Thema 5 - les 2

Thema 5
De kleding - dag 2
Ik leer Nederlandse ...
  • woorden
  • zinnen

Ik: 
  • kijk en lees
  • luister en spreek
  • schrijf op

  • ken de woorden
  • kan luisteren, spreken, lezen en schrijven
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ISKMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Thema 5
De kleding - dag 2
Ik leer Nederlandse ...
  • woorden
  • zinnen

Ik: 
  • kijk en lees
  • luister en spreek
  • schrijf op

  • ken de woorden
  • kan luisteren, spreken, lezen en schrijven

Slide 1 - Slide

Tip: zet devices tijdens de les uit.
Herhaling woorden dag 1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het woordenschrift
  • Je leert 13 woorden (beter) kennen.

  • Je gaat in het woordenschrift schrijven.

  • Schrijft de vertaling erbij als dat kan.

  • Schrijf een korte zin als dat kan.
herhaling / (t)huiswerkopdracht: Typ het woord.
Tik op de hotspot en toon de schrijfwijze van het woord.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  • Enkelvoud (1): de muts
  • Meervoud (2+): de mutsen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 4 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de handschoen
  • Meervoud (2+): de handschoenen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 5 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de sjaal
  • Meervoud (2+): de sjaals






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 6 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de bikini
  • Meervoud (2+): de bikini's






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 7 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): het badpak
  • Meervoud (2+): de badpakken






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 8 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de zwembroek
  • Meervoud (2+): de zwembroeken






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 9 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de schoen
  • Meervoud (2+): de schoenen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 10 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de slipper
  • Meervoud (2+): de slippers






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 11 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de sandaal
  • Meervoud (2+): de sandalen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 12 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de laars
  • Meervoud (2+): de laarzen






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 13 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de veter
  • Meervoud (2+): de veters






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 14 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
  • Enkelvoud (1): de panty
  • Meervoud (2+): de panty's






Beluister het woord.
(t)huiswerkopdracht: 
Typ het woord.

Slide 15 - Mind map

Schuif bij eerste aanbod het schrift naar beneden, laat het enkelvoud zien en overschrijven. Vertel vervolgens het meervoud, dat hoeft niet te worden opgeschreven. Je kunt er eventueel wel een contextrijke zin met meervoud mee maken en die laten opschrijven.
Samengevat, de woorden van dag 2 zijn:
Enkelvoud (1):
de muts
de handschoen
de sjaal
de das
de bikini
het badpak
de zwembroek
de schoen
de slipper
de sandaal
de laars
de veter
de panty

Meervoud (2+):'
de mutsen
de handschoenen
de sjaals
de dassen
de bikini's
de badpakken
de zwembroeken
de schoenen
de slippers
de sandalen
de laarzen
de veters
de panty's



Slide 16 - Slide

This item has no instructions

  1. Maak de oefeningen in het werkboekje.
  2. Zelfcontrole, is het goed geschreven?







  • Klaar? Lees in het leesboekje.
Aan het werk met de woorden
timer
30:00
Thema 5
dag 2

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met de woorden

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

woordweb
Opdracht: Typ minimaal 10 woorden die je in thema 5 hebt geleerd.
  • Stuur elk woord apart in.
  • Probeer het zoveel mogelijk uit je hoofd te doen.
timer
5:00

Slide 21 - Mind map

Zet de devices aan en laat leerlingen de woorden naar het bord sturen. Lukt dat zonder te spieken?

Ik heb woorden geleerd.

Slide 22 - Poll

This item has no instructions


Hoe leuk was de les vandaag?

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Klik tijdens de les bij deze dia op Escape, stop de LessonUp
Klik vervolgens in de bewerker op Deel met leerlingen en deel de les uit aan de klas. Laat leerlingen vervolgens met hun schoolmail inloggen bij www.lessonup.app om de DigLin+ oefeningen te kunnen maken vanuit de geselecteerde links, zoals beschreven op de DigLin+ slide.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

  1. Ga naar www.nt2school.nl en log in bij DigLin+.
  2. Kom terug naar LessonUp.
  3. Klik op onderstaande links om te oefenen.
Lezen

  1. Junior lezen 1
  2. Kies een tekst.
  3. Lees en luister.
  4. Maak oefeningen.
  5. Vul het evaluatieblad in.

m - n - ng

Slide 25 - Slide

Oren in de knoop: m - n - ng
172 - Ja/nee
217- Wat hoor je?