Station Taalverzorging BA3 perron 2

Taalverzorging BA3 Perron 2 De Rooi Pannen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Taalverzorging BA3 Perron 2 De Rooi Pannen

Slide 1 - Slide

Woordsoorten
* Er zijn drie lidwoorden (lw): de, het, een. Een lidwoord zet je voor een zelfstandig naamwoord.
 
* Een zelfstandig naamwoord (znw): mensen, dieren, dingen, planten en namen
   Voor een zelfstandig naamwoord kun je wel altijd een lidwoord zetten.
   Bijvoorbeeld: een JONGEN, de HOND, een STOEL

* Een bijvoeglijk naamwoord (bnw) zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 
bijvoorbeeld: een GROTE jongen
* Een werkwoord (ww) verandert van vorm. Dat noem je vervoegen.
   Bijvoorbeeld: Ik SPEEL of ik GA SPELEN


Slide 2 - Slide

Opdrachten uit het boek
* Maken opdracht 1 t/m 5 
* We kijken deze opdrachten samen na.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Opdrachten uit het boek
Maken opd. 7 t/m 9  blz. 22

We kijken deze opdrachten samen na.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Opdrachten uit het boek
maken: blz. 24
opdr. 10 t/m 12 + 14 + 15

We kijken deze opdrachten samen na.

Slide 9 - Slide

Ik kook vanavond spaghetti..

Welke woordsoort is 'kook'?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Werkwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Dat is mijn hond.
Wat voor woordsoort is mijn?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
wederkerig voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

Dat is een mooie trui!

Wat voor woordsoort is mooie?
A
zelfstandig nw
B
werkwoord
C
bijvoeglijk nw
D
lidwoord

Slide 12 - Quiz

Jij geeft je oma een cadeau.

Wat voor woordsoort is Jij
A
persoonlijk vnw
B
werkwoord
C
bezittelijk vnw
D
bijvoeglijk nw

Slide 13 - Quiz



Gisteravond heb ik een serie gekeken.
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
aanwijzend vnw

Slide 14 - Quiz

Wij geven iedereen een ijsje.

Wat voor woordsoort is wij?
A
zelfstandig nw
B
persoonlijk vnw
C
bijvoeglijk nw
D
lidwoord

Slide 15 - Quiz

Een zinsdeel bestaat uit één of meerdere woorden.
Bij woordsoortbenoeming leer je welke woordsoorten er zijn en hoe je ze herkent.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Dat was erg leuk voor haar.

Wat voor woordsoort is haar?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
wederkerig voornaamwoord

Slide 17 - Quiz