BLB Lowan thema 2 Het lichaam dag 1 + werkwoorden deel 1

Thema 2: het lichaam
1 / 64
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1,2

This lesson contains 64 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema 2: het lichaam

Slide 1 - Slide

Welke woorden ken je
over het lichaam?

Slide 2 - Mind map

Luister goed!

Slide 3 - Slide

het hoofd

Slide 4 - Slide

het voorhoofd

Slide 5 - Slide

het haar

Slide 6 - Slide

het oor

Slide 7 - Slide

het oog

Slide 8 - Slide

de wimper

Slide 9 - Slide

de wenkbrauw

Slide 10 - Slide

de neus

Slide 11 - Slide

de wang

Slide 12 - Slide

de mond

Slide 13 - Slide

de lip

Slide 14 - Slide

de kin

Slide 15 - Slide

het gezicht

Slide 16 - Slide

Luister goed en zeg het woord na.

Slide 17 - Slide

het hoofd 

Slide 18 - Slide

het voorhoofd 

Slide 19 - Slide

het haar 

Slide 20 - Slide

het oor 

Slide 21 - Slide

het oog 

Slide 22 - Slide

de wimper 

Slide 23 - Slide

de wenkbrauw

Slide 24 - Slide

de neus 

Slide 25 - Slide

de wang

Slide 26 - Slide

de mond

Slide 27 - Slide

de lip

Slide 28 - Slide

de kin

Slide 29 - Slide

het gezicht

Slide 30 - Slide

Korte quiz

Slide 31 - Slide

de lip
het haar
het oor
de neus
het oog
de kin
het hoofd

Slide 32 - Drag question


A
de wenkbrauw
B
het oog
C
het oor
D
de wimper

Slide 33 - Quiz


A
de kin
B
het haar
C
de haar
D
het gezicht

Slide 34 - Quiz


A
de mond
B
de mund
C
de wenkbrauw
D
het oog

Slide 35 - Quiz


A
de kin
B
de neus
C
het gezicht
D
het gezegd

Slide 36 - Quiz


A
de mond
B
het uur
C
het oog
D
het oor

Slide 37 - Quiz

Wat hoor je?

Slide 38 - Open question

Wat hoor je?

Slide 39 - Open question

Wat hoor je?

Slide 40 - Open question

Wat hoor je?

Slide 41 - Open question

Wat hoor je?

Slide 42 - Open question

hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen
hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen
oren, ogen, wangen, mond en neus
hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen



Hoofd, schouders, knie en teen

Slide 43 - Slide

Werkwoorden deel 1
Welk werkwoord is dit?

Slide 44 - Slide

?

Slide 45 - Slide

pakken

Slide 46 - Slide

?

Slide 47 - Slide

wijzen naar

Slide 48 - Slide

?

Slide 49 - Slide

leren

Slide 50 - Slide

?

Slide 51 - Slide

staan

Slide 52 - Slide

?

Slide 53 - Slide

zitten

Slide 54 - Slide

?

Slide 55 - Slide

kijken naar

Slide 56 - Slide

Werkwoorden vervoegen
Het hele werkwoord is pakken
Onderwerp (wie)
Vorm
Spelling
Ik
stam
pak
Jij / hij / zij
stam + t
pakt
Wij / jullie / zij
hele werkwoord
pakken

Slide 57 - Slide

Werkwoorden vervoegen
Het hele werkwoord is wijzen naar
Onderwerp (wie)
Vorm
Spelling
Ik
stam
wijs naar
Jij / hij / zij
stam + t
wijst naar
Wij / jullie / zij
hele werkwoord
wijzen naar
Bij ik/jij/hij/zij/u wordt de z een s

Slide 58 - Slide

Werkwoorden vervoegen
Het hele werkwoord is leren
Onderwerp (wie)
Vorm
Spelling
Ik
stam
leer
Jij / hij / zij
stam + t
leert
Wij / jullie / zij
hele werkwoord
leren
Je hoort de 'ee'.

Slide 59 - Slide

Werkwoorden vervoegen
Het hele werkwoord is staan
Onderwerp (wie)
Vorm
Spelling
Ik
stam
sta (je zegt 'aa')
Jij / hij / zij
stam + t
staat
Wij / jullie / zij
hele werkwoord
staan

Slide 60 - Slide

Kijk de volgende video.

Slide 61 - Slide

Slide 62 - Video

Je ziet het woord in het Nederlands.
Schrijf het woord ernaast in jouw taal. 

Slide 63 - Slide

Maak je werkboek dag 1.

Klaar? Maak oefenen.nl (spelling en werkwoorden)

Iedereen klaar? Nakijken.


Aan de slag

Slide 64 - Slide