieschema op basis van voor- en nadelen wordt onjuist gebruikt als wordt gesuggereerd of aangenomen dat we moeten kiezen uit twee mogelijkheden met beide even grote nadelige gevolgen, terwijl er nog andere mogelijkheden zijn.

Of je laat je vaccineren of je wordt doodziek


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Van welke drogreden is er in het volgende filmpje sprake?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Van welke drogreden is er in het volgende filmpje sprake?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Extra herhaling argumentatieschema's
Oefen dan de serie die hierna komt!

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Zes argumentatieschema's
Autoriteit
Vergelijking
Voorbeeld
Kenmerk of eigenschap
Oorzaak-gevolg
Voordelen- nadelen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Je mag niet door rood rijden, want dat staat in de wet.
A
Autoriteit
B
Vergelijking
C
Voor-nadelen
D
Oorzaak-gevolg

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Nederland moet meer investeren in duurzaamheid, want Duitsland doet dat ook.
A
Autoriteit
B
Vergelijking
C
Voor-nadelen
D
Kenmerk of eigenschap

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Dat is een goede zanger, want hij zingt altijd zuiver.
Hij heeft een onvoldoende gehaald, want hij heeft niet geleerd
Oorzaak-gevolg
Kenmerk of eigenschap

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Natuurlijk is hij tegen de bio-industrie: hij is vegetariër.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk-eigenschap
D
Oorzaak-gevolg

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Volgens Johan Cruijff moest Ajax meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.
A
Voordelen-nadelen
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar mijn broertje: door de games komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
Autoriteit
B
Oorzaak-gevolg
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Argumentatie op basis van autoriteit.
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg.
Sporten is niet alleen goed voor je lichaam, maar ook voor de geest. Dat wisten de oude Grieken al.
Sporten geeft een geluksgevoel, omdat tijdens het sporten dopamine wordt aangemaakt.

Slide 37 - Drag question

This item has no instructions

Argumentatie op basis van vergelijking.
Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
Ik denk niet dat de prijzen van concertkaartjes veel zullen stijgen, want de prijzen voor theater- en bioscoopkaartjes zijn ook gelijk gebleven.
Subsidiëring van het theater is nodig om kaartjes betaalbaar te houden. Zo kan iedereen kennis maken met cultuur.

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, duizeligheid en hoofdpijn..
Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van kenmerken
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Het argumentatieschema in de uitspraak 'Als je elke dag vlees eet, dan ben je niet bezig met de milieuproblematiek' is:
A
Kenmerk of eigenschap
B
Oorzaak en gevolg
C
Vergelijking
D
Voorbeeld

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Mobiele telefoons moeten tijdens de les uit staan. In het theater en in de bioscoop moet dat namelijk ook.


Van welk argumentatieschema is hier sprake?
A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeeld

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

'Sporten is goed, want daarmee verbeter je je conditie.'
Argumentatieschema:
A
oorzaak-gevolg
B
kenmerk of eigenschap
C
Voordelen
D
autoriteit

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het Broeikaseffect.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

8.
De meeste leerlingen van mijn klas willen nu eenmaal bowlen, dus ik ga me daar niet tegen verzetten. Het is bovendien goedkoper dan paintballen en karten en we kunnen bij de bowlingbaan vrij goedkoop eten.



Noteer de argumentatie in een blokjesschema. Geef bij elke argumentatie aan of deze
enkelvoudig, nevenschikkend, onderschikkend is of een combinatie van die laatste twee.


Stappenplan
1. Noteer het standpunt (altijd bovenaan!)
2. Zet de argumenten op een rijtje (van boven naar onder gebruik je het woordje 'want', van onder naar boven kun je 'dus' gebruiken)
3. Plaats dit alles in een blokjesschema
4. Bekijk of het enkelvoudig, (on)afhankelijk nevenschikkend, onderschikkend of een combi is

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Nog meer oefenen?
Hierna opdrachten met argumentatiestructuren!

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Link

This item has no instructions

timer
3:00

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

F= Meisjes halen hogere cijfers op proefwerken dan jongens
E- Jongens zijn met een 6 al tevreden, meisjes niet
C= Jongens vinden school niet zo belangrijk als meisjes
A. Jongens en meisjes leiden elkaar af.
B. Jongens en meisjes moeten lesstof op een verschillende manier gepresenteerd krijgen

G. Meisjes willen meer leren dan jongens
D. Jongens willen meer doen dan meisjes

i. Meisjes zijn verder in hun geestelijke ontwikkeling dan jongens.
h. Meisjes worden eerder volwassen dan jongens

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions