V5 - Zusammenfassung das schweigende Klassenzimmer

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

V5: Zusammenfassung das schweigende Klassenzimmer

- Ik kan een samenvatting schrijven in het Duits 

- Ik kan werkwoorden vervoegen in het Duits 

Vertaal: bij de verhoren worden de leerling gechanteerd en onder druk gezet.

Erik krijgt de informatie, dat zijn vader met de nazi's heeft gecollaboreerd.

Erik moet zeggen wie der Rädelsführer was, anders wordt alle informatie over zijn vader in de krant gepubliceerd.

Hij zegt dat Kurt het was.

Omdat Kurts Vader Stadtratvorsitzender is, mag Kurt Erik de schuld geven.

Kurt wil dat niet, daarom vlucht hij naar het westen.

Theo wil niet meegaan, omdat hij zijn familie niet kan missen.

De volgende dag zijn alle leerlingen op school, behalve Kurt en Erik.

De leerlingen doen dat niet, allen zeggen dat het hun idee was.

Daarom wordt de hele klas uitgesloten van het eindexamen in de DDR.

De leerlingen moeten kiezen: gaan ze zonder eindexamen in de DDR blijven of vluchten ze naar het westen?

Tussen kerst en nieuwjaar vluchten de meeste leerlingen naar het westen en doen daar hun eindexamen.

Bei den Verhören werden die Schüler erpresst und unter Druck gesetzt. Erik bekommt die Information, dass sein Vater mit den Nazis kollaboriert hat. Sein Vater wurde aufgehängt. Erik muss sagen, wer der Rädelsführer war, sonst wird alle Information über seinen Vater in der Zeitung veröffentlicht. Er sagt, dass es Kurt war.

Da Kurts Vater Stadtratvorsitzender ist, darf Kurt Erik den Schuld geben. Kurt will das nicht, deswegen flieht er in den Westen. Theo will nicht mitkommen, weil er seine Familie nicht vermissen kann. Am nächsten Tag sind alle Schüler in der Schule, außer Kurt und Erik. Jeder Schüler soll sagen, dass Kurt der Rädelsführer war. Die Schüler machen das nicht, alle sagen dass es ihre Idee war. Deswegen wird die ganze Klasse vom Abitur in der DDR ausgeschlossen.

Die Schüler müssen sich entscheiden: werden sie ohne Abitur in der DDR bleiben, oder fliehen sie in den Westen? Zwischen Weihnachten und Neujahr fliehen die meisten Schüler in den Westen und machen dort ihr Abitur.

Wiederholung: Verben (werkwoorden)

Du kannst die richtige Form der Verben bilden :)

basteln (knutselen):
Voltooide tijd. Jullie hebben geknutseld.

wachten
du...

reisen (reizen)
du...

1. reist
2. reisest
3. reisen
4. gereist

jullie zijn

jij hebt

jullie hebben

jij antwoordt

jij bent

wij zijn

reden (praten)
er...

hij had

het was

u was

jij had

Jetzt die Modalverben

Wat betekent mögen?

Wat betekent dürfen?

Enkelvoud: de klinker verandert zich naar welke letter?

dürfen, können, mögen

1. i
2. u
3. e
4. a

Enkelvoud: de klinker bij müssen verandert ook

Naar welke?

1. a
2. u
3. i
4. e

Warum ...... (können) du morgen nicht kommen?

1. könnst
2. kanst
3. kannst
4. kan

Wie lange ....... (mogen) ihr bleiben?

1. darf
2. darft
3. dürft
4. dürftet

Weißt du, ob er Spinat ....... (lekker vindt)?

Er ....... (mogen) bis 12 Uhr ausgehen.

(weten)
Ich ________ nicht, was ich machen soll.

(moeten)
Vom Arzt _________ er Medikamente nehmen.

Verbformen bilden ist für mich...

1. easy!
2. ich muss ein bisschen nachdenken.
3. nicht so einfach.
4. sehr schwer. Ich brauche Hilfe!

Was möchtest du noch mehr üben?