Zuren & basen basis

basis over zuren en basen, indicatoren
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

basis over zuren en basen, indicatoren

Slide 1 - Slide

Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Elke stap is een factor 10. Dus van pH 7 naar pH 5 is 10x10=100x zo zuur.
zuur
basisch
neutraal

Slide 2 - Drag question


Hiernaast is afgebeeld...
A
rode koolsap
B
blauw lakmoespapier
C
rood lakmoespapier
D
universeel indicatorpapier

Slide 3 - Quiz


Wat is de betekenis van het gevarenpictogram dat hiernaast 
staat afgebeeld?
A
licht ontvlambaar
B
oxiderend
C
corrosief
D
giftig

Slide 4 - Quiz

Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Indicator
in zure oplossing
in neutrale oplossing
in basische oplossing
rood lakmoes
-
-
rood
-
-
rode koolsap
paars
universeel indicatorpapier
blauw
blauw lakmoes
rood
rood/oranje
oranje/geel
groen/blauw
geel/groen

Slide 5 - Drag question


Geef de naam van de volgende formule: HNO3 (l)
A
zwavelzuur
B
zoutzuur
C
azijnzuur
D
salpeterzuur

Slide 6 - Quiz

Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
zuur
base
H+
OH-
universeel indicator-papier kleurt rood
NaOH
H3PO4
pH = 13,5
pH = 4
zuurrestion
O2-
soda oplossing
cola

Slide 7 - Drag question


Wat is de betekenis van het gevarenpictogram dat hiernaast 
staat afgebeeld?
A
irriterend
B
schadelijk voor het milieu
C
corrosief
D
giftig

Slide 8 - Quiz


Geef de naam van de volgende formule: H2SO4 (aq)
A
verdund salpeterzuur
B
zwavelzuur
C
verdund zwavelzuur
D
salpeterzuur

Slide 9 - Quiz


Een zuur is een bijtende stof.

Welke pictogram moet er op het etiket van een zuur staan?
A
pictogram A
B
pictogram B
C
pictogram C
D
pictogram D

Slide 10 - Quiz

Met een basisch schoonmaakmiddel kan ik...
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen

Slide 11 - Quiz

BASE
ZUUR
Zuur of base? Sleep de formules naar het juiste vak. 

Slide 12 - Drag question

Een zuur is een deeltje...
A
dat H+ kan afstaan
B
dat een lage pH heeft
C
dat H+ kan opnemen
D
dat een hoge pH heeft

Slide 13 - Quiz

Welk van de volgende stoffen
maakt o.a. 'zure regen' zuur?
A
water
B
zoutzuur
C
salpeterzuur
D
fosforzuur

Slide 14 - Quiz

Waterstof-chloride
Zwavel-zuur
Fosfor-zuur
Salpeter-zuur
Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
HCl
HNO3
H2SO4
H3PO4

Slide 15 - Drag question

Voor zure oplossingen geldt...
A
pH = 7
B
pH < 7
C
pH > 7
D
pH = 0

Slide 16 - Quiz

Met een zuur schoonmaakmiddel
kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen

Slide 17 - Quiz

Zuur
of
basisch?
A
zuur
B
basisch
C
neutraal

Slide 18 - Quiz

Wat is een belangrijke eigenschap van
een zuur in zuur-base reacties?
A
neemt H+ op
B
staat H+ af
C
neemt OH- op
D
staat OH- af

Slide 19 - Quiz


Tafelazijn heeft een...
A
pH groter dan 7
B
pH kleiner dan 7
C
pH is 7

Slide 20 - Quiz

Als je suiker toevoegt aan een zure drank,
dan is het nog steeds zuur.
A
juist, alleen overheerst de zoete smaak
B
juist, je proeft de zure smaak nog steeds duidelijk
C
onjuist, het smaakt dan zoet
D
onjuist, het zuur wordt door suiker geneutraliseerd

Slide 21 - Quiz

Een zuur kan...
A
een elektron opnamen
B
een elektron afstaan
C
een H+ opnemen
D
een H+ afstaan

Slide 22 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van zuur?
A
zoet
B
zout
C
basisch
D
pittig

Slide 23 - Quiz

Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
zuren:
+
-
-
n.v.t.

Slide 24 - Drag question


Het zuur worden
van melk is een...
A
fase-overgang
B
scheiding van een mengsel
C
vorming van een mengsel
D
chemische reactie

Slide 25 - Quiz

Welk van onderstaande zuren is
een tweewaardige zuur?
A
H3PO4
B
H2SO4
C
HNO2
D
HBr

Slide 26 - Quiz


Welke kleur zal een oplossing van huishoudammonia aangeven?
A
donker blauw
B
geel
C
groen
D
rood

Slide 27 - Quiz