• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Hoofdstuk 1 Inkomen en zakgeld (quiz)

herhalingsvragen hoofdstuk 1
1 / 31
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slide and 4 videos.

Items in this lesson

herhalingsvragen hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Nick krijgt iedere vrijdag € 2 zakgeld van zijn moeder. Wat voor soort inkomen is zakgeld ?
A
Inkomen met tegenprestatie
B
Inkomen zonder tegenprestatie
C
Inkomen in natura
D
Gratis geld

Slide 2 - Quiz

Piet werkt vijf dagen per week als schoonmaker. Dit is een vorm van inkomen....
A
met tegenprestatie
B
zonder tegenprestatie

Slide 3 - Quiz

Je kunt je ontvangsten per maand omrekenen naar een weekbedrag.
Hoe doe je dat?
A
eerst :12, daarna x52
B
eerst x12, daarna :52
C
eerst :52, daarna x12
D
eerst x52, daarna :12

Slide 4 - Quiz

Je kunt een bedrag dat je elke week ontvangt, omrekenen naar een maandbedrag. Hoe doe je dat?
A
eerst x52, daarna :12
B
eerst x12, daarna :52
C
eerst x4, daarna :52
D
eerst : 52, daarna x12

Slide 5 - Quiz

Bekijk de tabel.
Zoek in de tabel het getal 5.
Geef aan wat dit getal voorstelt. Kies uit de volgende mogelijkheden:

A
het aantal dozen/kisten
B
het aantal gewerkte uren
C
het aantal medewerkers

Slide 6 - Quiz

Bekijk de tabel. Zoek de bedragen € 2,25, € 4,50, € 6,75, € 9,00, € 11,25 en € 13,50.
Hoe noem je deze getallen
A
Rij
B
Kolom
C
Legenda
D
Toelichting

Slide 7 - Quiz

"Iemand in dienst van een bedrijf of instelling" noem je een
A
werknemer
B
werkgever

Slide 8 - Quiz

Voor welke leeftijd geldt het minimum jeugdloon?
A
14 - 23 jaar
B
14 - 22 jaar
C
15 - 22 jaar
D
15 - 23 jaar

Slide 9 - Quiz

Je krijgt rente.
Rente ...
A
Komt erbij
B
Gaat eraf

Slide 10 - Quiz

Wat voor soort inkomen wordt afgebeeld?
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Overdrachtsinkomen
D
Inkomen uit natura

Slide 11 - Quiz

Wat is geen reden voor een hoger loon
A
Korter werken
B
Gevaarlijk werk doen
C
Werk doen waar een hoge opleiding voor nodig is
D
Uitzonderlijk werk doen

Slide 12 - Quiz

Rawah heeft krantjes rond gebracht door de regen. Gelukkig had ze een regenpak aan die ze had gekregen van het krantenbedrijf. Welk soort inkomen is een regenpak?
A
Overdrachtsinkomen
B
Inkomen uit arbeid
C
Inkomen uit bezit
D
Inkomen in natura

Slide 13 - Quiz

Waarom is er een minimumloon ingesteld?
A
Om bedrijven te beschermen.
B
Om arbeiders te beschermen.

Slide 14 - Quiz

Welk spaarmotief gebruik je als je spaart voor een televisie?
A
sparen voor de rente
B
sparen uit voorzorg
C
sparen voor een doel
D
sparen voor een ander

Slide 15 - Quiz

Henk spaart geld voor als zijn mobiel kapot gaat. Wat is zijn reden om te sparen?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor de rente
D
Sparen als rekenmiddel

Slide 16 - Quiz

Wat is:
Salaris?
A
Geld dat de werkgever betaalt aan de overheid
B
Geld dat de werknemer betaalt aan de werkgever
C
Geld dat je ontvangt in ruil voor werk
D
Geld dat je betaalt voor je arbeidsovereenkomst

Slide 17 - Quiz

Hoeveel maanden heeft een kwartaal
A
3
B
4

Slide 18 - Quiz

Huur is een voorbeeld van ...
A
inkomen uit arbeid
B
inkomen uit bezit
C
inkomen uit overdrachten

Slide 19 - Quiz

Het spaargeld van Lieke staat op een spaarrekening. Het spaargeld van Pieter ligt in het vriesvak van zijn koelkast. Welk voordeel van sparen heeft Pieter wel en Lieke niet?
A
Zijn spaargeld is veilig
B
Hij heeft geld voor grote uitgaven
C
Hij kan op elk moment zijn spaargeld uitgeven
D
Hij krijgt interest over zijn spaargeld

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Hoe heet zo'n reclame die je net zag?
A
Merkreclame
B
Ideële reclame
C
Commerciële reclame
D
Informatieve recame

Slide 22 - Quiz

timer
0:30
Welke
Marketinginstrumenten
zijn er?

Slide 23 - Mind map

Het Nationaal inkomen van een land is € 800 miljard Er wonen 12 miljoen mensen.
Wat is het inkomen per hoofd?
Afronden op hele Euro

timer
0:45
Tekst
A
€ 666.666
B
€ 6.666
C
€ 66.666
D
€ 666

Slide 24 - Quiz

0

Slide 25 - Video

Waarom staan de Groenten aan het begin?
A
Dat is handiger bij het opstapelen
B
Dat geeft de consument een goed "gezond" gevoel bij het kopen
C
Die nemen het meeste plaats in
D
Dat valt het meeste op

Slide 26 - Quiz

0

Slide 27 - Video

Welke geur zorgt ervoor dat je meer gaat kopen?
A
appeltaart
B
bloemen
C
parfum
D
brood

Slide 28 - Quiz

0

Slide 29 - Video

Geen Euroteken bij de aanbiedingen. Dis is een voorbeeld van:
A
productbelied
B
promotiebeleid
C
presentatiebeleid
D
prijsbeleid

Slide 30 - Quiz

Zoek zoveel mogelijk liedjes
op met het woord
"geld" of "money" in de titel. Nummer + artiest noemen
timer
5:00

Slide 31 - Open question

More lessons like this

Quizvragen hoofdstuk 1 Zakgeld en inkomen

December 2023 - Lesson with 28 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Hoofdstuk 1 Inkomen en zakgeld (quiz)

September 2024 - Lesson with 29 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Quizvragen hoofdstuk 1 Zakgeld en inkomen

September 2024 - Lesson with 16 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Quizvragen hoofdstuk 1 Zakgeld en inkomen

October 2024 - Lesson with 24 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Herhaling H1 Zakgeld en Inkomen

November 2023 - Lesson with 23 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

leerjaar 3 hst 2 les 1

October 2019 - Lesson with 12 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

leerjaar 3 hst 2 voorbereiding proefwerk

November 2019 - Lesson with 15 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

MEC

February 2018 - Lesson with 17 slides
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings