2.1 stroomkringen

H2 Elektrische schakelingen - 2.1 Stroomkringen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2 Elektrische schakelingen - 2.1 Stroomkringen

Slide 1 - Slide

Wat kan je niet meer zonder elektriciteit:

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen 2.1 
  • ik weet wanneer er elektrische stroom kan lopen
  • Je kunt de begrippen spanning en stroomsterkte uitleggen
  • Je kunt van een schakeling een schema tekenen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Zonder spanningsbron geen elektrische stroom 

Slide 5 - Slide

Elektrische stroom
  • Spanning loopt alleen over gesloten stroomkring
  • Spanning meet je in Volt 
  • Spanning duwt Elektronen door stroomkring 
  • Elektronen transporteren energie van batterij naar lampje 

Slide 6 - Slide

Stroomsterkte
  • Hoe meer elektronen door de draad per seconde, hoe hoger de stroomsterkte.
  • Hoe sneller je telefoon opgeladen

 


grootheid
eenheid
symbool
stroom- sterkte
Ampère
A

Slide 7 - Slide

Spanning 
Op een apparaat staat een spanning.
Dit is de 'pompkracht' wat er voor zorgt dat een apparaat werkt. Dat is dus de energie die geleverd kan worden!




grootheid
eenheid
symbool
spanning
volt
V

Slide 8 - Slide

Wat is de spanning van
de elektriciteit op het stopcontact thuis?
A
20.000 V
B
300 V
C
10.000 V
D
230 V

Slide 9 - Quiz

Opdrachten maken
opgave 1 t/m 16
bladzijde 70


timer
15:00

Slide 10 - Slide

Hoe teken je een schakeling?

Slide 11 - Slide

Schakelschema
  • Schakeling: 
Elektrische onderdelen die met elkaar verbonden zijn. 

  • Schakelschema:
Eenvoudige tekening van een schakeling

Slide 12 - Slide

Schakelschema
Rechte lijnen met liniaal
Symbolen 
BINAS!

Slide 13 - Slide

Spanning:

  • Zorgt ervoor dat er een stroom kan gaan lopen.
  • Hoe hoger de spanning, hoe meer elektrische energie elk deeltje heeft.
  • Een hoge spanning is niet meteen gevaarlijk.



Stroom:

  • Vervoert de elektrische energie.

  • Een grote stroomsterkte is gevaarlijk.

Slide 14 - Slide

Schakelschema van een open stroomkring
Schakelschema van een gesloten stroomkring

Slide 15 - Slide

Aan de slag
bladzijde 74
opgave 17 t/m 24

Slide 16 - Slide

Wat is een serie schakeling/ wat is een parallel schakeling?

Slide 17 - Slide

Serieschakeling
Parallelschakeling

Slide 18 - Slide

Serieschakeling
  • Alle onderdelen zitten in 1 stroomkring
  • Stroomsterkte (I) overal gelijk
  •  Spanning (U) wordt verdeeld over alle onderdelen
  • Werkt 1 onderdeel niet dan werkt de rest ook niet meer

Slide 19 - Slide

  • Elk onderdeel heeft zijn eigen stroomkring
  •  Spanning (U) is in elk onderdeel hetzelfde. 
  • De stroomsterkte (I) verschilt 
  • Werkt 1 onderdeel niet dan werken de andere onderdelen nog wel. 
Parallelschakeling

Slide 20 - Slide

Wat moet je daarmee kunnen?


Serie/ parallel herkennen.
Om kunnen tekenen naar schema. 

Slide 21 - Slide

Hoe meet je de spanning?
Met een spanningsmeter

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Hoe meet je de stroomsterkte?
Met een stroommeter

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Maar wat is spanning eigenlijk?
2
3
4
5
6

Slide 26 - Slide

Spanning
1
2

Slide 27 - Slide

Voltmeter
1
2
3

Slide 28 - Slide

Voltmeter aansluiten - schema
1
2

Slide 29 - Slide

Stroomsterkte
1
2
3
4

Slide 30 - Slide

Stroomsterkte meten
1
2
3

Slide 31 - Slide

Amperemeter aansluiten - schema
1

Slide 32 - Slide

Symbolen
  • spanning/voltmeter (V)
  • stroom/Amperemeter (A) 


Slide 33 - Slide

Stroomsterkte aflezen

Slide 34 - Slide




Verklaart dit het stroomschema?
Serie-schakeling
Parallel-schakeling
Stroomsterkte gelijk
Stroomsterkte verschilt
Spanning verschilt
Spanning gelijk

Slide 35 - Slide