Trappen van vergelijking thema Uit de kunst

Trappen van vergelijking 

thema Uit de kunst
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Trappen van vergelijking 

thema Uit de kunst

Slide 1 - Slide

De duurste schilderijen 

van de wereld

Slide 2 - Slide

3
De kaartspelers
Paul  Cézanne
212 miljoen euro
de staat Qatar

Slide 3 - Slide

2
Interchange
Willem de Kooning
255 miljoen euro
rijke man uit Amerika

Slide 4 - Slide

1
Salvator Mundi
Leonardo Da Vinci
383 miljoen euro
rijke man uit Saoedi-Arabië?

Slide 5 - Slide

Dit schilderij is duur.
212 miljoen

Slide 6 - Slide

Dit schilderij is duurder.
255 miljoen

Slide 7 - Slide

Dit schilderij is het duurst.
383 miljoen

Slide 8 - Slide


duur

Slide 9 - Slide

De oudste mensen 

van de wereld

Slide 10 - Slide

4

Slide 11 - Video

00:08
Uit welk land komt mevrouw Tanaka?
A
Frankrijk
B
Noord-Korea
C
Nederland
D
Japan

Slide 12 - Quiz

00:26
Uit welk land komt mevrouw Lucille Randon?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Japan
D
Nederland

Slide 13 - Quiz

00:49
Hoe oud is de oudste vrouw van Nederland?
Vul in: ... jaar

Slide 14 - Open question

01:09

Vrouwen worden gemiddeld
ouder dan mannen.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

mw. Hoekema 110                        mw. Randon 117                                  mw. Tanaka 119     
Mevrouw Hoekema is oud.
Mevrouw Randon is ouder dan mevrouw Hoekema.
Mevrouw Tanaka is het oudst.

Slide 16 - Slide


oud


                                                                        regel uitleggen er/het +st

Slide 17 - Slide

duur
ver


                                                                        regel uitleggen r 

Slide 18 - Slide

dik
groot


                                                     regel uitleggen -er + spelling

Slide 19 - Slide

De hond is groter dan de muis.
De olifant is groter dan de hond.
De olifant is groter dan de muis.

Slide 20 - Slide


De olifant is het grootst.

Slide 21 - Slide


klein


Slide 22 - Slide



De muis is ... de hond.
A
klein
B
het kleinst
C
kleiner dan
D
kleiner

Slide 23 - Quiz



De hond is ... de olifant.
A
groter dan
B
kleiner dan
C
kleiner
D
het kleinst

Slide 24 - Quiz



De hond is ... de muis.
A
het grootst
B
grootst
C
groter dan
D
het kleinst

Slide 25 - Quiz



De olifant is ... de hond en de muis.
A
groter dan
B
grootst
C
groter
D
het kleinst

Slide 26 - Quiz



De muis is ...
A
het grootst
B
kleinst
C
kleiner dan
D
het kleinst

Slide 27 - Quiz



De olifant is ...
A
het grootst
B
grootst
C
groter dan
D
het kleinst

Slide 28 - Quiz

Maak een zin
met deze dieren.

Slide 29 - Open question

Maak een zin
met deze dieren:

Slide 30 - Open question

Dit kan met heel veel woorden:
dik, dun, rijk, arm, laat, vroeg, 
mooi, lelijk, nat, droog,
hoog, laag
enz.

Slide 31 - Slide

Wat voor niveau oefening
wil je na deze les maken?
makkelijk
moeilijk

Slide 32 - Poll