Noord-Europa

Noord-Europa
Quiz time 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Noord-Europa
Quiz time 

Slide 1 - Slide

Wat is het landschap in IJsland?
A
Savanne
B
Tropisch regenwoud
C
Toendra
D
Pool klimaat

Slide 2 - Quiz

De eurozone? Wat betekent dat?
A
Je kunt in deze landen niet met de euro betalen
B
deze landen zijn lid van de Europese Unie
C
deze landen zijn niet lid van de Europese Unie
D
In deze landen kun je met de euro betalen

Slide 3 - Quiz

In IJsland vind je iets bijzonders met water en warmte. Hoe heet dit fenomeen?
A
Vulkanen
B
Geiser
C
Sauna's
D
Bubbelbad

Slide 4 - Quiz

Een geiser valt onder?
A
Vulkanen
B
Warmwaterbron
C
Waterbron
D
Waterval

Slide 5 - Quiz

welk land is land D?
A
Denemarken
B
Finland
C
Zweden
D
Noorwegen

Slide 6 - Quiz

Welk land is land F?
A
Estland
B
Finland
C
Litouwen
D
Letland

Slide 7 - Quiz

Wat zijn wisselkoersen?
A
De prijs die je betaalt als je een muntsoort wilt kopen
B
de prijs die je betaalt als je munt het niet meer doet
C
De prijs die je betaalt als je digitaal wilt betalen
D
De prijs die je betaalt als je een munteenheid wilt inwisselen voor een andere munteenheid

Slide 8 - Quiz

Wat betekent overbevissing?
A
Er worden geen vissen gevangen
B
Er worden te veel vissen gevangen dan dat er geboren worden
C
Er worden meer vissen geboren dan dat er gevangen worden
D
Er worden te veel vissen gevangen

Slide 9 - Quiz

Welke wateren of
gebieden is nummer 8?
A
Noordzee
B
Scandinavië
C
Atlantische oceaan
D
Oostzee

Slide 10 - Quiz

Welke wateren of
gebieden is nummer 5?
A
Noordzee
B
Oostzee
C
Atlantische Oceaan
D
Noordelijke IJszee

Slide 11 - Quiz

Welke plaats is nummer 4?
A
Helsinki
B
Stockholm
C
Kopenhagen
D
Oslo

Slide 12 - Quiz

Welke plaats is nummer 2?
A
Stockholm
B
Oslo
C
Helsinki
D
Kopenhagen

Slide 13 - Quiz

Wat wordt er bedoelt met welvaart?
A
Welvaart is hoe slecht het met je gaat over geld, werk en bezit
B
Welvaart is hoe goed iemand het heeft
C
Welvaart is hoe goed het gaat op het gebied van geld, werk en bezit
D
Welvaart is hoe goed het met iemand gaat op het gebied van geld

Slide 14 - Quiz

Wat betekent onafhankelijk?
A
Dat betekent dat je zelfstandig bent en dat je zelf beslissingen neemt
B
Iemand anders beslist voor je
C
Jij beslist voor iemand anders
D
De juf of meester beslist voor je

Slide 15 - Quiz

Hoe heet land H?
A
Estland
B
Litouwen
C
Letland
D
IJsland

Slide 16 - Quiz

Wat zijn productiebossen?
A
De bomen staan er gewoon. Dat hebben mensen niet gedaan
B
De bomen staan daar voor de dieren
C
De bomen staan daar voor het beschermen van mensen
D
De bomen staan daar voor het geld. Er wordt geld mee verdient

Slide 17 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat open grenzen betekend?

Slide 18 - Open question

Hoe heet de
bovenste lijn?

Slide 19 - Open question