P1 E-mailconventies, werkwoorden, hoofdletters, getallen en cijfers, samengestelde zinnen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terug van vakantie, op naar de...
Toets....

Slide 2 - Slide

Lesdoelen (laatste les voor de toets)
  • Waar moet een e-mail aan voldoen?
  • Wat zijn werkwoorden? Welke werkwoorden ken je?
  • Wat is de persoonsvorm in een zin?
  • Wat is een samengestelde zin?
  • Wat zijn zwakke en wat zijn sterke werkwoorden? 
  • Hoe vervoeg je zwakke en sterke werkwoorden?
  • Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden?
  • Wat is het voltooid deelwoord? 
  • Hoe vervoeg je het voltooid deelwoord?

Slide 3 - Slide

E-mail (zelf) controleren
  • Onderstreep de hoofdletters, staan ze goed geschreven?
  • Geen hoofdletters vergeten?
  • Onderstreep de werkwoorden.
  • Staan de werkwoorden goed geschreven? 
  • Waar nodig: verbeter je mail.

Slide 4 - Slide

E-mailconventies (afspraken / regels)
Zender / aan wie?

Onderwerp: 

Aanhef,
>
Eerste alinea: voorstellen + reden van schrijven (aanleiding)
>
Tweede / derde en volgende alinea: voorstel doen en/of vraag stellen.
>
Afsluitende zin waarin een vraag wordt gesteld.
>
Afsluitende groet,
Naam afzender


Slide 5 - Slide

In duo's
  • Wissel je e-mail met je buurvrouw / buurman.
  • Geef elkaar feedback (tips en tops). 
  • Let hierbij op de volgende dingen:
    werkwoorden, hoofdletters, staat alles erin, zijn er verschillende alinea's / witregels, staan getallen goed geschreven, zijn de zinnen niet te lang?
  • Bespreek dit met elkaar. Pas je e-mail waar nodig aan.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Experts 
  1. Kern Les 13: Hoofdletters + 2 voorbeelden.
  2. Kern les 20: Persoonsvorm.
  3. Kern les 26: Persoonsvorm tegenwoordige tijd.
  4. Kern les 27: Persoonsvorm verleden tijd.
  5. Kern les 39: Voltooid deelwoord.
  6. Kern les 41: Engelse werkwoorden.
  7. Getallen, hoe schrijf je die?  https://youtu.be/gqgTZJbWFiU

Slide 8 - Slide

Delen door de experts 
(7x 1 minuut)

Slide 9 - Slide

De experts: 
  1. Hoofdletters + 2 voorbeelden.
  2. Persoonsvorm.
  3. Persoonsvorm tegenwoordige tijd.
  4. Persoonsvorm verleden tijd.
  5. Voltooid deelwoord.
  6. Engelse werkwoorden.
  7. Getallen, hoe schrijf je die?

Slide 10 - Slide

Vragen?

Slide 11 - Slide

Samengestelde zinnen

Slide 12 - Slide

Samengestelde zin
- heeft twee persoonsvormen en vaak ook twee onderwerpen.

Het is al laat, DUS we moeten gaan slapen.
Ik ga niet mee, WANT ik hou niet van gamen.

Slide 13 - Slide

Ik ga naar huis.

De grote hond blaft.

De kaartjes waren uitverkocht.


We hebben allemaal stil gewerkt.
Ik voel mij niet lekker.

Hij bijt niet.

Ik heb er nog eentje kunnen krijgen.

We hoefden een opdracht minder te maken.

Slide 14 - Slide

Voegwoorden
en, maar, of, dan, dus, want


dat, voordat, nadat, tot, terwijl, als, toen, omdat, doordat, zodat.

Slide 15 - Slide

Individueel: enkelvoudig of samengesteld?
1. Hij ziet een vogel.
2. Hij is erg blij dat hij die vogel ziet.
3. Al jaren is hij op zoek geweest naar die vogel namelijk.
4. Hij wist niet zeker, of hij hem zou zien.
5. Omdat hij de vogel ziet, is hij gelukkig.
6. Dat is echt heel fijn voor hem.
7. De vogel zelf weet hier verder helemaal niets vanaf.

Slide 16 - Slide

Vragen?

Slide 17 - Slide

Terugblik: lesdoelen
  • Waar moet een e-mail aan voldoen?
  • Wat zijn werkwoorden? Welke werkwoorden ken je?
  • Wat is de persoonsvorm in een zin?
  • Wat is een samengestelde zin?
  • Wat zijn zwakke en wat zijn sterke werkwoorden? 
  • Hoe vervoeg je zwakke en sterke werkwoorden?
  • Hoe vervoeg je Engelse werkwoorden?
  • Wat is het voltooid deelwoord? 
  • Hoe vervoeg je het voltooid deelwoord?

Slide 18 - Slide

Vooruitblik
Dinsdag 26 oktober: toets e-mail schrijven.
Chromebook OPGELADEN meenemen.


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Slide