Formuleren H3

Afspraken 
  • Zet je camera aan en zorg dat je goed in beeld bent
  • Houd je microfoon gedempt, tenzij de docent anders aangeeft
  • Als je zelf iets wilt toevoegen, steek je hand op! 
  • Je doet goed mee en vervult alle opdrachten
  • Er worden geen opnames gemaakt
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Afspraken 
  • Zet je camera aan en zorg dat je goed in beeld bent
  • Houd je microfoon gedempt, tenzij de docent anders aangeeft
  • Als je zelf iets wilt toevoegen, steek je hand op! 
  • Je doet goed mee en vervult alle opdrachten
  • Er worden geen opnames gemaakt

Slide 1 - Slide

Huiswerk controleren
timer
2:00

Slide 2 - Open question

Welke verwijswoorden
ken je?

Slide 3 - Mind map

Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Koning
Feminisme
Elastiek
Voogdij
Fortuna
Optocht
Koe
Bevolking

Slide 4 - Drag question

Wanneer verwijs je met 'wat'?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welke dichtvormen
ken je?

Slide 8 - Mind map

Dichtvormen (2)
  •  Rondeel: een rijmend gedicht van 8 regels waarin versregels 1, 4 en 7 hetzelfde zijn, net als versregels 2 en 8. Als een rondeel dertien regels heeft, zijn regel 1, 7 en 13 gelijk aan elkaar, soms ook regel 2 en 8. Een rondeel kent maar twee rijmklanken. 

Slide 9 - Slide

Voorbeeld

Slide 10 - Slide

Dichtvormen (2)
  •  Sonnet: een rijmend gedicht van veertien regels. Het sonnet heeft vier strofen (soort alinea's) --> 4, 4, 3, 3. 
Het meest traditionele rijmschema is: abba abba cdc dcd. Echter in de praktijk komen andere rijmschema's zo vaak voor, dat afwijkingen van het traditionele rijmschema meer regel zijn, dan uitzondering.
In een sonnet zit meestal een wending. Deze vindt plaats tussen de eerste acht en de laatste zes regels. Meestal is het een tegenstelling, bijvoorbeeld verleden-toekomst, optimistisch-pessimistisch. 

Slide 11 - Slide

Voorbeeld 

Slide 12 - Slide

Welke regels zijn exact hetzelfde in een rondeel?

Slide 13 - Open question

Wat zijn strofen?

Slide 14 - Open question

Uit hoeveel strofen bestaat een sonnet? En hoeveel regels hebben die strofen?

Slide 15 - Open question

Ik weet wat een sonnet is
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Ik weet wat een rondeel is
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Huiswerk
H3 Poëzie 
Lezen groene stukje op blz., 128
Opdracht 2 + 3
Blz. 128-129

Slide 18 - Slide