Herhaling spelling hoofdletters en meervoud

punt
1 / 15
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

punt

Slide 1 - Mind map

Wanneer zet je geen komma?
A
bij een opsomming
B
voor een voegwoord (maar, want, omdat)
C
tussen twee persoonsvormen
D
aan het eind van een zin

Slide 2 - Quiz

Neem de zin over en zet de komma:
De Nederlandse vlag is rood wit en blauw.

Slide 3 - Open question

Neem de zin over en zet de komma.
Ik was er gisteren niet omdat ik ziek was.

Slide 4 - Open question

Neem de zin over en zet de komma.
Als je het niet weet moet je het vragen.

Slide 5 - Open question

vraagteken

Slide 6 - Mind map

uitroepteken

Slide 7 - Mind map

Juiste schrijfwijze
A
reunie
B
reünie

Slide 8 - Quiz

Juiste schrijfwijze
A
financiële
B
financiele

Slide 9 - Quiz

Juiste schrijfwijze
A
geüpload
B
geupload

Slide 10 - Quiz

Juiste schrijfwijze
A
ruine
B
ruïne

Slide 11 - Quiz

Juiste schrijfwijze
A
elektricien
B
elektriciën

Slide 12 - Quiz

Juiste schrijfwijze
A
dieet
B
diëet

Slide 13 - Quiz

Juiste schrijfwijze
A
museüm
B
museum

Slide 14 - Quiz

Juiste schrijfwijze
A
beëindigen
B
beeindigen

Slide 15 - Quiz