Internet Veiligheid

Veilig op het internet
lessonup.app
1 / 49
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Veilig op het internet
lessonup.app

Slide 1 - Slide

Even herhalen!
Ken je de onderdelen van een computer nog?

Slide 2 - Slide

Webcam
Muis
Muismat
Scherm
Luidspreker
Printer
Toetsenbord

Slide 3 - Drag question

Hoe noemen we de achtergrond op een scherm?

Slide 4 - Open question

Dat is een klein programma. Het kan van de ene naar de andere computer overspringen. Als je dit hebt werkt je computer niet meer zo goed: je computer wordt trager of loopt vast.
Met iemand praten door tekstberichten naar elkaar te sturen op een computer.
Een programma of bestand van het internet op je eigen computer overzetten
Inbreken in iemand zijn computer.
Een beschrijving van iemand
Chatten
downloaden
profiel
computervirus
hacken

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Video

Wanneer kun je besmet worden met een computervirus? Kruis de juiste antwoorden aan
A
Als je iets downloadt op het internet.
B
Als je foto’s van je camera op je computer zet
C
Als je je computer laat vallen
D
Als je een bestand opent in een mail van iemand die je niet kent

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Pas op met downloaden!
Dit kan je niet altijd vertrouwen. 

Door te downloaden kan je makkelijk virussen binnenkrijgen in je computer. 

Slide 9 - Slide

‘Gefeliciteerd!’
 
Als je hierop klikt heb je waarschijnlijk ook een virus.

Slide 10 - Slide

Reclame
Als je reclame krijgt van iets, waarbij je weet dat de winkel echt bestaat of waarvan ze ook reclame maken op televisie dan is de kans groot dat dit betrouwbaar is. 

Zo kan er waarschijnlijk niets verkeerd gebeuren als je klikt op de reclame van Zalando. 

Ook de reclame van Groupon is betrouwbaar. 

Als je het niet zeker weet dan kan je bijvoorbeeld ‘groupon ervaringen’ intikken in Google. Zo kan je naar ervaringen zoeken van andere mensen en zie je wel rap of een site betrouwbaar is of niet.

Slide 11 - Slide

Hier zie je een aantal iconen. Als je daarop klikt zal je dus het gene openen waar het icoontje voor staat. 

Daarom is het wel interessant om te weten wat deze iconen willen zeggen. 

Slide 12 - Slide

Logo-Quiz!

Slide 13 - Slide


Slide 14 - Open question


Slide 15 - Open question


Slide 16 - Open question


Slide 17 - Open question


Slide 18 - Open question


Slide 19 - Open question


Slide 20 - Open question

Geloof niet alles wat je leest

Slide 21 - Slide

Hoe veilig ben jij op internet?

Slide 22 - Slide

Heb jij een facebook-profiel?
A
Ja
B
Neen

Slide 23 - Quiz

Lieg je op je facebook-profiel?
A
Ja
B
Neen

Slide 24 - Quiz

Waarover liegen mensen op sociale media?

Slide 25 - Mind map

Op welke sites moet je een profiel aanmaken?

Slide 26 - Mind map

Ik praat met mensen die ik niet ken op Facebook.
Zolang ik niet met hun afspreek doe ik toch niets verkeerd.

A
Akkoord
B
Niet akkoord

Slide 27 - Quiz

Als mijn vriend op Skype vraagt om mijn kleren uit te doen, dan doe ik dat.
Ik vertrouw hem en hij is toch de enige die mij kan zien.

A
Akkoord
B
Niet akkoord

Slide 28 - Quiz

Je mag niet afspreken met mensen die je nog nooit in het echt hebt gezien.
A
Akkoord
B
Niet akkoord

Slide 29 - Quiz

Ik kreeg net een berichtje op Facebook van Robby. Hij zit in mijn klas.
Hij zegt dat ik morgen in meisjeskleren naar school moet komen.
Als ik dit doe laat hij mij met rust. Als ik dit niet doe dan blijft hij me pesten.
Ik doe het maar, dan ben ik er vanaf.

A
Akkoord
B
Niet akkoord

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video

Iemand die zich online voordoet als een andere persoon noemen we een
A
hacker
B
catfish
C
provider

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Wat je zet op het internet, blijft op het internet

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link

Opdracht
Zoek op het internet zoveel informatie op over mij. Wat kun je allemaal vinden? Schrijf op een blaadje
1. Naam
2. Adres
3. e-mailadres
4. telefoonnummer
5. Hobby's

Slide 42 - Slide

Welke foto's zet je op internet?
Sleep op de juiste plaats

Slide 43 - Slide


Deze foto zet ik 
op facebook
Deze foto zet ik 
niet op facebook

Slide 44 - Drag question

Je wachtwoord

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Wat is een goed paswoord?
Een goed paswoord moet moeilijk zijn om te raden. Maar je moet het natuurlijk wel zelf kunnen onthouden. Zo kan je bijvoorbeeld een zinnetje maken en de eerste letters van de zin gebruiken. Bijvoorbeeld:
‘Mijn broer Lucas is 12 jaar en helemaal gek!’

Dan wordt je paswoord: MbLi12jehg!

Slide 47 - Slide

Geef een vb van een
goed paswoord

Slide 48 - Mind map

Slide 49 - Link