Trappen van vergelijkingen MYP 2

Trappen van vergelijkingen (trees of comparisons)
Grammatica
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Trappen van vergelijkingen (trees of comparisons)
Grammatica

Slide 1 - Slide

Leerdoel (learning goal)
  • Je kunt de verschillende trappen van vergelijking herkennen en vormen (You can identify and form the different stages of comparison)

Slide 2 - Slide

Adjectieven
We gebruiken adjectieven bij de trappen van vergelijkingen.

Slide 3 - Slide

Wat zijn adjectieven?

Slide 4 - Open question

Geef 5 voorbeelden van adjectieven in het Nederlands. Let op je spelling!

Slide 5 - Open question

Regelmatig (regular)
Regelmatige trappen van vergelijkingen krijgen als uitgang meestal -er of -der en -st of -ste naast het adjectief
Voorbeeld:
(oud) oud - ouder - oudst (ik ben het oudst/ hij is het oudste kind)
(duur) duur - duurder - duurst ( de mobiele telefoon is het duurst)
Note: adjectieven die op een 'r' eindigen, krijgen als uitgang '-der'

Slide 6 - Slide

Onregelmatig (irregular)
Onregelmatige trappen van vergelijkingen veranderen van vorm.
goed - beter (geen goeder) - best (geen goedst)
weinig - minder (geen weiniger) - minst (geen weinigst)
veel - meer (geen veler) - meest (geen veelst)
graag - liever (geen grager) - liefst (geen graagst)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

De gewone (regular) trappen van vergelijking
duur - duurder - het duurst
oud - ouder - het oudst

De onregelmatige (irregular) trappen van vergelijking
goed - beter - best
graag - liever - liefst
veel - meer - meest 
weinig - minder - minst

Slide 9 - Slide

Vergrotende trap (comparative)

liever (f (lief) into v (liever))
kwader (get rid of one vowel)
duurder (gets -der instead of -er)

beter
minder
Overtreffende trap (superlative)
het liefst
het kwaadst
het duurst


het best
het minst
Stellende trap (an adjective)
lief
kwaad
duur


goed
weinig

Slide 10 - Slide

Vergelijken (Compare)

Slide 11 - Slide

Vergelijken

Slide 12 - Slide

Vergelijken

Slide 13 - Slide

Onregelmatige vergelijkingen

Slide 14 - Slide

Onregelmatige vergelijkingen

Slide 15 - Slide

Regelmatige vergelijkingen

Slide 16 - Slide

Onregelmatige vergelijkingen

Slide 17 - Slide

veel - ........... - meest

Slide 18 - Open question

weinig - minder - ............

Slide 19 - Open question

.............. - beter - best

Slide 20 - Open question

graag - ................. - liefst

Slide 21 - Open question

duur (expensive) - ................... - duurst

Slide 22 - Open question

groot - ...................... - grootst

Slide 23 - Open question

dun (thin) - ..................... - dunst

Slide 24 - Open question

lief (nice/ friendly) - ................. - liefst

Slide 25 - Open question

Schrijf een regelmatige (regular) adjectief met alle drie trappen (voorbeeld: mooi - mooier - mooist)

Slide 26 - Open question

Schrijf een onregelmatige (irregular) adjectief met alle drie trappen

Slide 27 - Open question

Ezelsbruggetje (a little trick to help you remember)
Stellende trap -          Vergrotende trap -          Overtreffende trap
(adjective/ 1st step) - comparitive/ 2nd step) - superlative/ 3rd step)
SVO
(S = Stellende: 1st step: an adjective)
(V = Vergrotende: 2nd step: -er/ -der)
(O = Overtreffende: 3rd step: -st/ ste)

Slide 28 - Slide

De stellende trap is de ......
A
eerste trap
B
tweede trap
C
derde trap
D
vierde trap

Slide 29 - Quiz

De vergrotende trap is de ......
A
eerste trap
B
tweede trap
C
derde trap
D
vierde trap

Slide 30 - Quiz

De overtreffende trap is de ......
A
eerste trap
B
tweede trap
C
derde trap
D
vierde trap

Slide 31 - Quiz


De overtreffende trap van kort is ....
Let op de spelling!
A
kort
B
korter
C
kortst
D
korst

Slide 32 - Quiz


De stellende trap van geel is ...
Let op de spelling!
A
geel
B
geler
C
geelst
D
geeler

Slide 33 - Quiz


De vergrotende trap van lang is ..
 Let op de spelling!
A
lang
B
langer
C
langst
D
langder

Slide 34 - Quiz


De vergrotende trap van goed is ....
A
goed
B
goeder
C
beter
D
better

Slide 35 - Quiz


De overtreffende trap van weinig is ...
A
weinig
B
weiniger
C
weinigst
D
minst

Slide 36 - Quiz


De stellende trap van veel is ....
A
veel
B
meer
C
meest
D
veelst

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Link

Zoek alle vergrotende trap-woorden in deze tekst en schrijf ze op:

Slide 39 - Open question

Zoek alle overtreffende trap-woorden (3rd step) in deze tekst en schrijf ze op:

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Link


Schrijf de trappen van vergelijking bij 'lang' in de goede volgorde: 1st step - comparative - superlative

Slide 42 - Open question


Maak met elk van deze woorden een zin 'graag - liever - liefst'

Slide 43 - Open question

Waarom is het belangrijk voor jou om te weten over de trappen van vergelijkingen?
( Why is it important for you to know about trees of comparisons)?

Slide 44 - Open question

Maak nu 10 zinnen met verschillende trappen van vergelijkingen over jezelf. Post je 10 zinnen op MB.

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

Slide 47 - Link

Slide 48 - Link

Slide 49 - Link