NT2 werkwoorden met vast voorzetsel

NT2 werkwoorden met vast voorzetsel
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

NT2 werkwoorden met vast voorzetsel

Slide 1 - Slide

Ik bedank .... het mooie cadeau.
A
tegen
B
met
C
voor
D
over

Slide 2 - Quiz

Ik ga verder.... de gasten bedanken.
A
tegen
B
met
C
voor
D
over

Slide 3 - Quiz

Hij is benieuwd... zijn cadeau.
A
tegen
B
met
C
voor
D
naar

Slide 4 - Quiz

Hij bedankt... zijn cadeau.
A
van
B
met
C
voor
D
naar

Slide 5 - Quiz

Ik ben blij... mijn cadeau.
A
van
B
met
C
voor
D
naar

Slide 6 - Quiz

Zij is bevallen... een meisje.
A
van
B
in
C
voor
D
op

Slide 7 - Quiz

Zij denkt... haar feest.
A
aan
B
met
C
voor
D
naar

Slide 8 - Quiz

Jij drukt... de goede knop.
A
aan
B
op
C
voor
D
met

Slide 9 - Quiz

Wij gaan morgen ... het feestje.
A
naar
B
op
C
voor
D
in

Slide 10 - Quiz

Zij is gek... kaugom.
A
naar
B
op
C
voor
D
in

Slide 11 - Quiz

Hij houdt ook... kaugom.
A
aan
B
van
C
voor
D
met

Slide 12 - Quiz

Wij genieten ... het feestje.
A
naar
B
van
C
voor
D
in

Slide 13 - Quiz

Ik geef mijn cadeau ... haar!
A
naar
B
van
C
voor
D
aan

Slide 14 - Quiz

Wij zijn gewend... de carrousel
bij Taal Compleet.
A
aan
B
van
C
voor
D
met

Slide 15 - Quiz

Ik moet wachten... de andere gasten.
A
naar
B
op
C
voor
D
aan

Slide 16 - Quiz

Hebben jullie zin... het feestje?
A
in
B
met
C
voor
D
aan

Slide 17 - Quiz

Hij zegt... mij dat er een feest is.
A
tegen
B
uit
C
voor
D
aan

Slide 18 - Quiz

Wij gaan om... die meisjes.
A
voor
B
uit
C
met
D
aan

Slide 19 - Quiz

Zij sparen... een mooie telefoon.
A
voor
B
uit
C
met
D
aan

Slide 20 - Quiz

Luister je... die muziek?
A
voor
B
naar
C
met
D
aan

Slide 21 - Quiz

Wat krijg je... je vriendin?
A
voor
B
op
C
met
D
van

Slide 22 - Quiz

Ik houd... mijn vriendin.
A
voor
B
in
C
met
D
van

Slide 23 - Quiz

Hij kijkt... mooie meisjes.
A
naar
B
aan
C
met
D
van

Slide 24 - Quiz

Het cadeau komt... de doos.
A
naar
B
aan
C
uit
D
van

Slide 25 - Quiz

De vriendin klaagt... het cadeau.
A
over
B
aan
C
met
D
van

Slide 26 - Quiz

Heb je interesse... mijn cadeau?
A
in
B
aan
C
met
D
van

Slide 27 - Quiz

Stop het cadeau maar... de doos.
A
in
B
aan
C
op
D
van

Slide 28 - Quiz

Ik maak me zorgen... jou!
A
in
B
aan
C
over
D
van

Slide 29 - Quiz

Ik maak me zorgen... jou!
A
in
B
aan
C
over
D
van

Slide 30 - Quiz

Ik zorg... jou!
A
in
B
met
C
over
D
voor

Slide 31 - Quiz