Spreekwoorden/ Uitdrukkingen

spreekwoorden 
gezegden
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

spreekwoorden 
gezegden

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

1. Nakijken les 68
2. Terugblik
3. Spreekwoorden en uitdrukkingen
4. Blooket




Slide 2 - Slide

Nakijken les 68 opdracht 4 t/m 9

Slide 3 - Slide

Wel of geen koppelteken in de samenstelling?
A
dvd collectie
B
dvd-collectie

Slide 4 - Quiz

Wel of geen koppelteken in de samenstelling?
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen

Slide 5 - Quiz

Maak van onderstaande woorden een juiste samenstelling.
Let op: sommige samenstellingen schrijf je met een koppelteken.

koffie apparaat
A
koffie apparaat
B
koffie-apparaat
C
koffieapparaat

Slide 6 - Quiz

Als er sprake is van een klinkerbotsing schrijven we samenstellingen met een koppelteken.
Is hier sprake van? Welke schrijfvorm is juist?
A
caféeigenaar
B
cafe-eigenaar
C
cafeeseigenaar
D
café-eigenaar

Slide 7 - Quiz

Ik baal als een stekker

Slide 8 - Slide

DOEL:
Aan het eind van deze les:

  • Weet je meer over spreekwoorden en gezegden
  • Ken je de betekenis van enkele spreekwoorden en gezegden

Slide 9 - Slide

Welke spreekwoorden herken je in de volgende video?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Ken je er nog ééntje? ?

Slide 12 - Mind map

Verschil spreekwoorden en uitdrukkingen
  • Een spreekwoord is een vaste zin met een wijsheid of tip.
    Bijvoorbeeld: Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken. 
  • Een uitdrukking is een woord of groepje woorden met een aparte betekenis die je in zinnen kunt gebruiken.
    Bijvoorbeeld:  'Er als de kippen bij zijn', kun je veranderen in; 'Zij zijn er altijd als de kippen bij als het gratis is'.

Slide 13 - Slide

Even oefenen:

Slide 14 - Slide

Moet je een spreekwoord
letterlijk of figuurlijk nemen?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 15 - Quiz


zuig ik uit mijn duim
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
goed met elkaar overweg kunnen
C
iets verzinnen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 16 - Quiz


samen door één deur
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
goed met elkaar overweg kunnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 17 - Quiz


door dik en dun
A
altijd, onvoorwaardelijk
B
met een slecht humeur de dag beginnen
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 18 - Quiz


met het verkeerde been uit bed gestapt
A
uit je hoofd weten
B
in een slechte bui zijn
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
maken van niets een groot probleem

Slide 19 - Quiz


maken van een mug een olifant
A
iemand respecteren hoe hij is
B
doen alsof je van niets weet
C
is het gedaan, is het zover gekomen
D
van iets kleins een groot probleem maken

Slide 20 - Quiz


alles weer koek en ei
A
iemand respecteren hoe hij is
B
doen alsof je van niets weet
C
is het goed tussen die twee
D
maken van niets een groot probleem

Slide 21 - Quiz


niet bij elkaar onder de plak zitten
A
iemand respecteren hoe hij is
B
niet de macht over elkaar hebben
C
is het goed tussen die twee
D
sterk overdrijven

Slide 22 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Doen alsof je neus __
A
snuit
B
kriebelt
C
bloedt
D
niest

Slide 23 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Door de mand __
A
kennen
B
stoppen
C
vallen
D
hangen

Slide 24 - Quiz

Maak de uitdrukking af:

Uit je duim __
A
komen
B
zuigen
C
kennen
D
meten

Slide 25 - Quiz


Wie goed doet, goed ontmoet
Wat zou dit spreekwoord betekenen?

Honger is een scherp zwaard.

Slide 26 - Open question


De beste stuurlui staan aan wal.
Wat zou dit spreekwoord betekenen?

Ieder huisje heeft zijn kruisje.

Slide 27 - Open question

Wat zou dit spreekwoord betekenen?

Eén zwaluw maakt nog geen zomer.

Slide 28 - Open question

https://dashboard.blooket.com/set/6280c46adc6d791d57cf8991 

Slide 29 - Slide

Zoek minimaal 2 spreekwoorden of gezegden.

Slide 30 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

1. Nakijken les 69
2. Terugblik
3. Film opdracht




Slide 31 - Slide

Nakijken les 69 opdracht 1, 3, 4, 5, 6 & 8

Slide 32 - Slide

Enquête invullen
Enquête Engels 

Slide 33 - Slide

Wat zou dit spreekwoord betekenen?

Wie wat bewaart, die heeft wat.

Slide 34 - Open question

Wat zou dit spreekwoord betekenen?

Achter de wolken schijnt de zon.

Slide 35 - Open question

Wat zou dit spreekwoord betekenen?

Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.

Slide 36 - Open question


  • Zoek een plekje in of buiten de school om een spreekwoord of gezegde te fotograferen of te filmen.  
  • Let op: verklap op de foto of in je video niet om welk spreekwoord of gezegde het gaat.  
  • Wanneer er andere personen op de foto of video komen, moet hiervoor te allen tijde eerst toestemming worden gevraagd. 
  • Over 20 minuten ben je terug in het lokaal. Eerder mag ook. 
  • We sluiten de les af met het bekijken van jullie filmpjes/ foto's   
Opdracht

Slide 37 - Slide