kloktijden + vraagwoorden

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Grammatik B - Kloktijden

De kloktijden zeg je in het Duits bijna altijd op dezelfde manier als in het Nederlands. 

Wat is in het Duits het woord voor kwart / kwartier?

Wat is de vertaling voor het woordje 'half'

1. half
2. halb
3. hallf
4. hallb

Wat is de vertaling voor het woordje 'voor'

1. bevor
2. vor
3. voor

Wat is de vertaling voor het woordje 'over'

1. over
2. na
3. nach

Wat is belangrijk voor de kloktijden?

- Je kent de getallen van 1 t/m 12.

De belangrijkste vertalingen:

- kwart / kwartier = Viertel
- half = halb
- over = nach
- voor = vor

Kloktijd 1

1. Klok A
2. Klok B
3. Klok C
4. Klok D

Kloktijd 2

1. Klok A
2. Klok B
3. Klok C
4. Klok D

Kloktijd 2

1. 15.37
2. 18.00
3. 13.25
4. 09.05

Kloktijden
8:40

1. Es ist zwanzig vor acht
2. Es ist zwanzig nach acht
3. Es ist zwanzig vor neun
4. Es ist acht Uhr vierzig

Kloktijden
12: 05

1. Es ist zwölf Uhr
2. Es ist Viertel nach zwölf
3. Es ist fünf nach zwölf
4. Es ist fünf vor zwölf

Kloktijden
17:00

1. Es ist fünf Uhr
2. Es ist siebzehn hr
3. Es ist fünf uhr
4. Es ist siebzehn Uhr

Kloktijden
6:30

1. Es ist halb sechs
2. Es ist halb sieben
3. Es ist sechs Uhr dreißig
4. Es ist fünf Uhr dreißig

Ik snap de kloktijden:

1. helemaal niet
2. een beetje
3. best al goed
4. goed

Lernziel

Heb je het lesdoel behaald? 

(Lesdoel: Je kent de vraagwoorden en kan ze toepassen)