Klas 2. H5 §1 Industrie en samenleving / §2 De sociale kwestie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Klas 2 Geschiedenis

§5.1 Industrie en samenleving

§5.2 De sociale kwestie

Over deze les

Tijdens deze les kijk je een Histoclips-aflevering over de Industriële Revolutie (15 min.) Daarna beantwoord je een aantal vragen.

Aan het eind van deze LessonUp heb je in vogelvlucht de stof van §5.1 en 5.2 bestudeerd. 

Vragen

Bij de vragen die hierna volgen, heb je soms je geschiedenisboeken nodig om een en ander op te zoeken. Pak die er nu dus even bij!

§5.1 blz. 120-123

§5.2 blz. 124-126

1

2

3

4

In de landbouwsector was minder werkgelegendheid.

De bevolking groeide.

Meer mensen gingen werken in de industrie.

De productie van de landbouw nam toe door gebruik van betere methodes en werktuigen.

Op welke manier versterkten de industrialisatie, verstedelijking en bevolkingsgroei elkaar?

1. De bevolkingsgroei zorgde voor steeds meer arbeidskrachten voor de fabrieken.
2. De bevolkingsgroei zorgde ervoor dat er minder consumenten waren voor de industrieproducten.
3. De industrialisatie zorgde ervoor dat veel mensen geld verdienden en dat de bevolking groeide.

Op welke manier versterkten de industrialisatie, verstedelijking en bevolkingsgroei elkaar?

1. De industrialisatie zorgde ervoor dat veel werkloze arbeiders naar het platteland trokken.
2. De toenemende landbouwproductie zorgde voor minder werk op het platteland.

Lees bron 5 op blz. 131 in je werkboek. Is de bron volgens jou betrouwbaar? Leg je antwoord uit.

Deze prent is getekend door Albert Hahn. Beschrijf de belangrijkste elementen van de afbeelding.

Leg uit wat Albert Hahn met de prent duidelijk wilde maken.

Lees 'Armenzorg' en 'Sociale wetten' (blz. 125-126). Bekijk afbeeldingen 11, 14 en 15. Wat was de sociale kwestie? Leg in je eigen woorden uit.

Leg het verband uit tussen de industrialisatie en de sociale kwestie.

Wat was de definitie van een revolutie ook alweer?Vind je de term 'Industriële Revolutie' goed gekozen? Leg uit waarom wel of waarom niet.

Klaar!

Zodadelijk bespreken we een aantal van deze vragen, de rest volgt volgende week. Daarna gaan we verder met nieuwe paragrafen.