nova max - 3m - §1.4 - mengsels

Vorige paragraaf
  • Zuivere stoffen en mengsels

  • Een zuivere stof bestaat uit maar één soort molecuul!
  • Smeltpunt of kookpunt

  • Een mengsel bestaat uit 2 (of meer) soorten moleculen!
  • Smelttraject of kooktraject
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vorige paragraaf
  • Zuivere stoffen en mengsels

  • Een zuivere stof bestaat uit maar één soort molecuul!
  • Smeltpunt of kookpunt

  • Een mengsel bestaat uit 2 (of meer) soorten moleculen!
  • Smelttraject of kooktraject

Slide 1 - Slide

Welke van de twee onderstaande grafieken hoort bij een zuivere stof?
A
B

Slide 2 - Quiz

Welke van de twee onderstaande grafieken hoort bij een mengsel?
A
B

Slide 3 - Quiz

§1.4: Mengsels
  • Je kunt uitleggen wat een oplossing is.
  • Je kunt uitleggen wat een suspensie is.
  • Je kunt uitleggen wat een emulsie is.
  • Je kunt herkennen of een mengsel een oplossing, een suspensie of een emulsie is.
  • Je kunt voorbeelden van de verschillende typen mengels noemen. 
p. 35

Slide 4 - Slide

Soorten mengsels
  • Bijna alles is een mengsel
  • Lucht, koffie, sausjes, snoep

  • Oplossingen
  • Suspensies
  • Emulsies

Slide 5 - Slide

Oplossingen
  • In een oplossing zijn moleculen gelijkmatig verdeeld.
  • Je kunt de stof niet meer zien, dus zijn altijd helder. 
  • Soms hebben ze nog een kleurtje.

  • Je kunt vaste stoffen, vloeistoffen en gassen oplossen.
  • Bijvoorbeeld champagne

Slide 6 - Slide

Oplossingen
  • In een oplossing zijn moleculen gelijkmatig verdeeld.
  • Je kunt de stof niet meer zien, dus zijn altijd helder. 
  • Soms hebben ze nog een kleurtje.

  • Je kunt vaste stoffen, vloeistoffen en gassen oplossen.
  • Bijvoorbeeld champagne

Slide 7 - Slide

Oplossingen
  • In een oplossing zijn moleculen gelijkmatig verdeeld.
  • Je kunt de stof niet meer zien, dus zijn altijd helder. 
  • Soms hebben ze nog een kleurtje.

  • Je kunt vaste stoffen, vloeistoffen en gassen oplossen.
  • Bijvoorbeeld champagne
  • Maar ook thee, koffie, en frisdrank.

Slide 8 - Slide

Suspensies
  • In een suspensie zweven fijne vaste deeltjes in een vloeistof.
  • Een suspensie is troebel, dus je kunt er niet doorheen kijken.
  • Het heeft altijd een kleurtje (wit is ook een kleur!).
  • Na een tijdje zakken de vaste deeltjes, dit heet bezinken.


  • Bijvoorbeeld zand in water of sinaasappelsap

Slide 9 - Slide

Suspensies
  • In een suspensie zweven fijne vaste deeltjes in een vloeistof.
  • Een suspensie is troebel, dus je kunt er niet doorheen kijken.
  • Het heeft altijd een kleurtje (wit is ook een kleur!).
  • Na een tijdje zakken de vaste deeltjes, dit heet bezinken.


  • Bijvoorbeeld zand in water of sinaasappelsap

Slide 10 - Slide

Emulsies
  • In een emulsie zweven druppeltjes vloeistof in een vloeistof.
  • Door de druppeltjes is de vloeistof altijd troebel.
  • Het heeft altijd een kleurtje.
  • Na een tijdje scheiden de vloeistoffen weer.
  • Met een emulgator blijven ze een mengsel.

  • Bijvoorbeeld mayonaise

Slide 11 - Slide

Emulsies
  • In een emulsie zweven druppeltjes vloeistof in een vloeistof.
  • Door de druppeltjes is de vloeistof altijd troebel.
  • Het heeft altijd een kleurtje.
  • Na een tijdje scheiden de vloeistoffen weer.
  • Met een emulgator blijven ze een mengsel.

  • Bijvoorbeeld mayonaise

Slide 12 - Slide

Oplossing
Suspensie
Emulsie

Slide 13 - Drag question

Oplosmiddelen
  • In een oplosmiddel  kunnen stoffen oplossen.
  • Vaak gebruik je (gedestilleerd) water als oplosmiddel

  • Wasbenzine (vet)
  • Alcohol (vet)
  • Aceton (nagellak)
  • Terpentine (verf)

Slide 14 - Slide

Oplosmiddelen
  • In een oplosmiddel  kunnen stoffen oplossen.
  • Vaak gebruik je (gedestilleerd) water als oplosmiddel.

  • Wasbenzine (vet)
  • Alcohol (vet)
  • Aceton (nagellak)
  • Terpentine (verf)

Slide 15 - Slide

Samenvatting
  • We kennen nu verschillende soorten mengsels
  • Voorbeelden van mengsels zijn oplossingen, suspensies en emulsies
  • Oplossingen zijn altijd helder, en kunnen soms een kleur hebben.
  • Niet alles lost op in water, dus voor sommige stoffen gebruik je ander oplosmiddelen.
  • Suspensies zijn altijd troebel, dus niet helder, hebben fijne vaste deeltjes rondzweven, en hebben altijd een kleur.
  • Na een tijdje zullen de vaste deeltjes in een suspensie bezinken, wat betekent dat ze zakken naar de bodem.
  • Emulsies zijn troebel, dus niet helder, en is een mengsel van niet oplossende vloeistoffen.
  • Om emulsies gemengd te laten blijven voeg je vaak een emulgator toe.

Slide 16 - Slide

(Huis)werk
Opgaven 1 t/m 13 uit §1.4 Mengsels.

Slide 17 - Slide