Ontwikkelingspsychologie Peuter

De peuter (18 mnd-4 jr)
Hoofdstuk 4
Ontwikkelingspsychologie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De peuter (18 mnd-4 jr)
Hoofdstuk 4
Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Slide

De ouders van de baby zwaaien elke keer bij het weggaan. De baby aapt dit na.

Van welke manier van leren is sprake?
timer
0:30
A
Ervaringsleren
B
Herhalingsleren
C
Imiterend leren

Slide 2 - Quiz

Exploratiedrang houdt in.....
timer
0:30
A
Drang om je te hechten
B
Drang om te ontdekken
C
Manier van denken
D
Manier van hechting

Slide 3 - Quiz

Een reflex is:
timer
0:30
A
Het beheersen van spieren
B
Doelgerichte beweging of reactie
C
Een reactie of beweging die zich automatisch voltrekt

Slide 4 - Quiz

De leerdoelen 
  • De student  kan  de vijf ontwikkelingsgebieden van de peuter uitleggen. 
  • De student kan kan de manieren van denken en spelen van de peuter onderscheiden.
  • De student kan uitleggen wat de koppigheidsfase is en egocentrisme. 

Slide 5 - Slide

Waar denk je aan
bij het woord peuter?

Slide 6 - Mind map

Lichamelijke & motorische ontwikkeling
  •  18 maanden tot 2 jaar: 
          - Ontwikkeling mobiliteit --> van kleine onzekere stappen naar traplopen. 
         - Ontwikkeling van de fijne motoriek --> toren bouwen van blokken en
 eerste krassen tekening. 

  • 2 tot 4 jaar:
          -Verdere ontwikkeling grove motoriek  (springen, hinkelen)
          - Verdere ontwikkeling fijne motoriek 
             (knippen, vormen en poppetjes tekenen ) 

Slide 7 - Slide

Cognitieve ontwikkeling
  • Exploratiedrang= de dringende behoefte bij de peuter om de wereld te leren ontdekken 
  • Het denken van een peuter:
  1. Concreet denken
  2. Magisch denken
  3. Animistisch denken

Vaardigheden worden vooral aangeleerd door rijpingsprocessen.
Taalontwikkeling:
  1. Tweewoordzinnen
  2. Driewoordzinnen
  3. Waarom vragen om de wereld te begrijpen

Slide 8 - Slide

Spelsoorten peuters (sociale ontwikkeling)
  • Parallel spel: manier van spelen waarbij een peuter niet met, maar naast elkaar speelt
  • Bewegingsspel: spelsoort waarbij de motorische activiteit op de voorgrond staat.
  • Imitatiespel: spelvorm waarin het nabootsen van gedrag centraal staat. 
  • Constructiespel: spelsoort waarbij het bouwen/maken van iets centraal staat. 
 
 

Slide 9 - Slide

Emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling
  • Ik besef (vanaf 1,5 jaar) 
  • Egocentrisme: het onvermogen zich in anderen te verplaatsen en in anderen in te leven.
  •  Koppigheidsfase (peuterpuberteit)
       

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Seksueel ontwikkelingsgebied
  • Leren kennen van eigen lichaam
  • Besef jongen/meisje
  • Geen schaamtegevoel

  • Zindelijk worden
  • Anale fase --> beginnend gevoel dat de peuter zelf invloed kan uitoefenen

Slide 12 - Slide

Constructiespel
Imitatiespel
Bewegingsspel

Slide 13 - Drag question

Peuters denken op verschillende manieren: concreet, magisch en animistisch. Geef bij elke manier één voorbeeld.

Slide 14 - Open question

Wat vond je van de les?
Geef minimaal één tip en één top.

Slide 15 - Open question

Huiswerk 
De rest van h4.

Slide 16 - Slide