VWO 2 Thema 1 B7 t/m 9

1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhaling B7
Leerdoel B7:
Je moet de schadelijke effecten van tabaksrook op je lichaam kunnen beschrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

 * additieven

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

 = kankerverwekkend

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

= meeroken
Wanneer je een half uur in een kleine ruimte zit waar iemand rookt (bijv een auto)  is het net alsof je zelf hebt gerookt.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tussen welke aanhechtingsplaatsen bevindt zich een spier die bij samentrekking een inademing veroorzaakt? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Slide

Samentrekken van een spier zorgt ervoor dat de spier korter wordt. Bij borstademhaling gaan de ribben en het borstbeen omhoog bij inademen. Door het samentrekken van een spier moeten de ribben en het borstbeen dus omhoog gaan. De lichte tekening geeft de ingeademde toestand aan. De afstanden Q-R en P-S zijn gelijk gebleven in de lichte tekening, de afstand P-R is groter geworden, alleen de afstand Q-S is kleiner geworden. Dat is dus de plek waar het samentrekken van een spier leidt tot een kleinere afstand.
Wordt astma door roken veroorzaakt?
En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Stoffen in sigarettenrook
A
nicotine
B
nicotine, teer, koolstofmono-oxide
C
nicotine en teer

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Passief roken of meeroken is
A
om de beurt een trekje van de sigaret nemen
B
tegelijk een sigaret opsteken
C
de rook inademen van een roker

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke aditieven zitten er o.a. in een sigaret?
A
suiker
B
cacao
C
suiker en cacao
D
geen van beide

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet koolstofmono-oxide die in een sigaret zit?
A
Het is verslavend
B
Het knijpt je bloedvaten samen
C
Het maakt je longen zwart
D
Het neemt de plek van zuurstof in

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is géén actie van de overheid om roken tegen te gaan
A
extra belasting heffen op sigaretten
B
roken verbieden in openbare ruimten
C
reclame voor roken verbieden
D
roken verbieden op terrassen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor weet je of je aan roken verslaafd bent?
A
je bent lichamelijk afhankelijk
B
je bent lichamelijk en geestelijk afhankelijk
C
je bent geestelijk afhankelijk

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Vragen?
Opdracht 27 t/m 29

Open vraag 29 op je Ipad

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel B8
Je moet de bouw en werking van de stembanden kunnen beschrijven

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Bouw strotten-hoofd

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De stembanden

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

De stemspleet

Om geluid te maken breng je de stembanden dichtbij elkaar.

Hoe strakker ze staan hoe meer trilling.

Hoe meer trilling hoe hoger het geluid.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Herkenbare klanken maken
Door de stand van:

tong
tanden
lippen
mondholte

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

De stembanden liggen in het strottenhoofd.

A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Als de stemspleet helemaal open staat maak je dan wel of geen geluid?
A
wel
B
geen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Welke onderdeel/onderdelen bewegen de stembanden naar elkaar toe of van elkaar weg?
A
Schildkraakbeen
B
Kraakbekerbeentjes
C
Bekerkraakbeentjes
D
Tongbeen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Als je een hoger geluid maakt, dan trillen de stembanden langzamer of sneller?
A
langzamer
B
sneller

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Waarvan is het volume (hardheid) van je stem afhankelijk?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Leerdoel B9
Je moet kunnen omschrijven wat het ademvolume, de vitale capaciteit, restvolume en het longvolume is

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel lucht adem je in en uit?
Met een spirometer kun je metingen aan je ademhaling doen. Een longarts kan dan zien of je longen goed werken.

Dode ruimte = de lucht in de neusholte, keelholte, luchtpijp en brochiën

Deze lucht bereikt je longblaasjes niet (ongeveer 150ml)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel lucht adem je in en uit?
- Ademvolume = hoeveelheid lucht die per rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd

- Vitale capaciteit = hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd

- Longvolume = het restvolume en de vitale capaciteit bij elkaar

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel lucht adem je in en uit?
- Inspiratoir reservevolume = lucht die bij een diepe inademing extra wordt ingeademd

- Expiratoir reservevolume = lucht die bij een diepe uitademing extra wordt uitgeademd

- Restvolume = lucht die na diepe  uitademing achterblijft in de longen 


Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Leren B8 en 9
Maken Opdracht 31 en 32 op je Ipad

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
Hoeveelheid lucht die je extra kunt inademen bij diepe inademing
Deel van je ademhalingsstelsel waarvan de lucht niet de longblaasjes bereikt (ongeveer 150ml)
Hoeveelheid lucht die je extra kunt uitademen bij diepe uitademing
Hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na zo diep mogelijke uitademing
Hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
Totale inhoud van de longen
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolum
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Dode ruimte
Longvolume

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

1
2
4
5
6
7
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolume
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Longvolume

Slide 40 - Drag question

This item has no instructions

Op de volgende pagina's vind je nog extra oefenvragen over:
- Roken
- Gaswisseling
-Verbranding en ademhaling

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Link

This item has no instructions

Slide 43 - Link

This item has no instructions

Slide 44 - Link

This item has no instructions