7.2 Wat doet de Europese Unie?

• Economie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

7.2 Wat doet de Europese Unie?

Hoofdstuk 7 Hoe groot is onze wereld?

Wat weten we nog/al?

Wat is internationale handel?

1. Het kopen en verkopen van producten uit andere landen.
2. Het kopen en verkopen van producten binnen Nederland.
3. Het produceren van producten voor eigen gebruik.

Wat voor producten exporteert Nederland?

1. Elektronica en speelgoed
2. Cosmetica en parfums
3. Machines, apparaten en agrarische producten
4. Kleding en schoenen

Wat kan een reden zijn om producten te importeren?

1. Als de importbelastingen hoog zijn.
2. Als we de lokale producenten willen steunen.
3. Als de vraag naar lokale producten afneemt.
4. Als bepaalde grondstoffen in ons land niet in de bodem voorkomen.

Wat betekent het als een land een open economie heeft?

1. Weinig import en veel export
2. Weinig import en export
3. Veel import en export
4. Veel import en weinig export

Wat gebeurt er als de waarde van de pond stijgt?

1. De euro wordt sterker tegenover de pond.
2. Er is geen invloed op de aankoop in Londen.
3. Het wordt goedkoper om iets in Londen te kopen.
4. Het wordt duurder om iets in Londen te kopen.

Begrippen paragraaf 7.1 

• Internationale handel
• Export
• Import
• Open economie
• Gesloten economie
• Vreemd geld

Leerdoelen 7.2

• Je weet wat de EU is en waarom die opgericht is.
• Je kunt uitleggen wat protectie is.
• Je kunt uitleggen wat het belang van vrijhandel voor Nederland is.
• Je kunt uitleggen welke voordelen de euro heeft.

De Europese Unie

• Een groot aantal Europese landen vormen samen de Europese Unie (EU).
• Deze landen werken vooral samen op economisch gebied.
• Zo hebben de EU-landen samen regels opgesteld om de handel tussen de lidstaten eenvoudig en soepel te laten verlopen.

Wat is een van de belangrijkste gebieden waarop de Europese Unie samenwerkt?

1. Cultureel gebied
2. Milieugebied
3. Politiek gebied
4. Economisch gebied

Klassikaal vraag 19

Beschermen van handel

• Landen willen graag produceren, want dat levert inkomsten en banen op.
• Als je veel producten koopt betekent dat minder productie in eigen land.
• De EU probeert de invoer van producten van buiten de EU te verminder door het heffen van invoerrechten.
• Dat is een belasting die je aan de grens betaalt voor het invoeren van producten.
• Met dit soort maatregelen beschermt de EU Europese bedrijven tegen concurrentie uit andere landen, dit noem je protectie.
• Bij de handel tussen de EU-landen zijn protectiemaatregelen verboden.

Wat is het doel van protectiemaatregelen in de handel?

1. Stimuleren van internationale samenwerking
2. Bevorderen van economische groei
3. Vergroten van exportmogelijkheden
4. Beschermen van Europese bedrijven tegen concurrentie

Klassikaal vraag 21

Vrijhandel

• Als je de Nederlandse grens over gaat, is er geen controle.
• Je mag naar andere EU-landen reizen, er gaan wonen, werken of een opleiding volgen zonder dat je een vergunning nodig hebt.
• Dit noem je vrij verkeer van personen.
• Voor Europese bedrijven die iets in een ander EU-land willen verkopen is er vrijhandel, want ze hoeven geen invoerrechten te betalen.
• Door vrijhandel tussen de EU-landen is er meer import en export met elkaar.
• Landen die geen lid zijn van de EU hebben dit voordeel niet.

Wat is vrijhandel tussen EU-landen?

1. Verplichte handelstarieven tussen EU-landen
2. Beperkingen op export van goederen
3. Bedrijven betalen geen invoerrechten bij exporteren

Klassikaal vraag 25

De euro

• Niet in alle landen van de EU is de euro het betaalmiddel.
• Op dit moment hebben 20 EU-landen de euro.
• Samen vormen zij de eurozone.
• Door de euro kunnen consumenten en bedrijven gemakkelijk de prijzen vergelijke van producten uit verschillende landen.
• Bij de handel binnen de eurozone bespaar je kosten, want je hoeft geen vreemd geld om te wisselen.
• Door deze kostenbesparing worden producten ook voor de consument goedkoper.

Hoeveel EU-landen hebben op dit moment de euro?

1. 20
2. 25
3. 15
4. 30

Klassikaal vraag 26

Begrippen paragraaf 7.2

• Europese Unie (EU)
• Invoerrechten
• Protectie
• Vrijhandel
• Eurozone

Je kunt nu

• Je weet wat de EU is en waarom die opgericht is.
• Je kunt uitleggen wat protectie is.
• Je kunt uitleggen wat het belang van vrijhandel voor Nederland is.
• Je kunt uitleggen welke voordelen de euro heeft.

Aan het werk!

Maken opdrachten 7.2: 17, 19, 20, 21, 22, 25, 26, 27 en 28 

Klaar?

Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.

Klaar?  Werk laten zien aan docent.

Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 7.2

Veel goed? -> Maken plusopdrachten 7.2