Oefentoets Romeinen 1BK kader-versie

Oefentoets Romeinen 1BK 
Kader-versie
1 / 51
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Oefentoets Romeinen 1BK 
Kader-versie

Slide 1 - Slide

Oefentoets
Neem de tijd om een vraag te maken. 
Heb je een vraag fout? Zoek dan uit wat er fout is! Gebruik je boek, internet, studiewijzer.
Kom je er niet uit? Vraag een klasgenoot of je docent. 
Succes met leren! 
Niet alle leerdoelen worden getoetst in deze oefentoets. 
Vergelijk bij een open vraag, jouw antwoord met het antwoordmodel. 

Slide 2 - Slide

Bij welke rivier stopten de Romeinen in Nederland met veroveren?
A
De Waal
B
Het Eemskanaal
C
De Rijn
D
De IJssel

Slide 3 - Quiz

Hoe lang dienden soldaten in het Romeinse leger?
A
15 jaar
B
20 jaar
C
25 jaar
D
35 jaar

Slide 4 - Quiz

Waarom legden de Romeinen wegen aan door het Romeinse Rijk?
A
Voor handel en ambulances
B
Voor paardenrennen en handel
C
Voor de verdediging en de handel
D
Voor de handel en voor de lol

Slide 5 - Quiz

Wie zijn dit?
A
Romulus en Romus
B
Romulus en Ramus
C
Romolos en Remus
D
Romulus en Remus

Slide 6 - Quiz

Welke zin klopt niet?
A
Dankzij de Romeinen weten we wat een snackbar is
B
De Romeinen gingen graag naar een badhuis
C
De Romeinen hebben de bouwkunst en goden overgenomen van de Germanen
D
De stad Pompeii werd bedolven door een vulkaanuitbarsting

Slide 7 - Quiz


➤Welke keizer stak Rome in brand?

Slide 8 - Open question

Welk volk woonde er ten noorden van het Romeinse Rijk?
A
De Grieken
B
De Germanen
C
De Hunnen
D
De Indianen

Slide 9 - Quiz

Hoe noemen we het overnemen van de Romeinse cultuur?
A
Romeinisering
B
Vergrieksen
C
Romanisering
D
Germanisering

Slide 10 - Quiz

Zet in de juiste chronologische volgorde
Julius Caesar veroverde Gallie
Rome wordt een keizerrijk
Romulus en Remus stichten Rome
Twee Romeinse rijken

Slide 11 - Drag question

Welke Romeinse sport zien we hier?
A
Formule 1
B
Gladiatorengevecht
C
Hardlopen
D
Wagenrennen

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van staatsvorm voor de Romeinen?
A
Republiek, keizerrijk, koninkrijk
B
Koninkrijk, keizerrijk, republiek
C
Koninkrijk, republiek, keizerrijk
D
Keizerrijk, koninkrijk, republiek

Slide 13 - Quiz

Wie was de Romeinse oppergod?
A
Jupiter
B
Zeus
C
Poseidon
D
Neptunes

Slide 14 - Quiz

Welke gebeurtenis zien we op de kaart?
A
Middeleeuwen
B
Tocht van Hannibal over de Alpen
C
Volksverhuizingen
D
Eerste Wereldoorlog

Slide 15 - Quiz

Hoe kwam Caesar aan zijn einde?
A
Hij stierf aan een hartaanval
B
Werd vermoord
C
Sneuvelde op het slagveld
D
Kwam onder een auto

Slide 16 - Quiz

Bij welke keizer past deze afbeelding?
A
Constantijn
B
Nero
C
Augustus
D
Romulus

Slide 17 - Quiz

Caesar was een dictator. Leg uit hoe hij het rijk bestuurde.

Slide 18 - Open question


➤Welk gebied veroverde Caesar?
A
Gallië
B
Jeruzalem
C
Carthago
D
Griekenland

Slide 19 - Quiz


Gebruik de bron
Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.


➤Waarom noemden de Romeinen de Middellandse Zee Mare Nostrum (onze zee)?
A
Ze hadden alle gebieden rondom de Middellandse Zee veroverd.
B
Op de Middellandse Zee mochten alleen Romeinse schepen varen.
C
Alle mensen rondom de Middellandse Zee waren Romeinen geworden.
D
Omdat het mooi klinkt

Slide 20 - Quiz

Van welke cultuur hebben de Romeinen veel overgenomen?
A
Egyptenaren
B
Grieken
C
Perzen
D
Galliërs

Slide 21 - Quiz

Wat zien we op de afbeelding?
A
Martiniplaza
B
Democratie van Sparta
C
Romeinse Senaat
D
Amsterdam Arena

Slide 22 - Quiz

Welke zin klopt wel?
A
De wagenrenbaan in Rome heette het Colosseum
B
Arme Romeinen in Rome woonden in flats die we een insula noemen
C
Alle Romeinen gingen dagelijks naar een badhuis
D
Langs de grenzen van hun rijk bouwden de Romeinen piramides

Slide 23 - Quiz

Welke Romeinse stad werd er bedolven door een vulkaanuitbarsting?
A
Rome
B
Pompeii
C
Vesuvius
D
Carthago

Slide 24 - Quiz

Wat zie je op de kaart?
A
Splitsing in West- en Oost- Romeinse Rijk
B
De val van het Oost-Romeinse Rijk
C
De val van het West-Romeinse Rijk
D
De volksverhuizingen

Slide 25 - Quiz


De val van het Romeinse Rijk
A
Het Oost-Romeinse Rijk valt in 1476
B
Het West- Romeinse rijk valt in 1453
C
Het Oost-Romeinse Rijk valt in 476
D
Het West- Romeinse rijk valt in 476

Slide 26 - Quiz

Wat klopt niet over gladiatoren?
A
Gladiatoren werd goed verzorgd
B
Gladiatoren konden met vechten geld verdienen
C
Gladiatoren konden hun vrijheid terugverdienen
D
Bij elk gevecht ging er een gladiator door

Slide 27 - Quiz

Hoe noemen we de periode dat de Germaanse stammen massaal ergens anders gaan wonen?
A
Middeleeuwen
B
Oudheid
C
Germanisering
D
Volksverhuizing

Slide 28 - Quiz

Wat voor soort grens zien we op de afbeelding?
A
Kunstmatige grens
B
Legergrens
C
Boomgrens
D
Natuurlijke grens

Slide 29 - Quiz

Hoe noemen we de volgelingen van Jezus Christus
A
Moslims
B
Hindoes
C
Protestanten
D
Christenen

Slide 30 - Quiz

Welke zin klopt niet?
A
Langs de grens van het Romeinse rijk werden wachttorens en forten gebouwd
B
De stad Utrecht is gesticht door de Romeinen
C
Het Romeinse Rijk werd uiteindelijk verslagen door de Germanen en Carthago
D
Met urine maakten Romeinen hun kleren schoon

Slide 31 - Quiz

Zet in de juiste chronologische volgorde
1
2
3
4
Augustus keizer
Van van het West-Romeinse Rijk
Romeinse Rijk verdeeld in twee delen
Ontstaan christendom

Slide 32 - Drag question

Waar is het christendom ontstaan?
A
Rome
B
Groningen
C
Judea
D
Gallie

Slide 33 - Quiz

Wie was de eerste christelijke keizer?
A
Julius Caesar
B
Constantijn de Grote
C
Theodosius
D
Nero

Slide 34 - Quiz

Welk antwoord past het best de afbeelding?
A
Hannibal en de Romeinen
B
Hannibal en het leger van Carthago
C
Spartacus en de Romeinen
D
Julius Caesar en de Grieken

Slide 35 - Quiz

Welke keizer liet de christenen wreed vervolgen?
A
Augustus
B
Nero
C
Constantijn
D
Romulus

Slide 36 - Quiz

De Romeinen waren de baas rondom een grote zee. Ze zagen dit als hun eigen zee. Welke zee is dat?
A
De Noordzee
B
De Middellandse Zee
C
De Zwarte Zee
D
De Rode Zee

Slide 37 - Quiz

Wat gebruikten de Romeinen om te bouwen?
A
Kunststof
B
Bakstenen
C
Beton
D
Aluminium

Slide 38 - Quiz

Welk land is niet veroverd door de Romeinen?
A
Belgie
B
Australie
C
Frankrijk
D
Griekenland

Slide 39 - Quiz


Wat zie je op het plaatje?
A
De Senaat
B
Het Pantheon
C
Het Forum Romanum
D
Het Colosseum

Slide 40 - Quiz

In hoeveel delen wordt het Romeinse rijk verdeeld?
A
2
B
3
C
6
D
8

Slide 41 - Quiz

Waar komen de Hunnen vandaan?
A
Duitsland
B
Afrika
C
Azie
D
Australië

Slide 42 - Quiz

Wat hoort niet bij het Romeinse leger?
A
Het leger bestond uit vrijwilligers.
B
Het leger bestond uit beroepssoldaten.
C
Romeinse soldaten hadden een goede wapenuitrusting.
D
Romeinse soldaten moesten 25 jaar dienen.

Slide 43 - Quiz

Hoe noemen we de periode dat de Germaanse stammen massaal ergens anders gaan wonen?
A
Middeleeuwen
B
Oudheid
C
Germanisering
D
Volksverhuizing

Slide 44 - Quiz


Gebruik de bron
Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.

Bath is een plaats in Engeland. 
➤Welke conclusie kun je hieruit trekken?
A
De Engelsen hebben de bouwkunst van de Romeinen overgenomen
B
De Romeinen hebben heel Engeland veroverd.
C
De Romeinen hebben ook delen van Engeland veroverd
D
De Romeinen waren ook in Nederland.

Slide 45 - Quiz

Wie was de Romeinse god van de oorlog?
A
Neptunes
B
Juno
C
Mars
D
Twix

Slide 46 - Quiz

In welk jaar valt het West-Romeinse rijk?
A
400 n.Chr
B
476 n.Chr
C
500 n.Chr
D
600 n.Chr

Slide 47 - Quiz

Waarom werd het christendom zo populair in het Romeinse Rijk?

Slide 48 - Open question


De Romeinen hadden veel bewondering voor een volk uit de Oudheid. Zij nemen veel van dat volk over. Welk volk was dat?
A
De Grieken
B
De Spanjaarden
C
De Perzen
D
De Egyptenaren

Slide 49 - Quiz


De Romeinen zijn ook in Nederland geweest. Maar niet overal. Waar liep de grens in Nederland?
A
Langs de Maas
B
Langs de Rijn
C
Langs het IJsselmeer
D
Alleen Limburg was Romeins

Slide 50 - Quiz

En nu?
Leren voor de toets, tips:
Lees de paragrafen over de Romeinen nogmaals door.
Check of je de leerdoelen uit de studiewijzer onder de knie hebt, zet ze in de vragende vorm en geef antwoord.
Doe lessen in Lesson-Up nogmaals.
Bekijk de filmpjes uit de studiewijzer. 
Maak de vragen in je online werkboek.
Maak de oefentoets in je online werkboek. 

Slide 51 - Slide