herhaling&Proeftoets

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

welkom in de les

Een pen gepakt

Opgeborgen

Op de grond

Aandacht

thema politiek

tekstboek: blz. 38 tot 49 

Wat gaan we doen

Gezamenlijk: 

Terugblik hoofdstuk 3 politiek 

Zelfstandig:

Maken proeftoets

In tweetallen:

Bespreken proeftoets

gezamenlijk:

Afsluiting

thema politiek

tekstboek: blz. 38 tot 49

Hoofdstuk 3 politiek

De overheid wordt gevormd door..

Algemeen belang zijn zaken..

1. Die alleen belangrijk zijn voor ambtenaren.
2. Die alleen belangrijk zijn voor ministers.
3. Die voor heel veel mensen belangrijk zijn.
4. Die voor een kleine groep mensen belangrijk zijn.

Nederland is een directe democratie

1. Waar
2. Niet waar

Passief kiesrecht is het recht om te mogen stemmen.

1. Waar
2. Niet waar

Linkse partijen zijn voor

1. Vrijheid
2. Gelijkheid
3. Zelf verantwoordelijkheid
4. Kwetsbare mensen

Rechtse partijen zijn voor

1. Vrijheid
2. Gelijkheid
3. Zelf verantwoordelijkheid
4. Kwetsbare mensen

De regering bestaat uit..

Wat staat er in het regeerakkoord

1. Wat de standpunten zijn van een politieke partij
2. Wetsvoorstellen
3. De plannen van de regering voor de komende jaren
4. Plannen van de koning

Wat is een minister en wat is een staatssecretaris, leg uit.

Willem-Alexander is het staatshoofd in Nederland. Mag hij zich bemoeien met politieke kwesties?

1. Ja tuurlijk
2. Nee dat mag niet

Wat staat er NIET in de miljoennota?

1. Plannen van het kabinet
2. Wat de koning het aankomende jaar moet doen
3. De rijksbegroting
4. Alle inkomsten en uitgaven van de overheid

waar bestaat het parlement uit?

Controleren van het kabinet is een taak van het parlement.

1. Waar
2. Niet waar

Als de tweede kamer een wetsvoorstel goedgekeurd heeft gaat het naar de

1. Ministers
2. Burgemeesters
3. Eerste kamer
4. Staatssecretarissen

De coalitie is..

1. De partijen die de regering vormen.
2. De andere partijen dan de regeerpartijen.
3. Uitspraken van de tweede kamer.
4. Alle 150 leden in de kamer

Maken oefentoets

Wat: Begrippenlijst invullen

Hoe: rood, zelfstandig zonder te praten

Hulp: Steek je vinger op

Tijd: 10 minuten

Uitkomst: ingevulde begrippenlijst

Klaar: Controleer je antwoorden in je lesboek. 

Bespreken oefentoets 

Wat: Oefentoets vergelijken met elkaar en aanvullen.

Hoe: Met je buurman/buurvrouw, in fluistertoon.

Hulp: Steek je vinger op.

Tijd: 7 minuten

Uitkomst: Een volledige begrippenlijst.

Klaar: Kijk samen in het lesboek of het goed is. 

Tot slot

- Leren 3.1, 3.2, 3.4 en 3.5

Heel veel succes met leren en met de toets!!