Week 2

English
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

English

Slide 1 - Slide

To Do:
  • The twelve days of Christmas....
  • Planning Term 2
  • Aims
  • Taalblokken: Writing Chapter 2

Slide 2 - Slide

The 12 days of Christmas...
What did you do during the Christmas holiday?



Slide 3 - Slide

Planning
Test Chapter 2 Taalblokken ( Week 4: 21 January 2020)

 Assignment: Welcome to London (Week 5: 31 January 2020)

                 
                 



Slide 4 - Slide

Aims

In deze les leer je de volgende dingen:

-vragen om een afspraak te verzetten en een nieuwe afspraak bevestigen;
-notulen begrijpen en schrijven.
 
 

Slide 5 - Slide

Taalblokken Chapter 2
You should have finished:
- Listening A2
- Spoken interaction A2
- Reading A2

This week: Writing A2
Next week: Spoken production A2

Slide 6 - Slide

Writing Chapter 2
What: Exercise 1-33
How: Individually
Finished?: Welcome to London - directions ( 3 routebeschrijvingen)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Welcome to London
- Groepen van 2-4
- 3 routebeschrijvingen
- schriftelijke informatie over het openbaar vervoer in Londen
- schriftelijke informatie over uitgaan in Londen
- telefoongesprek waarin je informatie geeft over restaurants, bioscopen en theater.

Deadline: week 5 (31  januari 2020)

Slide 9 - Slide

Welcome to London
 Een Amerikaanse stagiair moet van London Heathrow de weg vinden naar het bedrijf in Londen en daarvandaan naar het appartement waar jullie verblijven. 

1) Kies met elkaar een straat in Londen waar het bedrijf is gevestigd. 
2) Kies in Londen een straat uit waar jij verblijft (en waar de Amerikaanse stagiair ook gaat wonen). 
3) Verzin het bedrijf waar jij stage loopt en waar de Amerikaanse stagiair ook gaat werken. Let op: de adressen moeten allemaal echt bestaan. Je kunt bestaande bedrijven kiezen of een bedrijfsnaam verzinnen. 

Slide 10 - Slide

Welcome to London
Maak 3 routebeschrijvingen in het Engels.

a) De stagiair komt met het openbaar vervoer van Heathrow naar het ICT-bedrijf.
b) Vervolgens reist hij/zij met het openbaar vervoer naar het appartement.
c) Daarna legt hij/ zij de route van en naar het bedrijf af per auto.

Slide 11 - Slide

What is the English word for "verschil"?
A
disagree
B
differ
C
difference
D
diverse

Slide 12 - Quiz

What is a "twin room"
A
tweepersoonskamer met tweepersoonsbed
B
tweepersoonskamer met twee losse bedden

Slide 13 - Quiz

What is the English word for "ober"?
A
ober
B
waiter
C
ogre
D
water

Slide 14 - Quiz

What is the English word for "klacht"?
A
complain
B
compliance
C
complaint
D
computer

Slide 15 - Quiz

What is the English word for "oplossen" (van een probleem)?
A
solve
B
salve
C
solution
D
salvation

Slide 16 - Quiz

What is the English word for "opmerken" ?
A
notice
B
note
C
notable
D
notis

Slide 17 - Quiz

What is the English word for "klant" ?
A
costumer
B
costume
C
client
D
customer

Slide 18 - Quiz

Fill in the missing word.
How .......... does it cost?
A
many
B
much
C
feel
D
money

Slide 19 - Quiz

What is the English word for "beschikbaar" ?
A
available
B
able
C
unable
D
unavailable

Slide 20 - Quiz

What is the English word for "openbaar vervoer" ?
A
open transport
B
public transaction
C
public transport
D
open transaction

Slide 21 - Quiz

Fill in the missing word.
Would you like to pay ........ card?
A
with
B
for
C
from
D
by

Slide 22 - Quiz