5.6 Regeling

BS 6: Regeling
Leerdoelen:
Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.
Spullen op tafel: Boek schrift en etui
Haal een wisbordje met doek en stift

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

BS 6: Regeling
Leerdoelen:
Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.
Spullen op tafel: Boek schrift en etui
Haal een wisbordje met doek en stift

Slide 1 - Slide

lesplan
kort herhalen
nieuwe lesstof, met tussendoor enkele vragen
maken opdrachten
Leerdoelen:
Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.

Slide 2 - Slide

Gedrag ontstaat door prikkels. Wat is een prikkel?
A
een verandering in je omgeving waarop je kunt reageren
B
iets wat een mens of dier doet
C
een handeling
D
een verandering van gedrag

Slide 3 - Quiz

Wat is GEEN juiste beschrijving van gedrag?
Gedrag...
A
Is alle waarneembare activiteiten van een dier
B
Is een reactie van een dier op een prikkel
C
Komt tot tot stand door de werking van een spier of klier
D
Komt alleen voor tussen dieren van dezelfde soort

Slide 4 - Quiz

Wat is een interpretatie?
A
De kat heeft zijn staart omhoog met het puntje gebogen
B
De kat is vriendelijk

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een inwendige prikkel?
A
Pijn omdat je je teen stoot
B
Nodig moeten plassen
C
De geur van je eigen bed
D
Het zien van een stuk taart

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Hormonen
  • Naast je zenuwstelsel regelt het hormoonstelsel processen in je lichaam. 
  • Het hormoonstelsel bestaat uit hormoonklieren die hormonen produceren.

Slide 8 - Slide

Hormonen
  • Hormonen zijn stoffen die de werking van organen reguleren.
  • hormoonstelsel = hormoonklieren in je lichaam 
(Hypofyse, schildklier, bijnieren, EVL in alvleesklier, teelballen/eierstokken)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Waar wordt adrenaline in je lichaam gemaakt?
A
In je nieren
B
In je alvleesklier
C
In je bijnieren
D
In je bloedvaten

Slide 12 - Quiz

Bijnieren
  • Bijnieren produceren adrenaline
  • Bij woede, angst of schrik: adrenaline
  • Kortdurende werking
  • Glucose stijgt
  • Hartslag stijgt
  • Ademfrequentie stijgt
  • Bloedvaten vernauwen
  • Verteringsorganen geremd
  • Handelen onder grote spanning

Slide 13 - Slide

Alvleesklier -> eilandjes van Langerhans

Slide 14 - Slide

Bloedsuikerspiegel
Glucose uit je voedsel wordt in de dunne darm opgenomen in je bloed.
Bloedsuikerspiegel = hoeveelheid glucose in je bloed.

Niet te hoog, niet te laag. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven. 
Terugkoppeling: zorgen door "bijsturing" dat iets ongeveer dezelfde waarde blijft houden.
Denk maar aan de thermostaat bij een verwarming.

Bij biologie zien we dat bij regeling van het glucose gehalte in het bloed. 
Dat gaat met hormonen en niet via zenuwen.

Slide 19 - Slide

Insuline
  • Teveel glucose in je bloed                         --> insuline 

  • Glucose-gehalte gaat omlaag.

Slide 20 - Slide

glucagon
  • Te weinig glucose in je bloed         -> glucagon.

  • Glucose-gehalte gaat omhoog

Slide 21 - Slide

Regeling glucose gehalte
  • Onder invloed van insuline wordt glucose in de spier en levercellen omgezet in glycogeen
  • Hierdoor daalt de bloedsuikerspiegel. 
  • Onder invloed van glucagon wordt glycogeen omgezet in glucose
  • Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel. 
  • Dit proces van bijsturen noem je terugkoppeling

Slide 22 - Slide

Terugkoppeling/Feedback

Slide 23 - Slide

wisbordje schoon maken
alles inleveren

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

1
2
3
4
5
Alvleesklier
Bijnier
Teelbal
Schildklier
Hypofyse

Slide 26 - Drag question

Je hebt net een energy-drankje gedronken. Welk hormoon wordt gemaakt?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline

Slide 27 - Quiz

maken
5.6: opdracht 3 + 5 t/m 8

Slide 28 - Slide