Dida - taal - OA - jaar 2 - les 2 - Interactief taalonderwijs

Les 3 Interactief taalonderwijs
OA - jaar 2 - dida - taal

2022-2023

Daan van der Fange
dfange@novacollege.nl
1 / 23
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 3 Interactief taalonderwijs
OA - jaar 2 - dida - taal

2022-2023

Daan van der Fange
dfange@novacollege.nl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

3

Slide 2 - Video

This item has no instructions

01:26
Hoe stimuleert de vrouw de taal?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

03:57
Wat doet de vrouw goed?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

04:42
Welke 'moeilijke' woorden zijn er al aan bod gekomen?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wat vind jij belangrijk in de communicatie/ het contact met kinderen?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Programma

  • Start
  • Terugblik les 1
  • Theorie & opdracht
  • Pauze
  • Theorie
  • Opdrachten
  • Afronding 
Doel

Aan het eind van de les kun je:
  • aangeven welke interactievaardigheden en aspecten de taalontwikkeling van een kind stimuleren
  • deze vaardigheden a.d.h.v. een prentenboek toepassen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lessenserie
1. Algemene taalontwikkeling
2. Interactief taalonderwijs
3. Meertaligheid & NT2
4. Woordenschat
5. Geletterdheid
6. Lezen 
7. Schrijven
8. Zaakvakken & Engels (diag.toets)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

0 - 1 jaar
1 - 2,5 jaar 
2,5 - 5 jaar
5 - 9 jaar
de voltooiingsfase
de voortalige (prelinguale) fase
de vroegtalige (vroeglinguale) fase
de differentiatiefase

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Interactief taalonderwijs
  • Betekenisvol - rijke en realistische situaties
  • Strategisch - modelen van strategieën
  • Sociaal - in interactie

Slide 10 - Slide

In interactief taalonderwijs wordt taalleren bevorderd door de sociale, betekenisvolle en strategische aspecten in het onderwijs met elkaar te verbinden.

  • Stelonderwijs is betekenisvol als leerlingen leren schrijven in een rijke en realistische communicatieve situatie. Dit sluit nauw aan bij communicatief taalonderwijs. 
  • Stelonderwijs is strategisch als leerlingen leren hoe ze het schrijfproces moeten aanpakken; dit sluit nauw aan bij strategisch taalonderwijs.
  • Stelonderwijs is sociaal als er bijzondere aandacht is voor de interactie tussen de leraar en de leerling over zowel de tekst (product) als de wijze waarop de tekst tot stand komt (proces). Die interactie vindt zowel tijdens als na het schrijven plaats in de zogenoemde tekstbespreking. Naast leraar-leerlinginteractie over de tekst is er binnen interactief taalonderwijs ook ruimte voor interactie tussen leerlingen onderling over de geschreven teksten; leerlingen reageren op de tekst van een medeleerling (peer respons).
Opdracht 2.
Bedenk een concreet voorbeeld van interactief taalonderwijs

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Pauze en/of energizer
Welke taalspelletjes heb je op je stage gezien?
Wie wil er een spelletje leiden?

Bijvoorbeeld: Pim pam pet
Student 1 noteert een letter. Student 2 probeert met deze letter binnen 1 minuut zoveel mogelijk dingen te noemen die horen bij de categorie. Student 1 turft.  Voorbeeld categorieën:
  • Liedjes
  • Hobby's
  • Iets wat je kunt eten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Goed taalaanbod
Zorg voor:
  • Betrokkenheid (aansprekende onderwerpen)
  • Begrijpelijkheid (inhoud)
  • Boven niveau (verrijking)


Bron: Taalontwikkeling op school - Verhallen & Walst (2011)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gebruik van taalruimte
Kinderen krijgen:
  • Beurtruimte
  • Onderwerpsruimte




Bron: Taalontwikkeling op school - Verhallen & Walst (2011)

Slide 14 - Slide

Vraag: wat zou de beurtruimte kunnen bevorderen? 

Als ze dat niet noemen: 
  • In tweetallen laten uitwisselen. 
  • Beurt teruggeven bij een beurtdiefje/praatgraag kind.
  • 'Stille' kinderen eens uitnodigen. 
  • Binnenkring- en buitenkring. Bij wie in de klas doen ze dat wel eens?

Verschillende soorten feedback

  • Verbeteren van fouten
  • Helpen verhelderen of uitleggen
  • 'Hertalen' of hetzelfde anders zeggen
  • Bevestigen (benoemen dat het goed is)


Bron: Taalontwikkeling op school - Verhallen & Walst (2011)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Interactievaardigheden
  1. handelingen verwoorden (uitleggen wat je doet)
  2. parafraseren of herverwoorden (samenvatten of op een andere manier zeggen)
  3. beurt beschermen (kinderen de tijd en mogelijkheid geven)
  4. open vragen stellen (zodat kinderen een uitgebreid antwoord geven)
  5. ruimte scheppen (kinderen de ruimte geven)
  6. prikkelende beweringen doen (om ze te stimuleren)
  7. de kijk van het kind accepteren (hun idee waarderen)
  8. beurt doorspelen (niet altijd dezelfde kinderen de beurt) 
  9. ingaan op de inhoud (uitleggen wat het betekent)
  10. betekenisonderhandeling (praten over wat het betekent)

Opdracht 3. Welke vaardigheden pas jij al toe? Vul de checklist in en wissel uit met je buurman- of vrouw.

Slide 16 - Slide

Wat voorbeelden noemen (zie boek). 

Evt. verwijzen naar het voorleesfragment bij de start. 

Welke vaardigheden zagen de studenten in dat filmpje terugkomen?

Dan zelf laten beoordelen.
Hoe stimuleer/vergroot jij de taal wanneer je voorleest?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Interactief voorlezen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: Woeste Willem
  • Formuleer 2 vragen a.d.h.v. het boek
  • Formeer 2 opmerkingen a.d.h.v. het boek
  • Schrijf twee woorden op die de meeste kleuters niet zullen kennen

-> Gebruik de interactievaardigheden
-> Gebruik de voorbeeldvragen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: voorlezen oefenen
  • Pak een prentenboek
  • Bedenk een aantal interactie bevorderende vragen
  • Noteer de 'moeilijke' woorden - bewaar ze
  • Lees 1 minuut aan elkaar voor

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Stage opdracht 
  1. Observeer de leerkracht (het liefst bij een taalles)
  2. Noteer welke vaardigheden je terugziet
  3. Meenemen naar school


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Afronding

Wat neem je mee?
Doelen behaald?

Doelen
  • Aan het eind van de les kun je aangeven welke interactievaardigheden en aspecten de taalontwikkeling van een kind stimuleren.
  • Aan het eind van de les kun je interactievaardigheden toepassen a.d.h.v. het voorlezen van een prentenboek.


Huiswerk
  • Stage opdracht (observeer de leerkracht)
  • Oefen met interactievaardigheden (vragen)

Volgende les
Meertaligheid en NT2

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Dubbel diplomeren
  • Medewerker Kind en Educatie (Onderwijs Assistent én Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker)
  • Interessanter voor de arbeidsmarkt (met name voor IKC/Brede School)
  • Verzwaring/verlenging studie (extra diploma bovenop je eerste uitstroomrichting) :
  • Profielvakken (SA en Verdieping) en SLB
  • Profielexamens uitvoeren op stage (basisdeel afgerond)
  • 3 dagen stage en 2 dagen les
  • 3 jaar i.p.v. 2,5 jaar

Slide 23 - Slide

This item has no instructions