DISK thema 20 taak 1

DISK thema 20 
taak 1
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

DISK thema 20 
taak 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

🟢Lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je:
📌Open en gesloten vragen stellen 
over vakantie.
📌Praten over jouw ideale vakantie.
📌Een korte tekst schrijven over 
jouw droom vakantie.

Slide 3 - Slide


Welke verschillende soorten vragen zie je hier?

  • Ga je op vakantie? 
  • Waar ga je op vakantie? 
  • Wil je naar Spanje? 
  • Wat wil je doen op vakantie? 
Soorten vragen

Slide 4 - Slide


Welke verschillende soorten vragen zie je hier?

  • Ga je op vakantie? 
  • Waar ga je op vakantie? 
  • Wil je naar Spanje? 
  • Wat wil je doen op vakantie? 

Welke woordsoort is blauw en welke is oranje
Soorten vragen

Slide 5 - Slide


Aisha maakt fouten in haar vragen. 
Verbeter de vragen.
Schrijf de goede zinnen op.



Let op: vraagwoorden, woordvolgorde en hoofdletters.
Opdracht 1
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Opdracht 1 nakijken

Slide 7 - Slide



🧳 Stel je klasgenoot vragen over zijn/haar ideale vakantie:
  • Met wie ga je?
  • Waar ga je naartoe?
  • Wat wil je doen?
  • Waar slaap je?
  • Hoe reis je?
  • Hoe lang blijf je?
  • Wanneer wil je gaan?
🎤 Doe daarna de opdracht nog een keer, maar wissel van rol.
Opdracht 2
timer
4:00

Slide 8 - Slide



💻 Je hebt genoeg geld. Wat is jouw droomvakantie? Zoek op internet:

Gebruik woorden zoals: vakantie boeken, reizen naar Italië, jongerenvakantie, stedentrip.

Bekijk de plaatjes, prijzen en beschrijvingen.


🧩 Gebruik de scantechniek: kijk naar kopjes, prijzen en plaatjes.
Opdracht 3
timer
5:00

Slide 9 - Slide


✍️Je hebt een vakantie uitgekozen. Je gaat een tekst schrijven over je vakantie.

Schrijf in je tekst:
- waar je naartoe gaat;
- wanneer je op vakantie gaat;
- hoe je ernaartoe gaat;
- met wie je gaat;
- waar je gaat slapen;
- wat je daar gaat doen.






Opdracht 4
🧩 Tip! Je kunt beginnen met:
Ik ga naar...
Ik ga met...
Ik slaap in...
Ik wil daar...

Slide 10 - Slide