Een speciale categorie zelfstandig naamwoord is de eigennaam (zn-e). Dit zijn de specifieke namen van mensen, dieren, plaatsen etc.
goudvis = zn -> Bluppie = zn-e
jongen = zn -> Amir = zn-e
stad = zn -> Berlijn = zn-e
Slide 7 - Slide
§4 Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoorden geven meer informatie over het zelfstandig naamwoord.
Vaak staan ze voor het zelfstandig naamwoord, maar ze kunnen ook op een andere plaats in de zin staan!
Dat nieuwe meisje is echt fantastisch!
Slide 8 - Slide
§4 Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord kan ook in de vergrotende of overtreffende trap staan.
Die jongen is veel aardiger dan jouw vriend.
Jelle is het snelst van de hele klas.
Die jurk is net zo mooi als de vorige jurk die je liet zien.
Slide 9 - Slide
§4 Bijvoeglijk naamwoord
Een speciale categorie bijvoeglijk naamwoord is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (st.bn).
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welk MATERIAAL het zelfstandig naamwoord is gemaakt.
de katoenen broek, het houten vogelhuisje, de aluminium plaat
Slide 10 - Slide
§6 Werkwoorden
In een zin staat altijd één werkwoord wat het belangrijkst is. Dat is het zelfstandig werkwoord (zww).
Heb je meer dan één werkwoord in je zin? Dan zijn de minder belangrijke werkwoorden hulpwerkwoorden (hww).
Slide 11 - Slide
Voorbeelden:
Ik ga zwemmen.
hww zww
Ik zou gezwommen hebben.
hww zww hww
Ik heb gisteren gezwommen.
hww zww
Slide 12 - Slide
§8 Persoonlijk voornaamwoord
Een persoonlijk voornaamwoord is een klein woordje dat verwijst naar een persoon, dier of ding.
Lieke is een nieuw meisje in onze klas. Ze is erg aardig. Ik heb al met haar gepraat.
Weet jij waar mijn boek is? Ik kan het nergens vinden.
Slide 13 - Slide
§8 Bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord staat voor een zelfstandig naamwoord en vertelt wie de eigenaar is van dat zelfstandig naamwoord.
Dat is jouw boek.
Waar staan jullie fietsen?
Ik ben m'n oplader kwijt.
Slide 14 - Slide
LET GOED OP:
Waar is het schriftje? O, laat maar, het ligt daar.
blw pers.vwn
Die poster is niet van jullie! Die lelijke daar, dat is jullie poster!
pers.vnwbez.vnw
Slide 15 - Slide
§10 Voorzetsels
Voorzetsels zijn woorden die verschillende stukjes zin (zelfstandig naamwoorden, gebeurtenissen etc.) met elkaar verbinden. Ze geven aan wat de relatie tussen die stukjes zijn in bijvoorbeeld de plaats of in de tijd.
Dat klinkt een beetje vaag, dus kijk vooral naar de plaatjes op de volgende dia.
Slide 16 - Slide
§10 Voorzetsels
Slide 17 - Slide
§12 Bijwoorden
Bijwoorden zijn losse woorden die meer informatie geven over de zin. Ze vertellen HOE, WANNEER, WAAR, WAAROM de actie in de zin gebeurt.
Gisteren zag ik opeens mijn fietssleutel onder de koelkast uitsteken. Ik was hem al een tijdje kwijt, maar daar had ik nogniet gekeken.
Slide 18 - Slide
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
zn
zn-e
blw
olw
hww
zww
pers.
vnw
bez.
vnw
bn
st.bn
vz
bw
Mijn
vader
wil
graag
met
een
ouderwetse
ijzeren
trein
door
Europa
gaan
reizen.
Slide 19 - Drag question
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
zn
zn-e
blw
olw
hww
zww
pers.
vnw
bez.
vnw
bn
st.bn
vz
bw
In
onze
groepsapp
vroeg
Denise
mij
om
de
antwoorden
van
de
grootste
opdracht.
Slide 20 - Drag question
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
zn
zn-e
blw
olw
hww
zww
pers.
vnw
bez.
vnw
bn
st.bn
vz
bw
Op
maandag
zit
Naomi
achter
de
kassa.
altijd
Slide 21 - Drag question
Hoe heet het benoemen van woordsoorten?
A
Rekenkundig ontleden
B
Taalkundig ontleden
C
Redekundig ontleden
D
Taakkundig ontleden
Slide 22 - Quiz
Hoe heet het benoemen van zinsdelen?
A
Rekenkundig ontleden
B
Taalkundig ontleden
C
Redekundig ontleden
D
Taakkundig ontleden
Slide 23 - Quiz
Wat is het verschil tussen woordsoorten en zinsdelen?
Woordsoorten
Zinsdelen
Elk los woord benoemen
Het gaat om de functie van een groepje woorden in een zin.
Onderwerp
Zelfstandig naamwoord
Slide 24 - Drag question
Sleep de kenmerken van de woordsoorten naar de juiste woordsoort.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel.
Heeft meestal een enkelvoud en een meervoud.
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.
Je kunt er meestal de, het of een voor zetten.
Een eigennaam is een vorm van deze woordsoort.
Deze woordsoort zegt iets over het ZN.
Deze woordsoort staat meestal vóór het ZN.
Deze woordsoort heeft een korte en een lange vorm.
Je kunt vaak de trappen van vergelijking erop toepassen.
Er bestaat ook een stoffelijke variant van deze woordsoort.