Spelling afronden par4 en start ww-spelling

Programma
Boekentoets in week 47 over 2 boeken!!!: 20/21 november

1) Huiswerk bespreken
2) Herhalingsopdrachten ww-spelling
3) Theorie ww-spelling + gebiedende wijs

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Programma
Boekentoets in week 47 over 2 boeken!!!: 20/21 november

1) Huiswerk bespreken
2) Herhalingsopdrachten ww-spelling
3) Theorie ww-spelling + gebiedende wijs

Slide 1 - Slide

Bespreken opdracht 1, 3 en 4 op blz. 254-255
+ zelfbedachte voorbeelden bij het koppelteken

Slide 2 - Slide

Keuze-opdracht 
Begin meteen
Eerst uitleg dan maken
Maak online de herhalingsopdrachten werkwoordspelling van Cursus 7, paragraaf 9, opdracht 1 t/m 6 + opdracht 8
Doe mee met de klassikale uitleg en maak daarna online de herhalingsopdrachten werkwoordspelling van Cursus 7, paragraaf 9 + opdracht 1 t/m 6 + opdracht 8

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
De sterke werkwoorden houden zich dus niet aan regels, zoals de zwakke. Je moet dus leren/weten wat de verleden tijd en het voltooid deelwoord is. Het voordeel is wel dat je ze schrijft, zoals je ze hoort (zo kort en eenvoudig mogelijk) en dat je door het woord langer te maken, weet of je een -d of -t aan het eind moet schrijven!
Persoonsvorm?
pvtt:
- ik-vorm
- ik-vorm +t
- hele ww
pvvt:
- ik-vorm+
de/te
-ik-vorm +
den/ten

't ex-kofschip
volt.dw
(hulpww)
-langer maken
-d/t
't ex-
kofschip
onv. dw

- hele ww. + d
inf.

- hele
ww.
geb.
wijs

- ik-vorm
JA
NEE
bijvoeglijk naamw.
zo kort mogelijk

Slide 4 - Slide

Programma (lesuur 2)
Toets spelling: maandag 30 oktober
(cursus 7, par. 1, 2, 4, 9 en 11)

1) Stil lezen
2) Extra oefenen met LessonUp
3) Theorie spelling Engelse werkwoorden
4) Opdrachten/huiswerk


Slide 5 - Slide

Stil lezen

Slide 6 - Slide

Zulke gouden oorbellen kosten/kostten vroeger een vermogen.
A
kosten
B
kostten

Slide 7 - Quiz

Waar gingen die verklede/verkleedde carnavalsvierders eigenlijk naartoe?
A
verklede
B
verkleedde

Slide 8 - Quiz

Onze kok zal het eten bereidden/bereiden voor zo’n driehonderd genodigden.
A
bereidden
B
bereiden

Slide 9 - Quiz

Dat de geheime dienst de aanslag heeft verijdeld/verijdelt, getuigd, getuigt van waakzaamheid.
A
verijdeld, getuigd
B
verijdeld, getuigt
C
verijdelt, getuigd
D
verijdelt, getuigt

Slide 10 - Quiz

Unicef ontfermd/ontfermt zich over weeskinderen en verzorgd/verzorgt ze.
A
ontfermd, verzorgd
B
ontfermd, verzorgt
C
ontfermt, verzorgd
D
ontfermt, verzorgt

Slide 11 - Quiz

Bij de volgende sleepopdracht sleep je de vervoegde werkwoorden naar de juiste werkwoordsvorm!
Let op: Je mag elke werkwoordsvorm maar 1 keer gebruiken!

Slide 12 - Slide

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
infinitief
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
zong
gezongen
zingend
zingt
zingen

Slide 13 - Drag question

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
infinitief
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
durvend
durft
durfde
durven
gedurfd

Slide 14 - Drag question

De winnaar van de game had zijn punten niet opgeslagen.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
had
opgeslagen

Slide 15 - Drag question

Henk gaat elke dag fietsend naar zijn werk.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
gaat
fietsend

Slide 16 - Drag question

Drink altijd voldoende water na de training.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
drink

Slide 17 - Drag question

Anton heeft altijd spijt gehad van de gemiste kansen.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
heeft
gehad
gemiste

Slide 18 - Drag question

Van mijn ouders mocht ik tot 11 uur op het verjaardagsfeestje blijven.
pvtt
infinitief
pvvt
geb.wijs
vd
od
bn
mocht
blijven

Slide 19 - Drag question

Theorie spelling Engelse werkwoorden
De spellingregels zijn hetzelfde als bij de regelmatige/zwakke werkwoorden!
Let wel op de volgende zaken:
  • De ik-vorm maak je door -en of -n  van het werkwoord af te halen. (Ik relax/Ik race)
  • Als de ik-vorm dan eindigt op een dubbele medeklinker dan schrijven we er maar 1, behalve als we het nog op z'n Engels uitspreken. (Ik basketbal <> Ik paintball)

Slide 20 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
De sterke werkwoorden houden zich dus niet aan regels, zoals de zwakke. Je moet dus leren/weten wat de verleden tijd en het voltooid deelwoord is. Het voordeel is wel dat je ze schrijft, zoals je ze hoort (zo kort en eenvoudig mogelijk) en dat je door het woord langer te maken, weet of je een -d of -t aan het eind moet schrijven!
Persoonsvorm?
pvtt:
- ik-vorm
- ik-vorm +t
- hele ww
pvvt:
- ik-vorm+
de/te
-ik-vorm +
den/ten

't ex-kofschip
volt.dw
(hulpww)
-langer maken
-d/t
't ex-
kofschip
onv. dw

- hele ww. + d
inf.

- hele
ww.
geb.
wijs

- ik-vorm
JA
NEE
bijvoeglijk naamw.
zo kort mogelijk

Slide 21 - Slide

Opdrachten maken

Maak op blz. 262-263 opdracht 1, 2 en 3 van paragraaf 11: Engelse werkwoorden

Als je de online opdrachten (1 t/m 6 + opdracht 8) van paragraaf 9 nog niet af hebt, dan is dat ook huiswerk!

Slide 22 - Slide