A1c schrijfopdracht

Schrijfopdracht
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijfopdracht

Slide 1 - Slide

Planning
Week 21 (deze week): introductie en uitleg schrijfopdracht + maken opdr. 1
Week 22: 
Thuis: opdr. 2 en 3 zijn gemaakt (thuis)
School: theorie en oefeningen in de klas

Week 23:
Thuis: opdr. 4 en 5 (eindopdracht) maken
School: theorie en oefeningen in de klas

Week 24: inleveren schrijfopdracht (uiterlijk donderdag 17 juni)! 
Pak je Plenda erbij!

Slide 2 - Slide

Schrijfopdracht
Je schrijft een overtuigende tekst met een eigen gekozen onderwerp.

Je kan kiezen uit de tekstsoorten:
  • ingezonden brief
  • column

Slide 3 - Slide

Ingezonden brief
Met een ingezonden brief reageer je in een (online) krant of tijdschrift op een actuele gebeurtenis of een artikel uit de krant of het tijdschrift. 

(volgende week kijken we verder naar hoe een ingezonden brief eruit ziet)

Slide 4 - Slide

Column
Een column is een vaste rubriek, een kort stukje in een krant, tijdschrift, op een website of uitgesproken op televisie of radio waarin je jouw mening puntig en uitdagend uiteenzet.

(volgende week kijken we verder naar hoe een column eruit ziet)

Slide 5 - Slide

Overtuigen
Tekstsoort: Ingezonden brief of column.
  • De schrijver wil de lezer doormiddel van argumenten overtuigen van zijn/haar mening. 

Slide 6 - Slide

Stappenplan
1. Oriënteren (voorbereiden op het kiezen van een onderwerp)
2. Onderzoek doen
3. Informatie selecteren
4. Je mening vormen en deze met bijbehorende argumenten opschrijven (verwoorden) in een bouwplan.
5. Schrijf een kladversie, lees deze nog eens goed na op bijvoorbeeld taalgebruik en laat deze door iemand anders lezen.
6. Schrijf de definitieve versie en lever deze in.

Slide 7 - Slide

Bouwplan
Bouwplan

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Mening
Je krijgt een blad met twee stellingen erop. Je vult jouw mening hierop in. Zodra ik het zeg, geef je je blad aan jouw buurman die een ander blad had.

Slide 10 - Slide

Opdracht 1
Denk na over de volgende vragen:
• Wat voor soort tekst moet ik schrijven?
• Hoe ziet zo’n tekst eruit?
• Wie gaat de tekst lezen?
• Wat wil ik bereiken met de tekst?

Denk goed na en schrijf dan jouw ideeën in je schrift.

Slide 11 - Slide

Een column of een ingezonden brief horen bij het tekstdoel ....
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quiz

Wat wil de schrijver vooral bereiken met een column of ingezonden brief?
A
dat je je vermaakt
B
dat je iets te weten komt
C
dat je zijn mening overneemt
D
dat je iets wel of niet gaat doen

Slide 13 - Quiz

Huiswerk
Maken opdracht 2 en 3 van het werkboek. Deze staat in Teams - kanaal Nederlands - bestanden - schrijfvaardigheid.

Slide 14 - Slide