H4.6 Zwangerschap (en geboorte)

Zwangerschap en geboorte
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with text slides.

Items in this lesson

Zwangerschap en geboorte

Slide 1 - Slide

Leerdoelen


  • 4.6.12 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
  • 4.6.13 Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
  • 4.6.14 Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.
  • 4.8.16 Je kunt beschrijven hoe een bevalling verloopt.

Slide 2 - Slide

Deze les
Samen lezen 
Pak je agenda - Huiswerk woensdag   
maken en leren § 4.6  en § 4.8

Klaar? leren voor de toets
uitleg zwangerschap en geboorte


timer
15:00

Slide 3 - Slide

Puberteit
groeispurt
hormonen
Geslachtskenmerken

Slide 4 - Slide

Menstruatiecyclus
Vruchtbare periode

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Bevruchting
Een eicel wordt bevrucht in de eileider, waarna innesteling in de baarmoeder plaatsvindt. 

Bevruchting door een spermacel. 

We noemen de bevruchte eicel een zygote.

Slide 7 - Slide

Deling en innesteling

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Na innesteling

We noemen de bevruchte eicel een embryo.

De ontwikkeling gaat verder.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vorming van placenta
Bestaat uit weefsels van moeder en van het embryo.

Zuurstof + voedingstoffen naar de embryo.

Koolstofdioxide + afvalstoffen naar de moeder.

Maar ook ziekteverwekkers, alcohol, nicotine...

Slide 12 - Slide

vruchtvliezen en vruchtwater
  • Vruchtvliezen liggen om het embryo heen. 
  • In de vruchtvliezen bevindt zich het vruchtwater.
  • Het embryo ligt in het vruchtwater. 
  • Het vruchtwater beschermt het embryo tegen stoten, uitdroging en wisseling van temperatuur. 
  • Het embryo kan in het vruchtwater gemakkelijk bewegen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Navelstreng
  • De navelstreng is de verbinding tussen placenta en embryo.
  • De navelstreng zorgt dat het embryo voedingsstoffen krijgt. 
  • Afvalstoffen van het embryo gaan via de navelstreng naar de placenta. 

Slide 15 - Slide

Navelstreng
Navelstrengslagaders: zuurstofarm.
Navelstrengaders: zuurstofrijk

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Foetus
Na 8 weken noemen we het kind een een foetus.

Bij zowel embryo als foetus werken de hersenen, spieren, hart en bloedvaten al.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

20 weken echo


Pretecho

Slide 20 - Slide

NIPT test vanaf 11 weken
NIPT: Non-Invasieve Prenatale Test (=bloedonderzoek moeder)
NIPT

Slide 21 - Slide

Tweelingen


  • twee-eiige tweeling
  • eeneiige tweeling

Slide 22 - Slide

Geboorte

Slide 23 - Slide

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- De ontsluiting
- De uitdrijving
- De nageboorte

Slide 24 - Slide

De ontsluiting
  • De bevalling begint met weeën
  • Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoederwand. 
  • Door de weeën wordt de onderkant van de baarmoeder wijder.
  • Dat heet ontsluiting.
  • Tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen. 
  • Vruchtwater vloeit via de vagina weg.
  • De ontsluiting moet groot genoeg zijn om het hoofdje erdoor te laten. 

Slide 25 - Slide

De uitdrijving
De weeën worden steeds krachtiger. 
De spieren in de buikwand gaan zich nu ook samentrekken. 
Door de persweeën wordt het kindje naar buiten geperst. 
Dit heet uitdrijving.
De uitdrijving kan een paar seconden duren, maar ook een paar uur. 

Slide 26 - Slide

Bij de baby
  • Eerst worden restjes slijm uit de mond van de baby gehaald zodat hij/zij goed kan ademhalen. 
  • Dan wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. 
  • De baby begint meteen te huilen. Dat is prima! Dan is de ademhaling goed op gang gekomen. 

Slide 27 - Slide

fase 3: de nageboorte
Na de uitdrijving is het kindje wel geboren, maar de bevalling is nog niet helemaal klaar.
Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden. 
de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte.
Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje. 

Slide 28 - Slide

Na de geboorte

Slide 29 - Slide

De navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af. 
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik. 
Dit is de navel.

Slide 30 - Slide

Normale ligging
(hoofdje komt eerst) 

Stuitligging
(kontje of voetjes komen eerst) 

Slide 31 - Slide

Leerdoelen


  • 4.6.12 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
  • 4.6.13 Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
  • 4.6.14 Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.
  • 4.8.16 Je kunt beschrijven hoe een bevalling verloopt.

Slide 32 - Slide

Aan de slag

maken en leren § 4.6  en § 4.8

Klaar? leren voor de toets



Slide 33 - Slide