Les 3- Making plurals

Bilal
Amina 
Leandro
Aya
Iman
Rayan
Nazli
Sama
Saadet
Amira
Kubilay
Wiktor
Zakaria
Adam
Belal
Rasan
Ferdaus
Nyfon
Naufal
Merve
Yaqoot
Marouan
docent
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bilal
Amina 
Leandro
Aya
Iman
Rayan
Nazli
Sama
Saadet
Amira
Kubilay
Wiktor
Zakaria
Adam
Belal
Rasan
Ferdaus
Nyfon
Naufal
Merve
Yaqoot
Marouan
docent

Slide 1 - Slide

Startklaar
  1. Ga gelijk op je plek zitten.
  2. Laptop opstarten en daarna opzij zetten.
  3. Boek b, map & pen op tafel
  4. Plaats je mobiel in zakkie op tafel.
  5. Rustig wachten tot de les start.

  

timer
2:00

Slide 2 - Slide

Terugblik (Theme words)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Today’s Program & Learning Goals
Grammar: Plural
Opdrachten Plural
Goal:
At the end of the lesson we can apply the correct plural form.

Doel: aan het eind van de les kunnen we de juiste meervoudsvorm toepassen.

Slide 5 - Slide

timer
1:00
A noun = zelfstandig naamwoord
namen van mensen, dieren en dingen
Can you give a noun in English, please?

Slide 6 - Mind map

A noun
man, woman, student, girl, boy
objects - chair,  table, eye, kitchen, house, football
animals - cat, dog


Slide 7 - Slide

Meervoud
=
Plurals!

Slide 8 - Slide

Geef een voorbeeld van een meervoud in het Nederlands

Slide 9 - Open question

Hoe maak je meervouden in het Engels?
De algemene regel is:
Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord (noun).
Voorbeeld:
One boy --> two boys
One apple --> three apples
One house --> four houses
Onthoud: nooit 's! 

Slide 10 - Slide

Uitzondering 1
Eindigt het woord op medeklinker + Y --> meervoud wordt -ies
Voorbeeld: 
One hobby --> two hobbies
One story --> six stories
One bunny --> three bunnies

Slide 11 - Slide

Uitzondering 2
Eindigt het woord op -f(e) --> meervoud wordt -ves
Voorbeeld:
one knife - two knives
one wife - three wives
one leaf - nine leaves

Slide 12 - Slide

Uitzondering 3
Eindigt het woord op -s -ss -sh - ch -x --> meervoud wordt -es
Voorbeeld:
one bus --> two buses 
one business --> two businesses
one wish --> two wishes
one witch --> two witches
one box --> two boxes 

Slide 13 - Slide

Uitzondering 4
Eindigt het woord op medeklinker + o --> meervoud wordt -es
Voorbeeld:
one hero --> two heroes
one tomato --> four tomatoes

Slide 14 - Slide

Onregelmatige meervouden
man        >  men
woman  >  women
child       >  children
person   >  people
Sommige meervouden moet je uit je hoofd leren:
sheep       >  sheep
fish            >  fish
mouse      >  mice
tooth         >  teeth
foot            >  feet

Slide 15 - Slide

brush
A
brushes
B
brush's
C
brushs
D
brushies

Slide 16 - Quiz

1 fish
A
fishes
B
fish
C
fishen
D
fishies

Slide 17 - Quiz

foot
A
foots
B
feet
C
footes
D
feets

Slide 18 - Quiz

fork
A
forks
B
forkes
C
fork
D
forkess

Slide 19 - Quiz

knife
A
Knifes
B
Knives
C
Knifs
D
Knivs

Slide 20 - Quiz

story
A
storys
B
storis
C
stories
D
stores

Slide 21 - Quiz

Ik kan nu de juiste vorm van meervoud gebruiken.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
misschien

Slide 22 - Quiz

Task
Maak oefeningen
31 (a & b)
32 (a & b)

Slide 23 - Slide

Round-up
Today…
... we have looked at how to make nouns plural.
Bedenk een woord om meervoud te maken als je de klas uitgaat als een uitrijkaart (exit ticket).

Slide 24 - Slide