Ontdek het Imperfectum in het Latijn

Ontdek het Imperfectum in het Latijn
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdek het Imperfectum in het Latijn

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je het Imperfectum herkennen, zelf een Imperfectum maken en kenmerken noemen van het Imperfectum.

Slide 2 - Slide

Geef de leerdoelen aan het begin van de les, zodat de leerlingen weten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet je al over het Imperfectum in het Latijn?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het Imperfectum?
Het Imperfectum is een werkwoordstijd in het Latijn die wordt gebruikt om een actie in het verleden te beschrijven die regelmatig of herhaaldelijk plaatsvond.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat het Imperfectum is en geef voorbeelden.
Hoe herken je het Imperfectum?
Het Imperfectum herken je aan de uitgangen -bam, -bas, -bat, -bamus, -batis, -bant.

Slide 5 - Slide

Laat de leerlingen deze uitgangen opschrijven en geef voorbeelden.
Zelf een Imperfectum maken
Maak een Imperfectum van het werkwoord 'amare' (houden van).

Slide 6 - Slide

Laat de leerlingen individueel werken en hun antwoorden delen met een partner.
Kenmerken van het Imperfectum
Het Imperfectum heeft vaak een langere tijdsduur dan het Perfectum en beschrijft een actie die in het verleden meerdere keren is gebeurd.

Slide 7 - Slide

Leg de kenmerken van het Imperfectum uit en geef voorbeelden.
Oefening: Imperfectum of Perfectum?
Vul de juiste werkwoordstijd in: Imperfectum of Perfectum?

Slide 8 - Slide

Laat de leerlingen individueel werken en hun antwoorden vergelijken met een partner.
Wanneer gebruik je Imperfectum?
Het Imperfectum gebruik je om te beschrijven wat er gebeurde in het verleden. Het beschrijft een actie die in het verleden meerdere keren is gebeurd.

Slide 9 - Slide

Leg uit wanneer je het Imperfectum gebruikt en geef voorbeelden.
Samenvatting
Het Imperfectum is een werkwoordstijd in het Latijn die wordt gebruikt om een actie in het verleden te beschrijven die regelmatig of herhaaldelijk plaatsvond. Het Imperfectum herken je aan de uitgangen -bam, -bas, -bat, -bamus, -batis, -bant. Het Imperfectum heeft vaak een langere tijdsduur dan het Perfectum en beschrijft een actie die in het verleden meerdere keren is gebeurd.

Slide 10 - Slide

Geef een korte samenvatting van de belangrijkste punten van de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.