Paragraaf 4 gram.ws, bn

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Pak je leesboek.

Verder vandaag:

Herhalen theorie
Bespreken huiswerk

Aan de slag

Afronden paragraaf 4 grammatica woordsoorten

Woordsoorten

Lidwoorden

Zelfstandige naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden (bn)

• Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over een mens, dier, plant, ding of naam. Over een zelfstandig naamwoord dus.

• De blauwe trui
• De aardige vrouw
• De houten trap

Eigenschappen bijvoeglijke naamwoorden 1

• Een bijvoeglijk naamwoord staat vaak direct voor een zelfstandig naamwoord 
• De gelukkige jongen, warme zomers, een grappig kind 

• Het bijvoeglijk naamwoord kan ook op een andere plek staan. Het vertelt iets over het onderwerp in die zin.
• De bal is rond. De dames van het Nederlands voetbalelftal waren fantastisch. 

• Ook dit zijn bijvoeglijk naamwoorden.
• Vind jij haar ook Facebookverslaafd? Stapelverliefd kwam Leonoor thuis.

Eigenschappen bijvoeglijke naamwoorden 2

• Je kunt een bijvoeglijk naamwoord maken van een werkwoord. Praat mee over de afgevallen deelnemers, verdachte acties en lachende mensen.

• Een bijvoeglijk naamwoord kent trappen van vergelijking: duur-duurder-duurst

• Een bijvoeglijk naamwoord kan stoffelijk zijn. Het zegt dan waar het van is gemaakt. In het plastic tasje zit een gouden ring.

Bespreken huiswerk

Opdracht 1 en 2 op bladzijde 210.

We bespreken de opdrachten klassikaal. 

Aan de slag

Maak opdracht 3 op bladzijde 211. We bespreken deze zo klassikaal.

Tijd: 3 minuten. 

Bespreken opdracht 3

Aan de slag

Maak opdracht 4 op bladzijde 211. We bespreken deze zo klassikaal.

Tijd: 3 minuten. 

Bespreken opdracht 4

Aan de slag

Maak opdracht 5 op bladzijde 211. We bespreken deze zo klassikaal.

Tijd: 3 minuten. 

Bespreken opdracht 5

Aan de slag

Maak opdracht 6 op bladzijde 211.

Niet af = huiswerk.