Imperfectum en perfectum

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Imperfectum en perfectum

Imperfectum

Imperfectum

- Uitgangen: -bam, bas, bat, bamus, batis, bant

- Onvoltooid verleden tijd: 

vocabat: hij riep

vocabamus: wij riepen

Imperfectum

- Achtergrondinformatie:
nox erat: het was nacht

- Herhaalde handeling

ianuam pulsabat: hij klopte op de deur

- langdurige gebeurtenis/handeling
dormiebat: hij lag te slapen

Perfectum: gebruik

- voltooid tegenwoordige tijd:
vocavit: hij heeft geroepen
- aantal handelingen achter elkaar:
veni, vidi, vici: ik kwam, ik zag, ik overwon.

- een nieuwe handeling:

tandem servus triclinium intravit:
eindelijk kwam de slaaf de eetkamer binnen.

Perfectum: vorm (a-stam)

stam + v + uitgang:

voca-v-i

voca-v-isti

voca-v-it

voca-v-imus

voca-v-istis

voca-v-erunt

negabat

1. praesens
2. perfectum
3. imperativus
4. imperfectum

voco

1. praesens
2. perfectum
3. imperativus
4. imperfectum

intravit

1. praesens
2. perfectum
3. imperativus
4. imperfectum

dicite

1. praesens
2. perfectum
3. imperativus
4. imperfectum

pugnavit

1. hij vocht
2. hij vecht
3. hij heeft gevochten
4. hij vocht/heeft gevochten

exspectamus

1. hij wacht
2. wij wachten
3. zij wachten
4. jullie wachten

ducebam

1. ik leidde
2. ik heb geleid
3. ik leid
4. leid!

cupivisti

1. ik heb verlangd
2. jij hebt verlangd
3. hij heeft verlangd
4. wij hebben verlangd

vincunt

1. zij overwinnen
2. zij overwonnen
3. zij hebben overwonnen
4. overwin!

oraverunt

1. zij smeken
2. zij smeekten
3. zij hebben gesmeekt
4. zij smeekten/hebben gesmeekt

vivebamus

1. wij leven
2. wij leefden
3. wij hebben geleefd
4. wij leefden/hebben geleefd

Heb je nog vragen over dit onderwerp?

Opdracht

Vertaal tekst 9 t/m r. 10