5.2 Ontwikkeling van de verzorgingsstaat

Lesplanning H4
Bespreken huiswerk  § 5.1
3-4-7-10-11-13
10 min
Uitleg § 5.2
15 min
maken vragen
25 min
1 / 37
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesplanning H4
Bespreken huiswerk  § 5.1
3-4-7-10-11-13
10 min
Uitleg § 5.2
15 min
maken vragen
25 min

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Zoek de volgende bladzijdes in je boek: 
lesboek: 154
werkboek: 146

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

3
Voorbeeldantwoord:

  • - ontslag (werkloosheid)
  • - een chronische beperking
  • - een (tijdelijke of chronische) ziekte
  • - alleenstaand ouderschap (zorg voor kleine kinderen)



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

4
  • Als groepen mensen weigeren hun financiële bijdrage te leveren (via belastingen, premies), heeft de overheid minder geld in kas om voorzieningen te betalen.
  • Het gaat om solidariteit: de bereidheid in een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

7
  • a. Eigen uitwerking.
  • b. Sociale zekerheid, want als de werkloosheid stijgt, stijgen ook de uitgaven voor uitkeringen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

10

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Dilemma's
Bij het oplossen van een maatschappelijk heb je vaak te maken met dillema's.
Dilemma: een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of nadelen hebben 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

11a

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

11b
Voorbeeldantwoord:

  • Ja, iedereen heeft recht op doorbetaling, want je hebt er ook voor betaald.
  • Ja, iedereen heeft recht op doorbetaling, want een ongeluk kan iedereen overkomen.
  • Nee, mensen die gevaarlijke dingen doen in hun vrije tijd, lopen verhoogd risico en moeten zelf de kosten betalen die dit risico met zich meebrengt


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

13
Niet iedereen komt voor alle voorzieningen in aanmerking. Het ontvangen van huurtoeslag is bijvoorbeeld afhankelijk van de hoogte van je inkomen en een gratis bibliotheekabonnement geldt vaak tot je achttiende

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

5.2 Ontwikkeling van de verzorgingsstaat
"Hoe heeft de verzorgingsstaat zich ontwikkeld en 
welke factoren waren daarbij belangrijk?"

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 5.2
Jullie kunnen na deze paragraaf...
  1. Uitleggen wat wordt bedoeld met de begrippen nachtwakersstaat en  participatiesamenleving
  2. Beschrijven hoe de verzorgingsstaat zich in Nederland in fases heeft ontwikkeld
  3. De verschillende politieke visies op de verzorgingsstaat duiden

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkeling:
Nederland is in de 19e eeuw een industriële samenleving geworden.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nederland als nachtwakersstaat
  • In de eerste helft van de 19e eeuw gold in de Nederlandse economie het principe van de volledig vrije markt waarin de overheid zich niet bemoeide met de economie.
  • Zwakkeren (armen, zieken en ouderen) werden niet door de overheid geholpen, maar door de kerk,  liefdadigheidsinstellingen of rijken.
  • Vanaf 1854 komt hier verandering in en komt de overheid met sociale wetgeving





Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vraag:
Wat heeft het algemeen kiesrecht betekent voor de sociale wetgeving in Nederland?

Slide 16 - Slide

Het algemeen kiesrecht zorgde ervoor dat de belangen van arbeiders en minderbedeelden beter werden vertegenwoordigd, wat leidde tot een versnelling en uitbreiding van sociale wetgeving in Nederland.
  1. Grotere politieke invloed van arbeiders en lagere klassen
  2. Groei van sociaaldemocratische en katholieke partijen
  3. Uitbreiding van sociale wetgeving
  4. Druk op werkgevers en liberalen om sociale kwesties aan te pakken
Vrouwen voor het eerst naar de stembus in 1921
Gemeenteraadsverkiezingen Amsterdam

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Overgangsperiode
Vraag:
Wat was een reactie op deze uitbuiting?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

Samuel van Houten:
  • Werd vooral bekend door zijn Kinderwetje uit 1874 
  • In deze wet zijn bepaalde vormen van kinderarbeid verboden. 
  • Dit was de tweede sociale wet in Nederland, na de Armenwet in 1854.
  • Zijn argumentatie voor zijn streven naar een corrigerende overheid berustte op economische motieven. Kinderarbeid zou roofbouw zijn op het nationaal productieve vermogen.
Reactie: opstanden en protesten! Opkomst vakbonden en sociale wetten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Een voorbeeld van een sociale wet: woningwet 1901
  • In het begin van de vorige eeuw woont een groot deel van de werkende bevolking in de Nederlandse steden in de krotten van de arbeiderswijken.
  • De huizen klein en tochtig, er is geen waterleiding, geen badkamer of wc.
  • De woningwet van 1901 moet hier een einde aan maken en de woonomstandigheden verbeteren.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Tijdens de industrialisatie leefden
mensen in een nachtwakersstaat. Noem drie voorbeelden uit de video waaraan je dat kan zien

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Uitbouw na WOII
Sociale wetten (bron 6 blz. 213
Vraag: 
Wat weet je over Willem Drees?

Sociale wetten (bron 6 blz. 213)

Slide 24 - Slide

Willem Drees:
Willem Drees was een Nederlands politicus van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij en de latere Partij van de Arbeid. Hij was minister-president van Nederland van 1948 tot 1958, en wordt door menigeen beschouwd als een van de belangrijkste naoorlogse Nederlandse politici. 

KVP:
De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. Dit kennen we nu als het CDA.
Fase 3: een participatiesamenleving?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Liberaal: verzorgingsstaat als vangnet voor mensen die echt niet kunnen werken --> prikkel om te werken is belangrijk.
Terughoudende rol overheid
Sociaal-democratisch: ruimere voorzieningen voor mensen in een kwetsbare positie + streven naar minder ongelijkheid.
Actieve rol overheid
Christen-democratisch: grote rol voor maatschappelijk  middenveld overheid=aanvullend
Politieke visies

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Paradox

De paradox van de verzorgingsstaat?

paradox=tegenstrijdigheid


Ontwikkeling:
vergrijzing en ontgroening

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Omschrijf deze paradox (=tegenstrijdigheid)
van de verzorgingsstaat?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Noem 2 gevolgen van de vergrijzing en ontgroening.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Wat is die paradox?
blz. 214 in je boek: vergrijzing/ontgroening

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Hoe blijft de sociale zekerheid betaalbaar?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Hoe blijft de sociale zekerheid betaalbaar?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Idee per periode
1850/1900
een burger is verantwoordelijk voor zichzelf
1900/1950
óók de maatschappij is verantwoordelijk voor een burger
1950/heden
de maatschappij heeft een grote verantwoordelijkheid naar een burger
heden
de burger is meer verantwoordelijk voor zijn eigen leven en omgeving.
Steeds minder leunen op de overheid!

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen behaald?
Jullie kunnen na deze paragraaf...
  1. Uitleggen wat wordt bedoeld met de begrippen nachtwakersstaat en  participatiesamenleving
  2. Beschrijven hoe de verzorgingsstaat zich in Nederland in fases heeft ontwikkeld
  3. Uitleggen wat wordt bedoeld met de "paradox van de verzorgingsstaat"
  4. De verschillende politieke visies op de verzorgingsstaat duiden

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
KEUZE:
  • Aan de slag met de opdrachten van 5.2
  • Voor volgende les:
  • Opdrachten: 2-5-6-11

Slide 37 - Slide

This item has no instructions