Interbellum Les 2

1 / 45
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Ik ken 3 dictaturen uit het interbellum
Ik ken de term 'roaring twenties'
Ik ken de oorzaken van de crisis van 1929
Ik weet hoe Duitsland met de crisis omging

Slide 2 - Slide

Het Interbellum

Slide 3 - Slide

Italië
  • Mussolini komt hier in 1922 aan de macht
  • Hij maakt van Italië een fascistisch land (fascisme)
  • Hij is tegen democratie en pakt iedereen aan die anders denkt dan Il Duce

Slide 4 - Slide

Sovjet-Unie (Rusland)
  • Stalin maakt in 1925 van de Sovjet-Unie een communistische dictatuur
  • In het communisme is alles van de overheid en is iedereen gelijk

Slide 5 - Slide

Propaganda = reclame maken voor de leider en zijn ideeën.

Slide 6 - Slide

Gulag
  • Wie anders dacht dat Stalin, moest werken in de Gulag: een speciaal werkkamp 
  • Je leefde meestal niet lang meer als je naar de Gulag werd gestuurd

Slide 7 - Slide

3 dictaturen

Sovjet Unie (v.a. 1917)
Italie (v.a. 1922)
Duitsland (v.a. 1933)

Dictatuur is een land waar 1 iemand of een klein groepje mensen de baas is. In een dictatuur is geen vrijheid van meningsuiting. Er wordt veel geweld gebruikt.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

The Roaring Twenties
In Amerika kon alles in de jaren '20
De economie van Amerika was sterk
Maar er lagen ook gevaren op de loer

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Hoe noem je de roaring twenties in Duitsland?
A
Die roaring Zwanziger
B
der goldene Jahre
C
Der gute Zeit
D
Goldene Interbellums

Slide 14 - Quiz

De Amerikaanse economie
De landbouw nam toe tijdens de Eerste Wereldoorlog
Dat kwam omdat de Europese landbouw was verzwakt door de oorlog. Amerika produceerde hierdoor meer landbouwproducten.

Slide 15 - Slide

Kopen op krediet
Amerikanen kochten al hun nieuwe spullen met leningen van de bank. Ze geven geld uit wat er niet is. Dat doen de boeren ook.
 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat gaat er mis?
  • De Amerikaanse boeren moesten geld investeren in nieuwe machines 
  • Maar omdat de landbouwgrond in Europa weer in gebruik is na de oorlog, is er minder vraag
  • De boeren komen in de problemen 

Slide 18 - Slide

24 oktober 1924
  • Zwarte Donderdag 
  • De banken hebben te veel geld uitgeleend
  • Veel mensen kunnen dat niet meer terug betalen
  • Er ontstaat een 'run on the bank' 

Slide 19 - Slide

Tot 1929
  • Zwarte donderdag 
  • Aandelen beurs stort in
  • Dawes plan niet meer betaalbaar
  • Grote werkloosheid in de wereld
  • Crisis van de jaren 30

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

De economie van Amerika in de jaren '20 was onverwoestbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de crisis van 1929?
A
the run on the bank
B
graanprijs daalt
C
zwarte donderdag
D
grote werkloosheid

Slide 25 - Quiz

- Amerika verkoopt minder landbouw producten aan Europa. Boeren kunnen hun leningen niet afbetalen. Banken gaan failliet.

- Bedrijven verkopen minder aan boeren en consumenten. Bedrijven maken minder winst en ontslaan werknemers. Mensen verkopen in paniek hun aandelen. De beurs stort in. Alle aandelen zijn in 1 keer niets meer waard.

- Amerika leent geen geld meer uit aan Duitsland. Hierdoor slaat de crisis snel over naar Europa.

Failliet = bankroet, als je je schulden niet meer kunt betalen.
1929 Grote economische wereldcrisis = het gaat in de hele wereld erg slecht met de economie

Slide 26 - Slide

De jaren 1929-1940 worden meestal aangeduid als 'de crisisjaren' of als 'de grote depressie': een lange periode van grote werkloosheid. De crisis begon in oktober 1929 in de Verenigde Staten na de 'Beurskrach' en kreeg al snel de hele wereld in haar greep.

Slide 27 - Slide

Gevolgen van de crisis

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Crisis in Nederland
In 1935 waren 600.000 van de acht miljoen Nederlanders werkloos. Werklozen kregen een minimale uitkering. 
Om de werkloosheid te verminderen, bedacht de regering grote projecten die veel werk opleverden. Zo liet de regering in die tijd
  • de Afsluitdijk bouwen
  • het Amsterdamse bos aan leggen
  • veel kanalen graven
Ook op Terschelling zaten veel zeevarenden in de crisistijd zonder werk, en werd er veel bos aangelegd.

Slide 30 - Slide

Hoe noem je het als het lange tijd slecht gaat met de economie?
A
beurskrach
B
dipje
C
crisis
D
depressief

Slide 31 - Quiz

Duitsland (Republiek van Weimar)
  • Hitler ziet ook deze situatie en legt alle schuld bij de joden en communisten
  • Ook praatte Hitler over het Arische ras, die volgens hem het beste was

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Waar zijn de Duitsers tevreden over?
A
dolkstootlegende
B
hyperinflatie
C
democratie
D
dawesplan

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Wie is deze man?
A
Benito Mussolini
B
Adolf Hitler
C
Joseph Stalin
D
Anton Mussert

Slide 37 - Quiz

In welk land wordt deze man verkozen tot politiek leider?
A
Engeland
B
Oostenrijk
C
Duitsland
D
Rusland

Slide 38 - Quiz

Van welk land is dit de vlag?
A
Duitsland
B
Engeland
C
Rusland
D
Frankrijk

Slide 39 - Quiz

Welke van de volgende personen waren leiders van de Sovjet Unie?
A
Stalin
B
Franco
C
Zjoekov
D
Lenin

Slide 40 - Quiz

Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.

Slide 41 - Quiz

Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?

A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.

Slide 42 - Quiz

Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?

A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht

Slide 43 - Quiz

Afsluiting
Het filmpje op de volgende dia mag je kijken,
maar dat hoeft niet.

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video