KGT1 Kern les 5 Spelling/Grammatica deel 1


Lesdoel hst 5

Bespreken van de tekst

Aan de slag!

Woorden les 5

Huiswerk en planning


Op tafel: laptop, Kern-boek & schrift  
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Lesdoel hst 5

Bespreken van de tekst

Aan de slag!

Woorden les 5

Huiswerk en planning


Op tafel: laptop, Kern-boek & schrift  

Slide 1 - Slide

LES 5 
Lesdoel
Je leert hoe je werkwoorden vindt in een zin 
Spelling/grammatica

Slide 2 - Slide

Wat staat er altijd in een goede zin?

Slide 3 - Mind map


Dit hoofdstuk gaat over
 
werkwoorden

 in een zin 

Slide 4 - Slide

Vul de goede vorm van het werkwoord 'werken' in deze zin in:
Mo wil later graag voor de politie .....

Slide 5 - Open question

Vul de goede vorm van het werkwoord 'werken' in deze zin in:
...... jij thuis veel voor school?

Slide 6 - Open question

Vul de goede vorm van het werkwoord 'werken' in deze zin in:
Hij ...... aan de provinciale wegen.

Slide 7 - Open question

Vul de goede vorm van het werkwoord 'werken' in deze zin in:
Jongens, jullie hebben vandaag goed ......

Slide 8 - Open question

Vul de goede vorm van het werkwoord 'werken' in deze zin in:
Wij ....gisteren hard aan onze conditie.

Slide 9 - Open question

Vul de goede vorm van het werkwoord 'werken' in deze zin in:
Ajax ... hard voor een zege.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

In deze zin is het woord wensen een werkwoord:

Ik heb niets te wensen voor mijn verjaardag, want ik ben een gelukkig mens.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 12 - Quiz

In deze zin is het woord wensen een werkwoord:

Met Kerst stuur ik mijn familie kerstkaarten met daarin wensen.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 13 - Quiz

Aan de slag 
Vraag 5 + 6 

Anders huiswerk voor vrijdag

Slide 14 - Slide

Vraag 5 en 6 
5. Schrijf, Doe, Schrijf, Laat, drogen, houdt over, Zet aan, Ga, verschijnt, gebeurt, is, zitten, worden, omgezet, is, werkt.

6. schrijven, doen, laten, drogen, overhouden, aanzetten, gaan, verschijnen, gebeuren, zijn, zitten, worden, omzetten, werken.

Slide 15 - Slide

provinciale -  van de provincie

in feite -   feitelijk of inderdaad 

blanco - onbeschreven 

de zege -  de overwinning 

fors - groot en stevig 

omzetten - veranderen 
Woorden
les 5

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Wat?
Kies uit de onderstaande opdrachten
Hoe?
Verder werken met Numo of lezen in je leesboek. Je mag ook met quizlet de woorden oefenen
Tijd?
De rest van het lesuur

Slide 17 - Slide

-Ik weet dat elke goede zin één of meer werkwoorden heeft.

Ik kan de werkwoorden in een zin herkennen. 
Doel bereikt?

Slide 18 - Slide

Huiswerk + plannen
Schrijf je huiswerk in je Plenda

Hak je huiswerk in stukjes en verdeel
over de dagen vóórdat het af moet zijn




Was je afwezig?
Schrijf je huiswerk over uit Magister in je Plenda en plan zoals hierboven beschreven

Slide 19 - Slide

Pluspunten & kluspunten?

Voor jezelf
Voor de klas
Voor de docent

Slide 20 - Slide