Examentraining les 2

btw, winst en kosten
Examentraining | les 2 | 2023
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

btw, winst en kosten
Examentraining | les 2 | 2023

Slide 1 - Slide

Wat heb ik geleerd?
Na afloop van deze les ken/kan ik ....
  1. ... wat is btw
  2. ... de consumentenprijs berekenen
  3. ... de verkoopprijs inclusief btw berekenen
  4. ... de verkoopprijs exclusief btw berekenen
  5. ... de btw berekenen
  6.  ...variabele en constante kosten noemen
  7. ...het break-even punt uitrekenen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Consumentenprijs
De consumentenprijs is de prijs die jij betaalt voor een product in de winkel.

verkoopprijs + btw = consumentenprijs

Slide 4 - Slide

Rekenen met btw
De verkoopprijs van een jas is € 125.
De btw is 21%.

De consumentenprijs (wat betaal je in de winkel):
€ 125 : 100 x 121

€ 125 : 100 x 21 = € 26,25
€ 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 5 - Slide

Brutowinstmarge
verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge

Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen. Een deel daarvan gaat op aan bedrijfskosten.

Slide 6 - Slide

Bedrijfskosten
Alle kosten die een ondernemer maakt om zijn bedrijf te runnen.

Slide 7 - Slide

btw
prijs exclusief btw                  100                     prijs excl. 
btw         21%              +                  21 +                  btw             +
prijs inclusief btw                    121                    prijs incl.

Slide 8 - Slide

Btw berekenen
Inclusief of exclusief btw!





Wat is hier het btw bedrag, als de btw 21% bedraagt?

Slide 9 - Slide

Hoeveel is het btw bedrag van de Apple bij een verkoopprijs van €929
A
€7,68
B
€767,77
C
€161,23
D
€195,09

Slide 10 - Quiz

Btw berekenen




prijs exl.      100             ?                      929/121 * 21 = 161,23
btw   21%       21            ?
prijs incl      121           929

Slide 11 - Slide

Btw berekenen
Wat is hier het btw bedrag, als de 
btw 9% bedraagt?

Slide 12 - Slide

Wat is het btw bedrag, als de btw 9% bedraagt? De cola kost 2,22
A
0,47
B
0,38
C
0,20
D
0,18

Slide 13 - Quiz

Btw berekenen
Wat is hier het btw bedrag, als de 
btw 9% bedraagt?

Antwoord:
€2,22 : 109 x 9 = €0,18

Slide 14 - Slide

Resultaat berekenen
Omzet (ex btw)
Inkoopwaarde (ex btw)  -
Bruto Winst

Bedrijfskosten  -
Netto Winst

Slide 15 - Slide

Vaste en Variabele kosten

Slide 16 - Slide

Geef aan of het  gaat om vaste of een variabele kosten. 







Vaste kosten
Variabele kosten
Verzendkosten
Reclame
Huur
Verzekering
Ingredienten

Slide 17 - Drag question

Zijn onderstaande kosten variabele kosten of vaste kosten?

huur gebouw
A
variabele kosten
B
vaste kosten

Slide 18 - Quiz

Break-even punt

Slide 19 - Slide

manieren van berekenen 
Break-even afzet
TO = TK

afzet =        constante kosten                                 
                    (verkoopprijs - variabele kosten per stuk)

Slide 20 - Slide

vaste kosten € 1.000,-
variabele kosten € 2,-
verkoopprijs € 7,-
A
De break-even afzet €143
B
De break-even afzet is €200
C
De break-even afzet is €1.400
D
De break-even omzet is €200,-

Slide 21 - Quiz

vaste kosten € 13.500,-
variabele kosten € 14,-
verkoopprijs € 27,50
A
De break-even afzet €100
B
De break-even afzet is €1000
C
De break-even afzet is € 1.000,-
D
De break-even omzet is €27.500,-

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Vraag & aanbod
Als de vraag naar producten afneemt, zal de prijs dalen.

Als de vraag naar producten toeneemt, zal de prijs stijgen.

Als het aanbod van producten afneemt, zal de prijs stijgen.

Als het aanbod van producten toeneemt, zal de prijs dalen.

Slide 24 - Slide